Lucas 12 : 32 – 42

Verkoop je bezittingen en geef aalmoezen. Maak voor jezelf een geldbuidel die niet verslijt, een schat in de hemel die niet opraakt, waar een dief niet komen kan, en die door geen mot kan worden aangevreten. Waar jullie schat is, daar zal ook jullie hart zijn. 

Sta klaar, doe je gordel om, en houd de lampen brandende. en wees als knechten die op hun heer wachten wanneer hij terugkomt van een bruiloft, zodat ze direct voor hem opendoen wanneer hij aanklopt. Gelukkig de knechten die de heer bij zijn komst wakend aantreft. Ik verzeker jullie: ‘ hij zal zijn gordel omdoen, hen aan tafel nodigen en hen bedienen. Gelukkig degenen die hij zo aantreft, ook al komt hij midden in de nacht, of kort voor het aanbreken van de dag. Besef wel: als de heer des huizes had geweten op welk uur de dief komen zou, dan zou hij niet in zijn huis hebben laten inbreken. Ook jullie moeten klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip dat je het niet verwacht. ‘ 

Petrus vroeg: “ Heer, is deze gelijkenis alleen voor ons bedoeld, of voor iedereen? “
De Heer antwoordde: ‘ Wie is die betrouwbare en verstandige rentmeester die de heer zal aanstellen over zijn knechten om hun op tijd het eten te geven dat hen toekomt? Gelukkig de dienaar die daarmee bezig is wanneer zijn heer komt. ‘ 

De Heere Jezus genas zieken, wekte doden op, maar ging ook in gesprek met de mensen om Hem heen. Hij had openlijk veel kritiek op de farizeeën. Zijn kritiek breidde Hij uit, terwijl Hij de menigte toesprak die zich rondom Hem heen had verzameld. Iedere aanwezige werd aangespoord om zich zonder angst voor de Mensenzoon uit te spreken. Dat deed Hij niet alleen omdat de opstelling van ieder mens uiteindelijk bekend zal worden, maar ook omdat de Hemelse Vader zorg zou dragen voor de Zijnen. ( 12 : 1 – 13 ) 

Onverwachts werd Jezus in Zijn betoog onderbroken. Er werd Hem een vraag over een erfenis gesteld. Jezus antwoordde de vraagsteller met een gelijkenis, die een verband legde tussen bovenstaand motief, en het verlangen naar bezit. Wie zijn toekomst op zijn rijkdommen baseert, en zich niets gelegen laat liggen aan het koninkrijk van God, is dwaas. ( 12 : 13 – 21 ) 

Jezelf zorgen maken om de toekomst, geeft geen enkele garantie dat er geen moeilijkheden op je pad zullen komen. Daar staat tegenover dat de leerlingen die het Koninkrijk van God hebben ontvangen een onuitsprekelijke rijkdom bezitten. Het is een schat die hen vrijwaart van bezorgdheid, en bovendien de vrijheid geeft om vrijgevig te zijn en om de Heere God te dienen. ( 12 : 22 – 34 ) Verder – zo maande Jezus – moesten Zijn leerlingen zorg dragen voor de dienst die aan hen was toevertrouwd. Ze moesten zijn zoals de knechten die op de terugkomst van hun heer wachtten, en ondertussen hun lampen brandende hielden. ( 12 : 35 – 38 ) 

Dat verwachten van die knechten hield ook wel een beetje angst en beven in overigens, want ze moesten op hun heer wachten zoals je op een dief wacht. ( vs 39 – 40 ) Jezus noemde daarnaast nog het voorbeeld van de trouwe rentmeester die de zaken van zijn meester regelt wanneer deze afwezig was. ( 12 : 41 – 48 ) 

Maar hoewel veel mensen tot waakzaamheid opgeroepen werden, reageerde niet iedereen op dezelfde manier. ( 12 : 49 – 53 ). Veel mensen waren niet in staat om te onderscheiden Wie Jezus was, en waar Hij voor stond. Anders waren ze tot inkeer gekomen, en hadden ze vruchten gedragen. 

De oproep om het Koninkrijk van God te zoeken, ging gepaard met de verzekering dat de leerlingen hun doel ook zouden bereiken. Die verzekering van Jezus` kant hadden Zijn leerlingen ook broodnodig, omdat in de praktijk zou blijken dat ze maar met een gering aantal zouden zijn. Het zou om een kleine kudde gaan, die in de haar vijandige gezinde wereld de moed zomaar zou kunnen verliezen, en het opgeven. De schapen van de kudde zouden zich angst kunnen laten inboezemen door bedreigingen ( Lucas 10 : 3 , Handelingen 20 : 29, Zach. 13 : 7) 

Het afstand doen van je bezittingen om er andere mensen in te laten delen is een gevolg van het vertrouwen op God. Wie op de Heere vertrouwt voor zijn eigen lot en leven, is vrij, kan zich op andere mensen richten, en hun nood lenigen, hen helpen en bijstaan. Veel aardse bezittingen geven ook veel zorgen. Die zorgen kunnen je afhouden van het zoeken van de dingen die eeuwigheidswaarde hebben. Aardse rijkdom kan onze ziel niet redden van de dood. maar geestelijke rijkdom wel. Ons hart is de plaats waar onze emoties, verlangens, en doelen zich nestelen. Ons hart is een zuivere indicatie van de zaken die wij het belangrijkst vinden. Jezus stelde dat er geen tussenweg is. Je bent gericht op het Koninkrijk van God, of op je eigen koninkrijk. 

Nadat Jezus dit allemaal had uitgelegd aan Zijn aandachtige luisteraars, ging Hij verder. Hij had het nu over waakzaamheid en trouw. Wie zijn lamp aanheeft, is bereid op wat komen gaat. Wie in het oude Oosten zijn bovenkleed optrok, stond gereed om op reis te gaan. Uit het vervolg van Jezus` woorden zou blijken dat Hij deze aspecten noemde met betrekking tot de komst van Zijn koninkrijk en de wederkomst van de Heere Jezus. 

Het dienstbetoon van de heer des huizes, waarover Jezus het had was natuurlijk heel ongewoon. Slaven worden geacht om hun meester te dienen, niet andersom. Het beeld is overduidelijk, de Heere Jezus had Zichzelf op het oog. Hij was degene die mensen die in Hem geloofden en alles voor Hem overhadden, bediende door hen Zijn leven te geven. Maar dat dienen van Jezus was niet zo eenvoudig als het lijkt. Leerlingen van Jezus moeten eigenlijk altijd bezig zijn in Zijn dienst. Zoals de Heer in de eerste, tweede, derde of zelfs vierde nachtwake terug zou kunnen komen, zo kan Hij ook op elk willekeurig moment terugkomen op de wolken van de hemel. Dan zullen wij door Hem gevonden worden. Het is de cruciale vraag waarmee wij dan bezig zullen zijn. Wie bezig is met het dienen van Hem, die zal dan door Hem geprezen worden als een goede en trouwe dienstknecht. 

Het kan lang duren, voordat de Heere Jezus terugkomt. Hij wil dat wij Hem altijd verwachten, en altijd waakzaam zijn. Jezus vergeleek dit waakzaam zijn met een heer die niet wil dat de muur van zijn huis kapot gemaakt wordt door dieven en inbrekers. 

Jezus zocht trouwe en verstandige leerlingen, die begrepen wat er moest gebeuren om de verantwoordelijkheden in Zijn koninkrijk te dragen. Hij deelde gaven en talenten uit, en verwachtte van Zijn leerlingen dat zij daarmee zouden woekeren. Trouwe slaven in dienst van Hem zou Hij belonen. Zo is het nog steeds.

4 responses to “Lucas 12 : 32 – 42

  1. You’re in point of fact a good webmaster.
    This website loading speed is incredible. It kind of feels that you’re doing any unique trick.

    Also, the contents are masterwork. you have performed a
    wonderful activity on this topic! Similar here: <a href="[Link deleted]online
    and also here: <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *