Betlehem ligt ongeveer acht kilometer ten zuiden van Jeruzalem. Herodes de Grote had dankzij de hulp van Rome het bewind van de Hasmoneeën omvergeworpen. In 37 voor Christus nam hij Jeruzalem in. Een dappere krijgsdaad! De Romeinse senaat had zijn wapenfeiten gehonoreerd en hem in het jaar 40 tot koning benoemd. Hoewel zijn koninkrijk verbonden was met Rome, was het onafhankelijk. Ongeveer zes jaar voor onze jaartelling begon werd in zijn rijk de Heere Jezus Christus geboren.
Op een dag trok een oosterse karavaan de heilige stad binnen. Het was een groep magiërs.Wijzen die zich bezighielden met allerlei wetenschappen waaronder de astronomie. Onwillekeurig denken we terug aan de wijzen die Babel bevolkten in de tijd dat Daniël leefde. ( Dan. 2: 2, 10 ) Stonden deze magiërs in contact met Joden uit de diaspora? Hebben zij de overlevering gehoord? Wisten zij van de komst van de Messias? Dat lijkt aannemelijk. De kanttekeningen van de Bijbel noemen een verwijzing naar Numeri 24: 17 waar de profeet Bileam reeds profeteerde over de komst van deze Messias. Hij noemde de ster ook al. Heel bijzonder dat heidense volken profeteerden over de tekenen van Hem die eens opnieuw verschijnen zal! Nog bijzonderder dat de Heere hen verkoos boven godgeleerden uit de Joden, Zijn eigen volk. Je ziet er Gods Zendingsdrang achter.
De wijzen ontdekten de bijzondere ster opnieuw. Hun opwinding over deze ontdekking zorgde ervoor dat de lange reis begonnen werd die hen de ontknoping van het raadsel zou opleveren.
“ Waar is de geboren Koning van de Joden?” vroegen ze in Jeruzalem. Ze verkeerden in de veronderstelling dat iedereen in feeststemming zou zijn nu er een koning geboren was.
“ We hebben Zijn ster zien opgaan, en zijn gekomen om Hem eer te bewijzen! “ verklaarden de magiërs
De hemelen hadden Zijn eer verkondigd, en het uitspansel het Werk van Gods handen verklaard! De nacht aan nacht had wetenschap getoond. Daar hebben de magiërs het met elkaar over gehad. De dag zei het voort aan de dag die kwam en de nacht vertelde het voort aan de volgende nacht! ( psalm 19 : 1-2 )
De magiërs werden het paleis van Herodes binnengeleid. Daar aangekomen zorgden ze voor een enorme opschudding. Herodes was een doodsbange persoonlijkheid. Aan het eind van zijn bewind liet hij verschillende leden van zijn familie executeren. Hij verdacht iedereen van het smeden van complotten. Dagelijks werden er mensen vermoord in duistere binnenkamertjes. De nauwe steegjes van Jeruzalem zagen meer dan eens het bloed van een haastige sluipmoord! Een web van intrige en verraad omgaf het regiem van Herodes.
Nu dit vreselijke bericht. Koning Herodes verbleekte. Heel Jeruzalem raakte in opperste staat van opwinding. ( Mat. 2: 3 ) Onverwijld werden alle hogepriesters en schriftgeleerden samengeroepen. Zij moesten antwoord geven op de prangende vraag waar de nieuwgeboren koning zich zou kunnen bevinden. Wat hadden de profeten in de heilige boeken geschreven, geproclameerd en nagelaten? Na de ballingschap vervulden schriftgeleerden de functie van secretaris of boekhouder. Zij waren de onderwijzers en specialisten in de interpretatie en toepassing van Bijbelteksten. Bovendien waren zij de bewakers van de traditie. Samen met de hogepriesters vormden ze de leidende religieuze klasse in Jeruzalem. Zij moesten het raadsel kunnen ontknopen en de nodige informatie kunnen verstrekken.
Koninklijke en politieke dimensies waren doorslaggevend voor het beeld dat de Joden in die tijd van de Messias hadden ( Mat. 21: 8 – 9 ) Áls het nieuws van de magiërs waar bleek te zijn, dan zou het koningshuis van David hersteld worden. Vrede en welvaart zouden verzekerd zijn! Israël zou temidden van de omringende heidenvolken als een feniks uit de as oprijzen en van al het oude zeer verlost worden.Het antwoord op deze vragen kon niet snel genoeg gevonden worden! Alle boekrollen werden tevoorschijn gehaald en intens bestudeerd.
De boekrol van de profeet Micha gaf het antwoord. “ De geboren Koning moet Zich in Betlehem bevinden!” Zeiden de schriftgeleerden. “ Want zo staat het beschreven door de profeet. “En jij Betlehem in het land van Juda bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda. Want uit jou komt een leider voort die Mijn volk Israël hoeden zal.” ( Micha 5: 1 / 2 Sam. 5: 2 )
Herodes wist genoeg! In het geheim liet hij de magiërs bij zich komen om zich tot in alle details te laten informeren over de exacte tijd waarop de ster aan het firnament verschenen was. “ Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het Kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt. Ik zal het Kind dan kunnen bezoeken om het eer te bewijzen.” antwoordde hij de magiërs listig.
De wijze mannen hoorden het relaas van de koning aan. Opnieuw gingen ze op weg. Zodra de nieuwe nacht viel verscheen de ster, en ging hen voor totdat zij bij de plaats kwamen waar het Kind Zich bevond.
Diepe vreugde vervulde de harten van de magiërs. Ze gingen het huis binnen en vonden het Kind, met Maria Zijn moeder. Ze wierpen zich neer om Het eer te bewijzen. Nu openden zij kistjes met kostbaarheden. Goud, wierook en mirre waren het onderpand van hun aanbidding.
Een nieuwe ongebruikelijke ingreep van de Heere volgde de gebeurtenissen op. In een droom werd de magiërs een openbaring gedaan. Dit herinnert opnieuw aan het boek Daniël. God vindt altijd middelen en wegen om Zijn Plannen door te laten gaan. Hoe dreigend en donker de weerstand van de satan ook is, niets loopt Hem uit de hand. Wanneer er geen mensen zijn als Zijn instrument daar grijpt Hij Zelf in, en kiest de manier die Hem het beste past.
Een waarschuwing om niet naar Herodes terug te keren! Dat deden ze dan ook niet. Via een andere weg keerden zij terug naar hun land. Op een bijzondere manier had de Heere voor grote eer en onverwachte rijkdom gezorgd! En de veiligheid van Zijn Zoon gegarandeerd. Gods Plan zou Zijn vervulling niet missen. ( Matteus 2: 1 – 12 )