Dankbaar ( 2 )

Noach ( 4 ) 
Over de woelige wereldvloed  daalde een onzichtbare wending neer. De Heere dacht aan Noach, aan alle wilde dieren en aan het vee dat in de ark was. Gods genade stroomde vanuit Zijn hart, en ging opnieuw naar Zijn schepping uit! Als een donkere wolk lag de beproeving over het hart van Noach. Hij had er geen idee van hoe lang ze in de ark moesten blijven, want de Heere had niets over de tijdsduur van de vloed gezegd. Steeds als hij uit het raam keek zonk de moed hem in de schoenen. Zo ver zijn oog reikte zag hij een onafzienbare watermassa. Het leek een onmogelijke zaak dat hier ooit nog verandering in zou komen.
Maar plotseling stak de wind op. De Hebreeuwse taal gebruikt voor deze uitdrukking het woord ruach, hetzelfde woord dat gebruikt wordt om de Geest van God aan te duiden. ( Genesis 1: 2 ) Een herhaling van het scheppingsverhaal, een tweede kans voor de mensheid! Het water zakte omdat de Heere de bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel sloot. Het onafgebroken geselende regenen hield op. Hij Die de sleutel van de hel en van de dood in handen heeft ( Openbaringen 1: 18 ), sloot de deur van het oordeel toe! 
Langzaam maar zeker zakte het water verder. Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark op het gebergte van de Ararat aan de grond. Geografisch gezien was dat op een bergmassief ten zuiden van de Kaukasus in Armenië. Noachs huis stond op vaste grond, en werd niet langer door golven en wind heen en weer geslingerd. Gods wijze en genadige zorg maakte de beproeving niet langer dan noodzakelijk, en liet de ark op de top van een berg zakken. We lezen deze keer niets over overleg of samenspraak. Haarscherp bleek dat de Heere alleen zorg droeg voor Zijn verbond. 
Andere bergtoppen staken als kleine eilandjes overal om hen heen boven het water uit.  Deze aanblik bood hoop voor het beproefde gezin van Noach. Iedereen in de ark leefde op. Nieuwe moed vervulde de harten. Na veertig dagen en nachten opende Noach het venster van de ark. Heel bijzonder! Veertig heeft betrekking op voorbereiding en verwachting. Tegelijkertijd ook op vasten, boetedoening en quarantaine.
Het kan niet anders of de tijd die het gezin van Noach in de ark doorbracht moet een tijd van diepe rouw zijn geweest. Ze hadden iedereen die zij ooit gekend hadden op een vreselijke manier aan de dood verloren. Bovendien waren de oordelen van de Heere in de vorm van de striemende regen en de kolkende golven zwaar te dragen. 
Noach liet een raaf uit het venster. Raven staan erom bekend dat zij op hooggelegen plaatsen voedsel kunnen vinden. De raaf vloog heen en weer, zij kwam steeds terug naar de ark tot de aarde droog was. Op een dag bleef zij weg. Toen de raaf niet meer terugkwam liet Noach een duif uit het raam. Vol spanning wachtte hij zijn hernieuwde onderzoek af! Duiven hebben een snelle, meestal rechtlijnige vlucht en zijn het christelijke symbool voor de Heilige Geest. De aarde was weer rein en puur. Maar de duif vond nog niets op aarde, en kwam  bij Noach terug. Er zat niets anders op dan nog een week te wachten. Zo gebeurde het. Na zeven dagen liet Noach de duif opnieuw los. Ze bleef de hele dag weg. De avond daalde toen de duif terugkeerde. Vol blijdschap zag Noach dat ze een jong olijfblad in haar snavel had!
Toen wist Noach dat het water op aarde opnieuw gedaald was. Weer gingen er zeven dagen voorbij voordat Noach de duif vrijliet. Deze keer kwam zij niet meer terug. In het zeshonderdste jaar van Noachs leven, op de eerste dag van de eerste maand, was het water van de aarde verdwenen. Noach maakte het dak van de ark open. Een ongelooflijk moment! 
Daar stond de vriend van God, en keek rond. Het was de zevenentwintigste dag van de tweede maand. De aarde was droog. Gods genade had de aarde hersteld. Zijn Goddelijke kracht had de aardbodem vernieuwt. Wat een God!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *