Nehemia 5 : 1 – 15

 Nehemia was als een wijs en dapper landvoogd alert en op zijn hoede tegen de aanvallen van de vijanden, hij was bovendien stoutmoedig en actief om de grieven in zijn eigen achterban te herstellen. Maar het was geen eenvoudige strijd waarvoor hij zich geplaatst zag. 

De tijden waren hard. Het koren was schaars, en er viel maar weinig regen. De ongunstige klimaatomstandigheden zorgden ervoor dat de kinderrijke gezinnen van de Judeeërs niet veel te eten hadden. Maar de cijns aan de koning moest betaald worden, en de Judeeërs hadden geen cent te makken. De mensen zagen zich genoodzaakt om geld te lenen om in de allernoodzakelijkste levensbehoeften te voorzien. In Babel was het lang niet iedereen gelukt om zich omhoog te werken, bovendien had de lange reis naar Jeruzalem ook geld gekost. Eenmaal in Jeruzalem gearriveerd, werd al het spaargeld van de mensen in de bouw van nieuwe huizen gestoken. De nieuwe inwoners van Jeruzalem hadden hun financiële draagkracht nog niet terug kunnen winnen. Ze zagen zich bovendien tegenover de Judese elite geplaatst, die hoge belastingen, pacht, en huur van hen eisten. Zodoende zagen de immigranten zich genoodzaakt om hun kinderen als slaven te verkopen. Ook onder de Judeeërs gebeurde er van alles wat het daglicht niet verdragen kon, er werden zelfs meisjes verkracht. Zachtjesaan ontaarde de integratie van de Babylonische Joden in een weerzinwekkende situatie die totaal niet in de lijn van Nehemia`s idealen lag. Nehemia werd woedend toen hij alle klachten van zijn arbeiders had aangehoord. Hoewel hij zijn hoofd en handen meer dan vol had aan de algemene bezigheid van het bouwen van de muur riep hij zijn mensen bij elkaar om een eind te maken aan de misstanden. Hij begreep dat het ernstige klachten waren, die niet zomaar van de hand gewezen konden worden. Nehemia begreep dat de stad – al zouden de muren van Jeruzalem nog zo hoog zijn, zo dik en zo sterk – niet veilig zouden zijn wanneer er zich misstanden binnen de muren afspeelden. In eerste instantie zei Nehemia niets ondoordachts. Voordat hij iemand bestrafte, overlegde hij bij zichzelf wat hij moest zeggen, en wanneer en hoe hij dat het beste kon doen. 

Nehemia besloot om de bestuurders en de elite van de stad aan te klagen. Hij zei dat ze zich moesten schamen voor de torenhoge rentes die ze de mensen voor een lening durfden te vragen.Hij wist precies waarover hij het had, want hij had eerst het volk bijeen geroepen om te getuigen tegen de onderdrukkingen en de afpersingen. Nehemia was woedend toen hij alle misstanden nauwkeurig op een rijtje had gezet. Hij rustte niet voordat hij de schuldigen verantwoordelijk gesteld had voor het kwaad dat ze aangericht hadden. In een scherp betoog overtuigde hij het stadsbestuur en schudde hij hun geweten wakker. Hij zei dat het ongehoord was dat ze zo hard waren voor hun eigen broeders. Ze waren zelf nog maar net verlost uit de handen van de heidense barbaren. Nehemia zei tegen het stadsbestuur dat ze  door de wonderlijke voorzienigheid van God verlost waren en dat alle moeite niet gedaan was om nieuw aangekomen broeders en zusters weer tot slaven te maken. Deze toestand was een smaad voor hun godsdienst en belijdenis. 

Nehemia kwam nu met een redelijke oplossing. Hij zei dat de Judeeërs ervoor moesten zorgen dat hun vijanden hen niet belachelijk konden maken. Vervolgens stelde hij voor om al het geld en het graan dat ze aan hun volksgenoten uitgeleend hadden niet meer terug te vragen. Bovendien wilde hij dat alle eerder gevorderde rente kwijtgescholden werd.Nehemia rustte niet voor de bestuurders van de stad beloofden dat ze zijn eisen in zouden willigen. 

Hij drong er bij de rijke Judeeërs vurig op aan om hun arme broeders nooit meer zulke harde voorwaarden te stellen. Vervolgens ontbood hij de priesters om hen te laten zweren dat zij zich aan deze belofte zouden houden. Toen schudde hij de zakken van zijn jas leeg en zei: “ Kijk, ik haal alles uit de zakken van mijn jas. Zo zal mijn God alles afpakken van de mensen die zich niet aan deze afspraak houden. Ze zullen voor straf hun bezittingen zelf kwijtraken. Hun huis, hun spullen, alles zullen ze verliezen! “  Er klonk een instemmend gemompel, hier en daar klonken kreten van instemming. “ Ja, zo zal het gebeuren! “ riepen ze met z’n allen. Ze eerden de Heere en iedereen deed zoals er tijdens de vergadering afgesproken was. Niemand minder dan de Elohim zelf zorgde ervoor dat er een goede grondslag gelegd werd voor de herbouw van de stad. Daar mocht Nehemia de uitvoerder van zijn. Een schitterende maar loodzware opdracht! 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *