“ Toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen omhoog geheven, en opgenomen in een wolk, zodat ze Hem niet meer zagen. “ ( Handelingen 1 : 9 )
Zorgelijk en ernstig keken de leerlingen hun Meester aan. Terwijl Zijn laatste woorden nog in hun oren klonken zagen ze dat Jezus Zijn handen zegenend over hen uitstrekte. Tijdens dit zegenen maakte Zijn lichaam zich van de aarde los. Jezus ging terug naar de hemel, waar God op Hem wachtte. Een stralende wolk nam Hem weg uit het zicht.
Wolken zijn grote verzamelingen van kleine waterdruppels of ijskristallen. Deze druppels zijn zo klein, maar vooral ook zo licht, dat ze in staat zijn om te zweven. Miljarden waterdruppels bij elkaar vormen zich tot een zichtbare wolk. Wolken sturen dauw naar de aarde en nemen vochtige dampen op. Een wolkkolom had het volk van Israël tijdens de woestijnreis beschermd en de aanwezigheid van God gegarandeerd. ( Exodus 13 : 20 ) Een wolk nam de aanwezigheid van de Zoon op en geleidde Hem naar Huis. Hij nam de miljarden tranen die wij mensen hier op aarde huilen symbolisch met Zich mee. ( Psalm 56 : 9 )
De aarde juichte, alles was volbracht! Jezus zou plaatsnemen aan de rechterhand van Zijn vader om een begin te maken met Zijn gebeden. ( Hebr. 7 : 25 ) Deze gedachte mag ons hoop geven en troost bieden als we naar de lucht kijken. Jezus bidt onafgebroken voor ons en komt terug zoals Hij is weggegaan. De gedachte aan Zijn tweede komst verheldert onze blik en verlevendigt ons geloof.
Ten laatste geloven wij, volgens het Woord van God, dat als de door God bepaalde tijd is aangebroken, en het getal van de geredde zielen bereikt zal zijn, dat onze Heere Jezus Christus uit de hemel terug zal komen, lichamelijk en zichtbaar. Zoals Hij is opgevaren met grote heerlijkheid en majesteit. Dan zal Hij komen als Rechter om de levenden en doden te oordelen. Daarom verwachten wij – Zijn leerlingen – die grote dag met een groot verlangen om alle geestelijke beloften van God in ontvangst te nemen, in Jezus Christus, onze Heere. ( NGB, Artikel 37 ) Tijdens dit wachten steken we hier op aarde onze handen uit de mouwen. Wij zijn pelgrims, op reis naar het hemelse Sion. Onderweg proberen wij zoveel mogelijk mensen mee te nemen.
Klap in de handen volken Juich God toe met jubelzang! Geducht is de Heer, de Allerhoogste, Machtige Koning van heel de aarde! ( Psalm 47 )