Lucas 7 : 18 – 23

Lucas 7 : 18 – 23

Van alle belangrijke zaken die de Heere ons wil leren gaat het hoofdzakelijk om de feiten over Christus. Het gaat erom of Hij Degene is Die komen zou, of dat wij iemand anders moeten verwachten. ( Lucas 7 : 19, 20 ) 

De Bijbel leert ons dat er een Zaligmaker komen zou, een Messias. ( Johannes 3 : 16 ) Christenen zijn er zeker van dat Hij zal doen wat Hij beloofd heeft. Als Jezus de beloofde Messias is, dan zullen wij Hem in ons hart als zodanig ontvangen. Tot dat tijdstip zullen leerlingen van Jezus  Hem blijven verwachten. Zo was het ook met Johannes de Doper. De groten van de Joodse kerk hadden de doop van Jezus meegemaakt maar Hem niet erkend. Ze hadden niets van de macht en grootheid bij Jezus gevonden waarover de profeten gesproken hadden en waarin men verwachtte dat de Messias zou verschijnen. 

Johannes hoorde van zijn leerlingen wat Jezus allemaal gedaan had. Hij riep twee van zijn leerlingen bij zich en stuurde hen naar de Heere toe met een brandende vraag: “ Bent U degene zou komen of moeten wij iemand anders verwachten? Jezus liet het aan Zijn werken over om Hem te prijzen. Terwijl de boodschappers van Johannes bij Hem waren deed Hij wonderbaarlijke genezingen. Hij maakte veel zieke mensen beter en stuurde kwade geesten weg. Hij zorgde ervoor dat blinde mensen konden zien. ( vs 21 ) 

Jezus deed allerlei genezingen zodat er geen redenen zouden overblijven om te denken dat Hij bezig was om de mensen te misleiden. Nadat Hij dat gedaan had, stuurde Jezus de gezanten van Johannes de Doper – die nu getuigen waren geworden – terug naar hun meester met de boodschap: “ Zeg tegen Johannes wat jullie gehoord en gezien hebben. Blinden kunnen weer zien, verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden genezen en doven kunnen weer horen. Doden worden opgewekt en aan armen wordt het Goede Nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is de mens die geen aanstoot aan Mij neemt. “ Met deze laatste woorden bedoelde Jezus te zeggen: degene die zijn geloof niet opgeeft.

Door alles wat Jezus deed was duidelijk gebleken dat Hij aan de wonderen in het rijk van de natuur wonderen in het rijk van de genade toegevoegd had. ( vs 22 ) Er was werkelijk niemand op aarde die een vollediger antwoord bood aan de beschrijving die de profeten over Hem hadden gedaan in het Oude Testament. 

De opvoeding van Jezus in Nazareth, zijn wonen in Galilea, de nederige afkomst van Zijn familie, Zijn armoede en de eenvoudige komaf van Zijn volgelingen – deze en andere zaken waren voor veel mensen struikelblokken waar ze niet doorheen konden kijken. 

Daar zat een boodschap achter, want die mens is zalig, wijs, nederig en welgezind te noemen die zich door dergelijke vooroordelen niet van de wijs laat brengen. Dat zijn de mensen die de Schat in de  akker weten te vinden, en de Parel van grote waarde. ( Matth. 13 : 44, 45 ) ( Alle bijbelvertalingen, MH ) 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *