Micha 6
We zijn in een nieuw gedeelte van het Bijbelboek Micha aangeland. De contouren van een rechtsgeding doemen op. De God van Israël doet Zijn vazalvolk een proces aan! Zoals het een professioneel rechter betaamt neemt Hij hierbij de gebruikelijke verbondsprocedure in acht.
- Er worden getuigen opgeroepen. ‘Sta op, laat de bergen uw rechtsgeding horen, laat de heuvels getuige zijn. Luister bergen, naar het pleidooi van de Heer. Hoor toe, onwrikbare fundamenten van de aarde! ‘( zie ook Deut. 32: 1 – 2 / Psalm 50: 1 – 6 ) roept Micha uit. Normaal gesproken riep de gezant van een opperheer in een rechtsgeding zijn goden aan. Hier neemt de God van Israël de wonderen van de natuur als getuigen van het uitroepen van de schuld van Zijn volk.
- De gedagvaarde partij wordt aan een verhoor onderworpen. De Heere heeft een geschil. Hij klaagt Israël aan. ‘Mijn volk, wat heb ik je misdaan? Waarmee heb ik je gekweld? Antwoord Mij! ‘ ( Micha 6: 3 – 4 ) zegt Jahweh.
- Er is sprake van een aanklacht. ‘Ik heb je uit de slavernij van Egypte weggeleid. Ik zond Mozes, Aäron en Mirjam om jullie de weg te wijzen; . ( Micha 6: 4 ) roept de Heere verontwaardigd uit.
Alles en iedereen moet horen dat de Heere een twist heeft met Zijn volk. God klaagt Zijn volk zodanig aan, dat iedereen ervan in kennis wordt gesteld. Gods hart is in liefde en medelijden over Zijn volk ontstoken, maar toch is Hij erg verontwaardigd. Ze waren met z`n allen tegen Hem in opstand gekomen, terwijl daar totaal geen reden toe was.
‘Mijn volk, wat heb Ik u gedaan? Getuig eerlijk of ik een harde Meester voor u was? Denk terug aan vroeger tijden. Denk terug aan Balak die de profeet Bileam u wilde laten vervloeken. ( Numeri 22: 11 ) zodat hij in staat zou zijn om u aan te vallen en weg te jagen! Ikzelf heb hem de zegen in de mond gelegd, zodat hij u geen kwaad toe kon wensen. “ Ik kan de Israëlieten niet vervloeken, want God heeft hen gezegend. Ik kan er evenmin voor zorgen dat het slecht met hen gaat! “ moest Bileam zeggen. Hij heeft u in Mijn Naam gezegend. Hij wilde één van u zijn! “ Ik wil dezelfde dood als het volk van God. Laat mij op dezelfde manier sterven als dat dappere volk! “ heeft hij gezegd. Weet u dat niet meer?”
‘ Bent u vergeten wat er tussen Sittim en Gilgal gebeurd is? Kent u de gerechtigheid van de Heere niet langer? Toen Ikzelf u van de laatste legerplaats buiten Kanaän tot in de eerste legerplaats binnen Kanaän gebracht heb? Bedenk hoe goed ik al die tijd voor jullie geweest ben! Of zijn jullie dat vergeten?’
Uit deze uitroepen kunnen wij concluderen hoe belangrijk het is om ten allen tijde de machtige daden van de Heere in herinnering te roepen. Door hieraan te denken zullen onze geest en onze ziel weerhouden worden van moedeloosheid, en uit een doodse geestestoestand teruggeroepen worden. Het zal ons hart vervrolijken, en onze dankbaarheid jegens God de Heere aanwakkeren. Wat een heerlijke uitwerking hebben de grote daden van God. Wij mogen ze nooit vergeten.
https://www.youtube.com/results?search_query=psalm+150+son+of+korah