Lucas 22 : 23 – 30

“ Toen begonnen de leerlingen aan elkaar te vragen wie dat zou kunnen zijn. Daarna kregen de leerlingen ruzie over de vraag wie van hen de belangrijkste was. Jezus zei: “  Koningen heersen over hun volk. En machthebbers willen dat iedereen hen dankt voor hun goedheid. Maar zo mag het bij jullie niet gaan. Want de belangrijkste moet zich gedragen alsof hij de minst belangrijke is. Als iemand een leider wil zijn, moet hij alle anderen dienen. Want wie is belangrijker: de man die aan tafel zit of de man die hem eten brengt? De man die aan tafel zit natuurlijk. Maar Ik ben juist bij jullie gekomen als een dienaar. Jullie zijn steeds bij mij gebleven als Ik het moeilijk had. Daarom zal Ik koningen van jullie maken, zoals Mijn Vader dat ook met Mij gedaan heeft. In de nieuwe wereld mogen jullie eten en drinken bij Mij aan tafel. Jullie zullen op twaalf tronen zitten en rechtspreken over heel Israël.” ( Lucas 22 : 23 – 30 ) 

Jezus was steeds de Meester die onderwees. De dreigende aanwezigheid van de religieuze gezagsdragers ( Luc. 20 : 1 , 19, 20 ) hulde Zijn woorden vaak in een sfeer van dreiging en conflict. In de eerste plaats stond de herkomst van Jezus` gezag altijd ter discussie. ( 20 : 1 – 8 ) Maar er waren nog ontelbaar veel andere twistpunten. ( 20 : 20 – 40 ). De debatten gingen net zo lang door tot Jezus duidelijk vanuit de Schriften het gezag van de Messias verklaarde. ( 20 : 41 – 44 ) Iedereen die zijn religieuze macht misbruikte voor eigen doeleinden zou buiten het koninkrijk van God gesloten worden. ( 20 : 45 – 21 : 4 ) en veroordeeld. ( 21 : 5 – 38 ) 

De methoden van de leiders van het volk kwamen duidelijk aan het licht. Ze ondervroegen de Heere Jezus onafgebroken om Hem in de ogen van het volk in diskrediet te brengen. Het ironische van de hele situatie was dat – terwijl zij Zijn gezag in twijfel trokken – hun eigen gezag aan de kaak werd gesteld. ( 20 : 7, 19, 26, 40 ) 

Zoals gewoonlijk weigerde Jezus om direct vragen te antwoorden. In plaats daarvan  vertelde Hij een gelijkenis. ( 20 : 21 – 26 ) Begrijpelijk dat de haat van de farizeeën en schriftgeleerden steeds groter werd, ze konden steeds niets tegen Zijn woorden inbrengen.  Hun geestelijke autoriteit werd in diskrediet gebracht, en ze waren bang dat die als sneeuw voor de zon zou verdwijnen. Hadden ze in Hem maar de Zoon van God erkend, dan waren ze al hun boosheid kwijtgeraakt. 

Maar niet alleen zij, de leerlingen van Jezus worstelden met eenzelfde soort probleem. Hoewel zij in het koninkrijk van Gods nieuwe wereld geloofden, hadden ze ook veel zorgen over hun positie in dat rijk. Het was een verdrietige zaak dat ze zelfs na het laatste avondmaal en na het gesprek over het verraad van Judas, nog ruzie met elkaar zochten. Hoewel ze zich oprecht afgevraagd hadden of ze in staat waren om hun Meester te verraden, beseften ze niet dat ze juist door hun zonde verraad pleegden.  

Op een zachtmoedige manier liet de Heere Jezus hen zien waar ze mee bezig waren. Hij vertelde het verhaal over het dienend leiderschap. Zijn leerlingen mochten niet naar wereldse eer en grootheid streven omdat er een veel hogere eer voor hen weggelegd was. Een koninkrijk, een feestmaal en een kroon waarin zij allemaal in gelijke mate zouden delen. 

Jezus prees Zijn leerlingen voor hun trouw aan Hem. Ze konden Hem maar weinig hulp bieden, maar desalniettemin heeft Hij het zeer gewaardeerd dat ze bij Hem gebleven waren en Hij erkende hen omdat Hij hun hart daarachter zag. God de Vader had Zijn Zoon een koninkrijk onder de mensen gegeven, dat was de kerk van het Evangelie. Dit Koninkrijk had Hij voor Zijn leerlingen bestemd. Zij waren Zijn opvolgers in de bediening van het Evangelie. Dit was de eer die Hij voor hen weggelegd had. Zij zouden deelhebben aan de vreugden en genoegens die het loon waren van Zijn dienst en Zijn lijden. 

“ Wie overwint, zal samen met Mij op Mijn troon zitten, net zoals Ik Zelf overwonnen heb, en samen met Mijn Vader op Zijn troon zit. “ (Openbaringen 3 : 21 ) Deze belofte heeft Johannes later opgeschreven met als doel de gelovigen nieuwe ijver en kracht voor de geestelijke strijd te geven, en als overwinnaars te eindigen. De Heere Jezus heeft veel verzoekingen en strijd ondervonden. Hij heeft ze allemaal overwonnen en is meer dan overwinnaar geweest. Wie aan Hem gelijk worden in Zijn beproevingen, en overwinningen, zullen ook aan Hem gelijk worden gemaakt in Zijn heerlijkheid. 

One response to “Lucas 22 : 23 – 30

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *