Köln is met zijn 1085.664 inwoners de op één na grootste stad van Duitsland, een echte metropool. De geschiedenis van de stad begon meer dan 2000 jaar geleden. Köln speelde al vanaf de middeleeuwen een belangrijke rol in de politiek. De stad is beroemd geworden door zijn rijke geschiedenis en om het prachtige culturele en architecturale erfgoed dat er zich bevindt. Dan zijn er nog een aantal grote internationale evenementen zoals de handelsbeurzen en Köln bezit één van de oudste universiteiten van Duitsland.
Door de corona-crisis kan onze geplande vakantieweek in Duitsland niet doorgaan. Dat vinden we jammer maar we besluiten om een alternatieve invulling aan onze vakantieweek te geven. We settelen ons een paar dagen in het zuiden van Limburg en genieten daar van het prachtige glooiende landschap. Een dag naar Köln kan! Ons reisdoel is de prachtige Gotische kathedraal, de Kölner Dom. Zij is de grootste kathedraal in Duitsland. De Kölner zien de kathedraal als een getuigenis, voor buitenstaanders een kunstzinnige mogelijkheid om het christelijk geloof beter te leren kennen. Interessant! We lopen de enorme kerk binnen en worden verwelkomd door paters en nonnen in mooie donkerrode capes met mondkapjes op. Er zijn helaas geen audiotours te huur. Voor de rondleiding van 11 uur is het te laat, en voor die van half vier nog veel te vroeg. We besluiten om een informatieboekje te kopen en gaan op ontdekkingstocht. Als eerste vallen ons de vijf ramen in de noordelijke zijbeuk op. Het is apart om te zien hoe allerlei passietaferelen zich afwisselen met Bijbelse schilderingen. In de prachtige glas in lood ramen zien we Maria, maar ook Petrus en de Heere Jezus die als de wortel van Jesse wordt aangeduid. De aanbidding van de herders en van de drie heilige koningen wisselen zich af met een afbeelding van Joris die de draak verslaat. Het is wel duidelijk dat de middeleeuwers hun bijgeloof en Bijbelse waarden en normen door elkaar gehaald hebben!
Ik kan het niet laten om één van de roodgeklede nonnen te vragen of ze echt gelooft dat de drie heilige koningen zich in het Schrein bevinden. Ze kijkt me even aan, lacht met haar ogen en zegt: “ ach, die Gebeine sind etwas so alt wie die drei Könige waren, sie trugen jedoch sehr einfache Kleider. “ Ze gelooft er dus niet zoveel van!
Aan de noordzijde van de kerk zien we een heel bijzonder sacramentsaltaaruit 1350 staan. In dit altaar zien we een tabernakel uitgebeeld. Het kostbare geheel stamt uit het voormalig klooster van de Franciscanessen en werd in 1811 naar de Dom gebracht. Bij een rondgang door een kathedraal vraag je je voortdurend af hoe de mensen van die tijd kans gezien hebben om de loodzware beelden en stenen op de bestemde plaats te krijgen.
Allerlei kapelletjes en grafstenen geven namen van belangrijke geestelijken of rijke burgers aan. levens die vervlogen zijn en waarvan slechts de herinneringen in bijna vergane inscripties blijven bestaan.
We slenteren wat rond. Onwillekeurig geraakt door de uitdrukking op de gezichten van de kleine figuurtjes in houtsnijwerk. Ik zie de kruisiging van de Heere Jezus in hout, en de dood van Simson.
De grote beeldengallerij die de hele kathedraal van de ingang tot aan het eind van de kerk bevolken beginnen bij Adam en Eva en geven de belangrijkste Bijbelse personages weer. Ik kan me voorstellen dat deze beelden de mensen een indruk van het bijbehorende verhaal gegeven hebben. Het is jammer dat ze er voor zijn neergeknield, maar verder waren het toch prachtige visuele weergaven voor mensen die veelal niet konden lezen of schrijven.
Plotseling begint er een mis. De priester vertelt de mensen over de crisis, en de somberheid die de mondkapjesplicht en de restricties met zich meebrengen. Vervolgens vertelt hij over de maagd Maria die de boodschap van Gabriël ontving. Ze begreep er niets van en toch geloofde ze en gaf ze zich over aan de wil van God. Zoals Maria moeten wij ook zijn, zegt de priester. Ik vind het altijd weer een wonder dat de Bijbel een stem heeft die overal licht en leven brengen kan. Als het Onze Vader klinkt, bidden we zachtjes mee.
We verlaten de Dom en lopen de straatjes rondom de grote kathedraal in. Overal weer andere kerken. Een mooie Evangelische Kirche. Binnen bevindt zich een grafsteen met de jaartallen van de twee wereldoorlogen. Naast de inscripties een opschrift: “ Vater, vergib.” Ik vraag eens na waar deze inscriptie en grafsteen vandaan komen. Een oude vicaris vertelt me dat deze “ Gedenkstätte “ opgericht is in samenerking met een kerk in Canterburry. In Engeland hebben de Duitsers grote bombardementen uitgevoerd. In Canterburry was een geestelijke gemeenschap die Duitsland zijn misdaden vergaf, en dat openlijk naar hen uitgesproken heeft. Daar komt deze Gedenkstätte vandaan. Indrukwekkend!
Veel Duitsers lijden onder de altijd durende schuld, die de twee wereldoorlogen hen gegeven hebben. Een vrouw vertelt mij dat ze op de lagere school al hoorde dat ze schuldig waren, ook al begreep ze daar niets van. “ GÜLTIG!” zegt ze nog eens. Ik knik. Het is maar weer eens een voorbeeld van het nutteloze lijden dat een oorlog met zich meebrengt.
“ Wir lieben Deutschland, und die Deutschen “ zeg ik. Een lach breekt door op een gegroefd gezicht. Het ontroert me.