Lucas 2 : 36 – 40

Simeon was uitgezongen en gaf de baby over aan zijn moeder. Dat had hij nog maar net gedaan toen er een vrouw naar voren stapte, een zekere Anna. Ze was een dochter van Fanuel, haar naam betekent begenadigde. Anna kwam uit de stam van Aser uit Galilea, ze was al jaren weduwe. Haar man was zeven jaar na haar huwelijk overleden. Anna was nooit hertrouwd maar ze had al haar aandacht en liefde aan de Elohim gegeven. Er was geen trouwer Godvrezend iemand denkbaar dan Anna. Sommige verklaarders denken dat ze haar woning in de voorhoven van de tempel had. Als er een goed werk gedaan moest worden dan was ze altijd bereid om daaraan mee te doen. Anna gaf zich helemaal aan haar gebeden en aan allerlei godsdienstoefeningen. Ze diende God en was altijd in de weer om Hem met vasten en bidden nader te komen. Op die manier was ze een vertrouwd gezicht geworden in de tempel. Anna kende natuurlijk alle verhalen en profetieën over de komst van de Messias. Elke dag ging ze naar de tempel, maar ze had er geen idee van dat de Elohim haar trouwe wachten met de komst van de Messias zou belonen. 

Op de dag dat Jozef en Maria hun eerstgeboren Zoon in de tempel voor kwamen stellen, leidde de Heere ook Anna de tempel in. Ze zag het blijde tafereel van Simeon met het Kind Jezus in Zijn armen aan en liep er direct naartoe. Ze dankte God net zo innig als Simeon voor alles wat Hij voor haar gedaan had! Daarna vertelde ze over de Messias tegen alle mensen die hoopten op de bevrijding van Jeruzalem. Omdat Anna ontvankelijk voor de leiding van de Heilige Geest was geweest zorgde de Elohim ervoor dat ze op het juiste moment op de juiste plaats kwam. Ze wist dat Jeruzalem de plaats was waar de glorierijke verlossing van God Zich zou openbaren. ( Handelingen 2 : 1 – 13 / Openbaringen 21 : 1 – 5  / Jesaja 60 ) Doordat Anna steeds over de grote wonderen van God praatte, vervulde ze de profetie al dat het woord van het Evangelie vanuit Jeruzalem uit zou gaan om uiteindelijk de hele wereld te bereiken. Dat was geweldig mooi. 

En zo zorgde de Vader in de hemel ervoor dat Zijn Zoon op de juiste plek, op de juiste tijd en door de juiste mensen verheerlijkt werd! Niets gebeurde zomaar, alles was met grote liefde en aandacht voorbereid. Jozef en Maria werden gesterkt door alles wat er gebeurde. Opgewekt en dankbaar voor de bewijzen van Goddelijke trouw verlieten ze het tempelcomplex en begonnen ze hun reis naar huis. Ze hadden alle verplichtingen en rituele handelingen overeenkomstig de Wet verricht en keerden terug naar Galilea, naar hun woonplaats Nazaret. 

Het Kind Jezus groeide op, werd sterk en was begiftigd met wijsheid. De genade van God rustte op Hem. Hij was zeer bemind en genoot in hoge mate de gunst van God. Door de Geest van God werd Zijn menselijke ziel met buitengewone wijsheid bekrachtigd. 

( SB, MH, de Bijbel in gewone taal )

 

3 responses to “Lucas 2 : 36 – 40

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *