Lucas 15 : 1 – 2

Alle tollenaars en zondaars kwamen naar Jezus luisteren. De farizeeën en wetsleraren klaagden daarover. Ze zeiden: “Jezus gaat om met slechte mensen, en Hij eet zelfs met ze! “

Jezus was een bijzondere man. Niet dat Hij er bijzonder uitzag, daarover zegt het Nieuwe Testament ons niets. Maar Hij had een pure Geest, zonder zonde. Jezus, de Zondeloze bleef niet bij uitstek in de tempel, de plaats waar Jahweh aanbeden werd. Jezus ging uit naar zondaren, Hij vond er Zijn werkterrein, meer dan in de tempel. Jezus ging met de ‘ outcasts ‘ van de toenmalige samenleving om. Dat riep veel misnoegen op, en zorde voor afkeurende reacties bij de farizeeën en schriftgeleerden. Lucas zegt dat ze daarover mopperden. Herhaaldelijk maakte ze onder elkaar hun misnoegen duidelijk, ze vonden het afkeurenswaardig. Als reden voor hun kritiek voerden ze aan dat Hij zondaren ontving en met hen de maaltijd gebruikte. Hij gaf er niets om dat dat niet gangbaar was binnen de godsdienstige elite van Jeruzalem. Jezus ontving zondaren als gasten, dat was nog wel het ergste. Dat betekende dat Hij een soort vertrouwelijke relatie met hen had. Om hun verachting voor de Heere Jezus tot uitdrukking te brengen noemden de farizeeën en schriftgeleerden Hem ‘ deze ‘ . 

Terwijl hele scharen tollenaren en zondaren zich bewust werden van hun fouten en zonden, werden de farizeeën woedend op Jezus wanneer Hij kritiek op hen had. Ze waren boos dat aan tollenaren en heidenen de genademiddelen gegeven werden en dat juist zij werden aangemoedigd om te hopen op vergeving van zonden. Hoe kon een mens dat zomaar zeggen? Daar begrepen ze niets van en ze verwierpen de Meester. Ze dachten dat het niet in overeenstemming was met de waardigheid van Zijn karakter om zo vertrouwelijk met zulke slechte mensen om te gaan, en samen met hen te eten. 

Maar Jezus rechtvaardigde Zich hierin, door te laten zien dat hoe slechter deze mensen waren, dit des te meer zou strekken tot eer van God. De hemel zou harder juichen om één zondaar die zich tot God zou bekeren, dan over alle rechtvaardigen bij elkaar, die dachten dat ze geen bekering nodig hadden. Jezus had liever dat tollenaars en zondaars in de hemel een goed leven zouden leiden. Hij beleefde meer vreugde aan gezaligde zondaren dan aan mensen die niet begrepen dat ook de kleinste zonde hen de dood waardig maakte. 

We zijn allemaal zondaren. De ene zonde is in Gods ogen niet minder ernstig dan de andere. Hij keurt ze allemaal af, en wil ons helpen om een goed leven te leiden, in afhankelijkheid van Hem. Wie met Jezus leeft, die weet er iets van hoe groot het lijden was dat Hij voor ons geleden heeft. Daarom laat je je heiligen. Betekent dit dat een heilige nooit meer een aanstoot kan zijn in de ogen van iemand anders? Nee, dat betekent het niet. Kijk maar naar Jezus. 

Een heilige leeft zo, dat  God in de hemel zich over hem of haar verheugt. ( Zefanja 3 : 17 ) “ De Heere, uw God is in het midden van u, een Held die verlossen zal. Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap, Hij zal zwijgen in Zijn liefde, Hij zal Zich over u verheugen met gejuich.” 

 

One response to “Lucas 15 : 1 – 2

  1. You are truly a good webmaster. The website loading velocity is amazing.
    It sort of feels that you’re doing any distinctive trick.
    In addition, the contents are masterpiece. you have done a magnificent
    activity in this matter! Similar here: <a href="[Link deleted]online and also here: <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *