Psalmen 145 : 1 – 9 ( 1 )

U mijn God en koning wil ik roemen, Uw Naam prijzen tot in eeuwigheid. Elke dag opnieuw wil ik U prijzen. Uw naam loven tot in eeuwigheid. Groot is de Heer, Hem komt alle lof toe, Zijn grootheid is niet te doorgronden. Laat geslacht na geslacht van Uw schepping verhalen. U machtige daden verkondigen. Laten zij spreken over de glorie van Uw majesteit, ook ik wil Uw wonderen bekend maken. Laten zij getuigen van Uw geduchte daden. Ook ik wil van Uw goedheid vertellen. Laten zij de roem van Uw goedheid verbreiden, Uw gerechtigheid luid bezingen. “ Genadig en liefdevol is de Heer, Hij blijft geduldig en groot is Zijn trouw. Goed is de Heer voor alles en allen, Hij ontfermt Zich over heel Zijn schepping. Laten al Uw schepselen U loven Heer, en Uw getrouwen U prijzen. Laten zij getuigen van de luister van Uw koningschap, spreken over Uw machtige werken, aan de stervelingen Uw machtige daden verkondigen, de glorie en glans van Uw koningschap. Uw koningschap omspant de eeuwen, Uw heerschappij omvat alle geslachten. Een steun is de Heer voor wie is gevallen, wie gebukt gaat richt Hij op. Allen zien hoopvol naar U uit, U geeft voedsel op de juiste tijd. Gul is Uw hand geopend, U vervult het verlangen van alles wat leeft. Rechtvaardig is de Heer in alles wat Hij doet, Zijn schepselen blijft Hij trouw. Allen die Hem aanroepen is de Heer nabij, die Hem roepen in vast vertrouwen. Hij vervult het verlangen van wie Hem eren, Hij hoort hun klacht en komt hen te hulp. De Heer waakt over wie hem liefhebben, maar wie Hem afwijzen vaagt Hij weg. Laat zo mijn mond de lof spreken van de Heer, en alles wat leeft Zijn heilige Naam prijzen, tot in eeuwigheid. 

Verklaring van het eerste deel van de psalm. ( 1 – 9 )

Terwijl psalm 140 tot en met 144 gebedspsalmen waren, is psalm 145 de eerste van vijf lofpsalmen. Het is heel bijzonder dat er na vijf psalmen van gebed, zes lofpsalmen volgen. Je kunt daaruit concluderen dat mensen die veel bidden, ook veel stof tot danken zullen ontvangen. Wie veel gebeden heeft, zal overvloedig zijn in dank. Onze dank moet zelfs de diepte van onze gebeden overtreffen. Je leest dat duidelijk uit de psalmen op. Het boek Psalmen eindigt met uitbundige lofprijzingen aan de Heere. Lof is het einde van alles. Alle psalmen vinden hun centrale punt in lof en dank. Psalm 145 is een lofzang ter ere van de grote Koning , de Heere die krachtig en welwillend handelt. In een in Qumran gevonden tekst staat na ieder vers van deze psalm het volgende refrein: ‘ De Heer is gezegend, en zijn naam is gezegend voor altijd! ‘ 

Psalm 145 is één van de psalmen die alfabetisch is samengesteld ( acrostichon ) zodat de strofes gemakkelijker uit het hoofd geleerd konden worden. De Joodse schrijvers noemden psalm 145 een ster van eerste grootte tussen alle andere schitterende psalmsterren. Oude wetsgeleerden verklaarden dat de mens die deze psalm drie keer per dag zingt, zeker gelukzalig zal zijn in de toekomstige wereld. 

David wekt zichzelf en zijn toehoorders op om God te loven en te prijzen. Boven het psalter staat: een loflied. Dat kan er staan omdat David deze psalm zelf bijzonder mooi vond, en hem vaak gezongen heeft. Een feit is dat hij volgens verklaarders zijn liederen altijd met zich meenam, waarheen hij ook ging. En, als hij zijn geschreven woorden in de praktijk gebracht heeft, dan moet hij de essentie van dit psalter meerdere keren op een dag gezongen hebben. 

In het eerste deel van de psalm  ( vs 1 – 11 ) worden Gods schitterende eigenschappen bezongen. Het laatste deel bezingt de heerlijkheid van Zijn Koninkrijk, en het bestuur ervan. De psalm bevat een opmerkelijk grote concentratie van woorden die op een feestelijke bijeenkomst duiden. Na de aanduiding ‘ lofprijzing ‘ volgen de liturgische acties elkaar in rap tempo op. Verhogen, prijzen, roemen, bekendmaken, verkondigen, prijzen, jubelen en bekendmaken, daarover gaat het! De woorden buitelen over elkaar heen als vrolijke noten in een muziekstuk. Het belangrijkste geschrift van de Qumran heeft van deze psalm een beurtzang gemaakt. Na elke zin is er een beurtzang toegevoegd, waarmee de gemeente een opgewekt antwoord kan geven. ‘ Geprezen zij JHWH, en geprezen zij Zijn Naam voor eeuwig en altijd! ‘ Dit duidt op een vroegere gewoonte om de Heere uitbundig te loven en te prijzen. Dat mogen wij dus ook doen! 

De structuur van de psalm wordt bepaald door een afwisseling van lofprijzing en dankzegging. ( vs 1 – 2, 4 – 7, 10 – 12 ) met de reden daarvoor. ( vs 3, 8 – 9, 13) In de verzen met redenen voor lofprijzing worden de basiswoorden telkens herhaald.

Wat andere mensen ook doen, de dichter was vastbesloten om God veelvuldig en vaak te loven en te prijzen. David wilde God niet alleen in zijn plechtige Godsdienstoefeningen eren, maar ook in zijn gewone gesprekken. David nam zich voor om standvastig te zijn in het beoefenen van deze kunst. “ Te allen dage zal ik U loven. “ riep hij uit. 

Er moet geen dag voorbijgaan in ons leven, al is die dag nog zo druk moeilijk of verdrietig geweest, zonder dat wij God loven. De reden daarvoor ligt in het feit dat God ons elke dag zegent en goed doet. Daarom is er reden om Hem elke dag met woord en daad te zegenen, en goed te doen. Ongetwijfeld zijn er veel andere mensen die dit voornemen ook hebben, aldus David. De ijver die de koning aan de dag legt, zou zijn toehoorders opwekken om ook zo te doen, en zo te zijn. Die toehoorders nemen daarmee hun plaats in een ononderbroken rij van families. “ Geslacht aan geslacht zal Uw werken roemen. “  

David noemt steeds de redenen waarom wij God de eer moeten geven. Die redenen zijn  Zijn grootheid en Zijn grote werken. Wij nietige mensen moeten vertellen dat God groot is. En als Hij zo groot  is als de Bijbel beschrijft, dan is Hij zeer te prijzen. Wij moeten hem prijzen met alles wat in ons is, met al onze krachten. Het is een feit dat Gods grootheid niet begrepen kan worden. Maar wanneer wij de bodem van de diepten van God niet kunnen vinden, dan moeten wij maar verwonderd blijven zitten aan de rand van die diepten. ( Rom. 11 : 33 ) Het gaat er om dat wij opmerken dat God handelt en werkt in alle zaken van deze lagere wereld. 

De goedheid van God is tegelijkertijd Zijn heerlijkheid. ( Ex. 33 : 19 ) “ Zij zullen de gedachten aan de grootheid van Uw goedheid overvloedig uitstorten. “ Terwijl wij mensen mentaal of lichamelijk uitgeput kunnen raken, is dat bij de Heere nooit het geval. God zal altijd even rijk en overmoeibaar zijn in genade als Hij ooit is geweest. Maar, wanneer het over Gods goedheid hebben, dan mogen we  Zijn rechtvaardigheid niet vergeten. De psalmist zegt dat we zijn gerechtigheid ook met gejuich moeten verkondigen. Daarin zit iets onbegrijpelijks. Hoe kunnen wij de dood van Christus om onze zonden met gejuich verkondigen? Dat kan alleen als Jezus ons daartoe oproept en ons er de geest en kracht voor geeft. Maar helaas – zoals God genadig is voor mensen die Hem dienen, zo is Hij rechtvaardig in toorn voor mensen die tegen Hem opstaan. 

In de aard en het karakter van God vind je een fontein van goedheid. De Heere is onuitputtelijk genadig voor wie Hem dienen. Hij is vol barmhartigheid voor mensen die Hem nodig hebben. Lankmoedig is Hij voor mensen die Hem beledigd hebben, en groot van goedertierenheid voor allen die hem zoeken en hun smeekbeden tot Hem richten. God is bereid om te geven en te vergeven.
Elke dag, elk uur, elk ogenblik. Wat een God! 

‘ Betrouwbaar is de Heer in alles wat Hij zegt, heel Zijn schepping blijft Hij trouw. ‘

One response to “Psalmen 145 : 1 – 9 ( 1 )

  1. You are in reality a good webmaster. The website loading
    speed is amazing. It kind of feels that you are doing any
    unique trick. Also, the contents are masterpiece. you’ve done a magnificent task on this subject!
    Similar here: <a href="[Link deleted]online and also here: <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *