Mattheüs 14

Mattheüs 14 : 22 – 32

Jezus zei tegen de leerlingen dat ze naar de boot moesten gaan. Ze moesten alvast naar de overkant varen. Jezus zou later komen, Hij wilde eerst de mensen naar huis sturen. Toen iedereen weg was, ging Hij een berg op om te bidden. Hij was daar alleen.
Het werd nacht. De leerlingen waren al een stuk het meer op gevaren. Ze hadden tegenwind. De golven sloegen hard tegen de boot.
Aan het einde van de nacht liep Jezus over het water naar de boot. Toen de leerlingen Hem over het water zagen lopen, schrokken ze vreselijk. ze schreeuwden het uit van angst en riepen: “ een geest! “
Maar Jezus zei: “ rustig maar, Ik ben het. Jullie hoeven niet bang te zijn. “ Toen zei Petrus: “ Heer, als U het echt bent, zeg dan dat ik over het water naar U toe moet komen. “ Jezus zei: “ Kom naar Mij toe. “
Petrus stapte uit de boot. Hij liep over het water naar Jezus toe. Maar toen hij merkte hoe hard het waaide, werd hij bang. Hij zakte weg in het water en schreeuwde: “ Heer, redt mij! “ Meteen stak Jezus Zijn hand uit en greep Petrus vast. Hij zei: “ Waarom twijfel je? Is je geloof zo klein? “
Toen ze in de boot stapten, stopte het met waaien. De leerlingen in de boot knielden voor Jezus. Ze zeiden: “ U bent echt de Zoon van God. “

Jezus had de eenzaamheid gezocht. Hij was aan de oever van het meer gaan zitten. ( vs 1 ) Er kwam een grote mensenmenigte om Hem heen staan. In plaats van rustig te kunnen mediteren, kwam de Meester tussen duizenden mensen terecht. Hij ergerde zich niet, maar paste zich direct aan de omstandigheden aan. Hij ging in een boot zitten, om de mensen te kunnen onderwijzen. Hij sprak hen uitvoerig toe en vertelde gelijkenissen.
Zijn woorden over het Koninkrijk maakten duidelijk dat er bij het volk verschillende soorten ondergrond bestonden. ( Matth. 13 : 1 – 9 / 18 – 23 )
Zijn onderwijs in gelijkenissen beantwoordde aan deze constatering.
Maar het onderwijs van Jezus en het perspectief waaruit Hij sprak hadden niet alleen betrekking op Zijn tijd: Ook op die van ons. Het goede zaad zou in de wereld vrucht dragen. ( Matth. 13 : 24 – 30 ), het Koninkrijk zou krachtig groeien ( M13: 31 – 33 ), velen zouden er het meest waardevolle goed in herkennen. ( M13: 44 – 46 ), tot aan de dagen van het laatste oordeel ( M13: 47 – 50 ) toe.
Terwijl al deze gebeurtenissen zich voltrokken, vond er een catastrophe plaats: Johannes de Doper – die vanaf het begin de wegbereider van Jezus was geweest – vond de dood. Getroffen door rouw trok Jezus zich terug, maar een menigte van volgelingen wilde Hem niet met rust laten. Jezus nodigde hen ondanks Zijn verdriet uit voor een maaltijd. ( M14 : 13 – 21 )

Maar het verdriet om de dood van Johannes de Doper liet Jezus niet los. Hij trok Zich terug om tijdens de nacht, alleen, te bidden. ( M14 : 23 )
Hij dwong Zijn leerlingen om eerst in het schip te gaan, want voor dat zij weg waren weigerde het volk te vertrekken.
Toen Jezus de berg opgeklommen was om te bidden, waren de leerlingen midden op het meer aangeland. Ineens stak er een storm op. En Jezus was er niet.
De leerlingen ploeterden dapper verder. Ze zetten hun zeilen naar de wind en probeerden het land te bereiken.
Aan het eind van de nacht zagen ze door het schemerige morgenlicht een schim op hen afkomen, die dwars door wolkenflarden en schuim dichterbij kwam. Ze werden doodsbang en gaven grote schreeuwen van schrik.
Ze waren al doodmoe na een nacht roeien en laveren, en nu dit. Paniek!
Maar Jezus kwam vastbesloten dichterbij en maande hen tot kalmte, terwijl Hij hen verzekerde van het feit dat Hij het was.

Het moet Jezus intens vermoeid en teleurgesteld hebben dat Hij Zich constant moest bewijzen. Ook nu, zelfs tegenover degenen die Hem het meest dierbaar waren. Petrus riep: “ Heer, als U het bent, zeg mij dan dat ik over het water naar U toe moet komen. “
Toch liet Hij niets merken van enige ongeduld, of onbegrip. “ Kom “ zei Hij. En zo gebeurde het. Petrus klom over de rand van de boot en liep over de golven naar Jezus toe. En het wonder gebeurde. De zwaartekracht had geen enkele zeggenschap over Petrus, hij liep alsof het gewoon was, en hij vaste grond onder zijn voeten had.
Dat feit drong ineens tot hem door. De bulderende wind waaide en loeide om hem heen en beangstigde hem. Gelijk begon hij te zinken. In paniek riep hij om Jezus.
Jezus liet Petrus niet eerst kopje onder gaan. Hij pakte direct de hand van Zijn leerling stevig vast terwijl Hij vermanend zei: “ Jij kleingelovige, waarom heb je getwijfeld? “
Samen stapten ze in de boot. De wind ging liggen.
De discipelen ook. Ze bogen zich diep voor Jezus neer, en aanbaden Hem als de Zoon van God.

Het mag ons bemoedigen en troosten dat Jezus zo eindeloos veel geduld had met de mensen. Jezus!

One response to “Mattheüs 14

  1. Wow, wonderful blog structure! How lengthy have you ever been blogging for?

    you make blogging glance easy. The total look of your website is fantastic, let alone the content material!
    You can see similar here <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *