Lucas 22 : 21 – 23 ‘Maar weet wel dat degene die Mij zal uitleveren, samen met Mij aan deze tafel aanligt. Want de Mensenzoon moet heengaan, zoals het voor Hem bepaald is. Maar wee de mens die Hem zal uitleveren. Ze vroegen zich onder elkaar af wie van hen zoiets zou kunnen doen.”
Toen Jezus zijn bediening begon, heeft Hij allereerst Zijn leerlingen geroepen. ‘ Lech acherai! – volg Mij! ‘
Met hen deelde Hij dagelijks lief en leed. De band tussen de leerlingen en hun Meester werd steeds hechter. Mede om die reden stelde Jezus het Avondmaal in aan de vooravond van Zijn bitter lijden en sterven. Deelhebben aan dit Avondmaal hield echter niet automatisch in dat Zijn leerlingen ook deelhadden aan het eeuwige leven dat Jezus kon geven. Ze konden deelhebben aan de maaltijd van Jezus terwijl je Hem Zelf afwezen. Dat zou binnen enkele uren echt gebeuren. Judas zou Hem verraden en uitleveren. Jezus heeft openlijk voorzegd dat dit zou gebeuren. en dat één van zijn leerlingen Hem zou verraden.
Steeds wanneer Jezus het over Zijn lijden had, noemde Hij Zich de Mensenzoon ( vgl. Lucas 9 : 22, 44, 58 ). In deze Schriftpassage lijkt die Naam in schril contrast te staan tot de naam van de mens die Hem verraden zou. Het heengaan van de Zoon des mensen, poreuomai – een woord dat soms ook vertaald wordt met reizen – was Zijn lijden en sterven. Deze gebeurtenissen zouden nu plaat gaan vinden. Het laatste gedeelte van Jezus` levensreis brak aan. Het was een gruwelijk moeilijke en bittere weg, maar door God bepaald. ( Hand. 2 : 23 / 10 : 42 / 11 : 29 ) Ondanks dat schakelde het de verantwoordelijkheid niet uit van de mensen die Jezus zouden volgen of verraden.
‘ Wee de mens die Mij zal uitleveren’ had Jezus gezegd.
‘ Doch wee ‘ staat er in de Bijbel. Dat woord wordt gebruikt om aan te geven hoe slecht het af zou lopen met de mens, die Jezus zou verraden. Hoe ernstig en dreigend Jezus` woorden ook klonken, Judas werd er niet door op andere gedachten gebracht. Wat erg dat ook zelfs Jezus` eigen woorden niet alle mensen tot geloof gebracht hebben. Wij die Hem volgen moeten daarom niet verwachten dat onze waarschuwende en ernstige woorden altijd het gewenste effect zullen hebben. Het komen tot het geloof in Jezus – waar wij om bidden en vragen- is en blijft een groot wonder, dat alleen God de Vader tot stand kan brengen.
Johannes vertelde dat de leerlingen elkaar aankeken, en geschokt vroegen wie van hen de verrader zou zijn. ( Joh. 13 : 22 ) Ze hadden er geen idee van, en begonnen druk te discussiëren wie dat zou kunnen zijn. Mattheüs en Marcus laten ons weten dat de leerlingen zelfs persoonlijk aan Jezus begonnen te vragen wie dat zou kunnen doen‘ Dit bedroefde hen zeer, en de één na de ander vroegen ze Hem: Ik toch niet, Heer? ‘ ( Matth. 26 : 22 / Marcus 14 : 18 )
Jezus` leerlingen konden en wilden er niet omheen om zichzelf te onderzoeken. Heel eerlijk waren ze in hun openheid en kwetsbaarheid. Je leest er het volkomen vertrouwen uit op dat ze in de Heere Jezus hadden. Hij mocht zomaar in hun hart kijken. Hij kende hen door en door, daarvan waren ze overtuigd. Ze werden al erg verdrietig bij de gedachte alleen al dat zij hun Meester zouden verraden. Aan de ene kant streden ze volop tegen alles wat er verkeerd was in hun hart, soms lagen ze onder, maar soms ook niet. Wat ze ook zeiden of deden, Jezus had het laatste woord.
Wat ben je gelukkig als Jezus het laatste woord heeft in je leven.
Wow, superb weblog format! How long have you been blogging
for? you make blogging glance easy. The overall look of your web site is great, as neatly as the content material!
You can see similar here <a href="[Link deleted]sklep
Hey there, You have done a great job. I will definitely digg it and personally recommend to my friends. I am sure they will be benefited from this site.