Op weg naar Pasen ( 19 )

“ De hogepriester en het hele Sanhedrin probeerden een valse getuigenverklaring tegen Jezus te laten afleggen, op grond waarvan ze Hem ter dood zouden kunnen veroordelen. Maar ze vonden er geen, hoewel zich vele valse getuigen meldden Ten slotte meldden zich er twee die zeiden: “ Die man heeft gezegd: “ Ik kan de tempel van God afbreken en in drie dagen weer opbouwen. de hogepriester stond op en vroeg Hem: “ waarom antwoordt U niet? U hoort toch wat deze getuigen zeggen? Maar Jezus bleef zwijgen. “ Mattheüs 26 : 59 – 63  

Voor de glorie wachtte Jezus eerst het lijden ( 26 : 1 – 5 ) Er werd een complot voorbereid. Het Sanhedrin – de hoge raad – stapelt de ene na de andere overtreding op. Het proces tegen Jezus had al overdag plaats moeten vinden. Het werd overhaast uitgevoerd en er werden valse getuigen naar voren geschoven. Bovendien werd de aangeklaagde mishandeld ( 26 : 67 ). 

Jezus moest verschijnen om door het hele Sanhedrin gehoord te worden. Ze waren bijeengekomen in het huis van Kajafas. Het was allang besloten dat Jezus ter dood veroordeeld moest worden. Het enige probleem was dat er geen bewijs tegen Hem aan te voeren was om Zijn doodvonnis acceptabel te maken. In de nachtelijke bijeenkomst probeerde men niettemin om Jezus van allerlei onwettige handelingen of uitspraken te beschuldigen. Er moest een wettige reden gevonden worden om een gerechtelijke uitspraak te rechtvaardigen. Mattheüs noemde het feit dat er naar valse getuigen gezocht werd, terwijl de hoge raad een wettig getuigenis zocht. Ironische tegenstelling! 

Voor een rechtsgeldig getuigenis had je minstens twee getuigen nodig. ( Deut. 17 : 6 / 19 : 15 ) Als getuigen elkaar tegenspraken, dan was hun getuigenis ongeldig. Zo was het hier ( Matth. 14 : 56, 59 ) Bijzonder! Hoewel er dus vele getuigen optraden om hun woordje te doen, werd er geen enkele uitspraak door twee getuigen unaniem uitgesproken. 

Tenslotte traden er twee getuigen op die een Godslasterlijke uitspraak van Jezus naar voren brachten. Hij zou de tempel – de woonplaats van God – aangevallen hebben. Godslastering werd door de Joden ruim opgevat. ( vgl. Matth. 9 : 3 / 26 : 65 / Joh. 10 : 30 ) Maar ook deze twee mannen werden door Mattheüs terecht als valse getuigen gebrandmerkt omdat ze de uitspraak van Jezus niet terecht hebben weergegeven. Logisch, ze hadden er niets van begrepen. Het was waar dat Jezus over de bouw van een nieuwe tempel gesproken had, maar Hij had het over de Messiaanse tempel die door de Messias en Zijn gemeente tot stand gebracht zou worden. ( Matth. 21 : 42 / Matth. 12 : 6 / 16 : 18 ) 

Als profeet had Jezus ook de verwoesting van de oude tempel voorzegd. ( Matth. 23 : 38 / 24 : 2 ) Hij had bovendien de Joden uitgedaagd om de tempel van Zijn lichaam af te breken ( Joh. 2 : 19 – 22 ), van die uitspraak hadden ze ook niets begrepen. Nooit had Jezus gezegd dat Hij de tempel af zou breken en op zou bouwen. 

De beschuldigingen regenden als stenen op Jezus neer. Ze geselden al Zijn zuivere bedoelingen en Zijn inzet om zielen te redden kapot tot er niets van overbleef dan vuile aantijgingen. 

Maar Jezus zweeg. Hij zei niets terug. Daar stond de Messias, en zweeg. Hij hield Zijn mond, zweeg in alle talen. De man die Zijn mond opengedaan had om alle mensen tot het eeuwige geluk te nodigen, zweeg. Het zwijgen van Jezus werd door de Hogepriester niet als instemming opgevat, integendeel. Hij ergerde zich er vreselijk aan. Hoewel hij gewoon was om het Sanhedrin zittend te leiden, verhief hij zich uiterst geïrriteerd van zijn zetel en sprak Jezus ongeduldig aan. Maar Jezus bleef zwijgen. ( zie Jesaja 53 : 7 ) Toen Jezus bleef zwijgen bezwoer de hogepriester hem bij de levende God om de waarheid te spreken en stelde onder ede de brandende vraag die iedereen van het Sanhedrin kwelde. “ Bent U de Messias ? “ 

Nog nooit had het Sanhedrin de zekerheid gekregen over deze belangrijkste vraag. Ook niet bij de officiële afvaardiging in Matth. 21 : 23. 

De uitdrukking: “ Zoon van God “  geeft een nadere omschrijving van het begrip “ Messias “ , en wil volgens Oud- Testamentisch gebruik zeggen dat de Messias Zijn volmacht om te heersen dankt aan een bijzonder verbond, aan Zijn unieke relatie met God. ( Matth. 16 : 16 ) 

https://www.youtube.com/watch?v=svntcnFoMGU&t=442s