Marcus 2 : 13 – 17

Het optreden van Jezus begon met de aankondiging van het Koninkrijk van God, dat dichtbij gekomen was. ( 1 : 14 – 15 ) De Joden verwachtten de beslissende ingreep van God in de geschiedenis van Israël.
In het leven van bepaalde mensen die naar de woorden van Jezus luisterden vond een ingrijpende verandering plaats. ( 1 : 16 – 20 ) De Geest van God werkte zo diepgaand in hun hart dat zij gehoor gaven aan de radicale oproep van Jezus en alles verlieten om Hem te volgen. Jezus aankondiging: “ Ik zal vissers van mensen van jullie maken” onthulde hun toekomstige missie. 

Er vonden allerlei wonderen plaats. Demonen uitdrijvingen en genezingen. ( 1 : 21 – 34 ) Uitdrijving van onreine geesten volgden op de strijd die Jezus tegen de werkelijke vijand, de satan, leverde. ( 1 : 12, 13 ) Zijn optreden breidde zich uit tot heel Galilea. ( 1 : 35 – 39 ) De strijd die de Heere Jezus voerde was geen gewone menselijke strijd. Dat blijkt duidelijk uit de verwoede disputen die Zijn optreden steeds vergezelden. 

“ Jezus ging weer naar het meer. Er kwam een grote groep mensen naar Hem toe. Jezus gaf ze uitleg over God. Onderweg zag Hij Levi, de zoon van Alfeüs bij het tolhuis zitten. Jezus zei tegen hem: “ Kom, ga met Mij mee. “  Levi stond op en ging met Jezus mee. Later gingen Jezus en Zijn leerlingen eten bij Levi thuis. daar waren ook veel tollenaars en allerlei slechte mensen. Want er gingen steeds veel van ontspoorde zielen met Jezus mee. De wetsleraren die bij de farizeeën hoorden, zagen wat Jezus deed. Ze zeiden tegen de leerlingen: “ Jullie horen niet te eten met tollenaars en slechte mensen. “ Toen Jezus dat hoorde, zei Hij: “ Een dokter is er niet voor gezonde mensen, maar voor zieken. Met Mij is het net zo. Ik ben er niet voor goede mensen, maar Ik ben gekomen om aan slechte mensen het Goede Nieuws te vertellen. “ 

Jezus Christus preekte bij de zee, omdat daar meer ruimte was. Op het strand konden net zoveel mensen bij elkaar komen als er maar wilden. Jezus moet een heldere luide stem gehad hebben die Hij ook gebruikt heeft, anders had Hij nooit zoveel mensen kunnen aanspreken. Jezus riep Levi – ook wel Mattheüs genoemd – die een plaats had in het tolhuis dat in Kapernaüm stond. Hij woonde aan de waterkant en daarom zocht Jezus hem daar op. Waarschijnlijk was Mattheüs een losbandige verkwistende jongeman, anders zou hij als Jood nooit een tollenaar geworden zijn. Jezus riep hem op Hem te volgen. Bij Hem is er vergeving in overvloed voor elke zonde. Jezus bezit genoeg genade om iedereen heilig te maken. Mattheüs werd later een evangelist. Al zijn fouten en gebreken veranderden na zijn bekering  in uitmuntende gaven van verstand en genade. Nadat Jezus Mattheüs geroepen had nodigde die Hem uit om samen met Zijn discipelen een afscheidsmaaltijd te gebruiken die hij georganiseerd had voor zijn vrienden voordat hij zijn oude leven definitief achterliet. Levi nodigde iedereen die hij kende uit voor het diner. En Jezus was de belangrijkste Genodigde! Jezus nam de invitatie graag aan. 

Daar zat Jezus tussen allerlei mensen die zich schuldig maakten aan onderdrukking, afperserij, omkoperij en valse beschuldigingen. De Joden – die een enorme hekel hadden aan tollenaars en hun ambt, vonden het afschuwelijk, weerzinwekkend en aanstootgevend. Ze vonden dat Jezus de vrijheid van land en volk in gevaar bracht door zich in het openbaar met deze mensen in te laten. Maar Jezus gaf daar niets om. De Schriftgeleerden en Farizeeën ergerden zich wild. Er was geen haar op hun hoofd die eraan dacht om naar de Evangelieverkondiging van Jezus te komen luisteren. Ze vergaten dat ze misschien zelf ook weleens bekeerd zouden kunnen worden. Ze kwamen alleen maar even om het hoekje kijken om vast te stellen dat Hij Zich met allerlei tuig inliet. Omdat niemand van het Sanhedrin de euvele moed had om zich rechtstreeks tot Jezus te wenden, gingen ze naar Zijn leerlingen. Ze zeiden: “ Jullie horen niet te eten met tollenaars en slechte mensen. “ Jezus had het natuurlijk gehoord,  Hij weet alles. Rustig zei Hij : ‘ Een dokter is er niet voor gezonde, maar voor zieke mensen. Met Mij is het net zo. Ik ben er niet voor goede mensen, maar ik ben gekomen om aan slechte mensen het Goede Nieuws te vertellen.”