Jona 1:7-11

De zeemannen zeiden tegen elkaar: ‘ Wie is toch de schuld van deze ramp? Laten we het lot werpen om het aan onze goden te vragen.’ Toen kwamen ze te weten dat het de schuld van Jona was. De zeemannen begonnen Jona vragen te stellen. ‘ Waarom gebeurt dit?Wat doe je hier? Waar kom je vandaan? Uit welk land kom je? Bij welk volk hoor je? ‘ Jona antwoordde: ‘ Ik hoor bij het volk van Israël. De Heer van de hemel is mijn God. Hij is de God die de zee en het land gemaakt heeft. Jona vertelde dat hij op de vlucht was voor de Heer. Nu werden de zeemannen pas echt bang. Ze vroegen hem: ‘ Hoe kun je dat doen? Wat moeten wij nu met jou doen, zodat de zee weer rustig wordt? ‘Want het ging steeds harder stormen. 

‘ De vreemdeling dient mogelijk een andere god,’ dacht de vertwijfelde kapitein. ‘ Alle denkbare en bestaande goden moeten gevraagd worden een eind te maken aan dit oordeel’ dacht hij ook nog. Jona probeerde weer te gaan staan. Hij sloeg zijn ogen op en keek recht in de angstige gezichten van de andere bemanningsleden die hun goden al urenlang hadden aangeroepen. Het had niets geholpen, de storm leek eerder nog in omvang toe te nemen. 

In het Nabije Oosten was het gebruikelijk om de goden aan te roepen via het werpen van het lot. ( zie ook Spreuken 16:33/ Exodus 28:30/Ezra: 2: 63/ Neh. 7: 65 / Hand. 1: 26 ) 

Het Bijbelse ‘lot werpen’ was een plechtige religieuze handeling waarbij men God aanriep om Zijn beslissing in gevallen waarin het menselijk verstand te kort schoot. Er wordt verschil gemaakt tussen het lot van voorspelling, het lot van raadpleging, en het lot van verdeling. Die komen alle drie in het Oude Testament voor. De urim en de tummim, de twee stenen in het borstschild van de hogepriester worden weleens onder het lot van voorspelling begrepen.

Het wer­pen van het lot was een serieuze zaak, en geen spel waar het volk Israël, maar ook andere volken  zich mee vermaakten. Het lot bepaalde bijvoorbeeld welke bok als reinigings- of verzoenoffer werd gebruikt. Jozua wierp het lot om te bepalen hoe het land onder de verschillende stammen verdeeld zou worden. Nehemia bepaalde aan de hand van het lot wie binnen de muren van Jeruzalem mocht wonen en wie niet. De apostelen wierpen loten om te bepalen wie de plaats van Judas in moest nemen.

Het Hebreeuwse woord voor ‘lot’ wordt in verband gebracht met het werkwoord rollen, wentelen. In Spreuken 16 vers 33 staat dat het lot in de schoot wordt geworpen. Daarbij kan je denken aan het schudden van de loten in het bovenste deel van het kleed. Het was geen gokken en werd niet als toeval beschouwd, want de Heere besliste.

De dobbelstenen werden tevoorschijn gehaald en iedereen rammelde angstig met de dobbels om te kijken of het lot misschien op hen zou vallen. Maar nee, niemand werd aangewezen. Uiteindelijk was de vreemde slaper aan de beurt. Hij – op zijn beurt- rammelde met de loten. Met grote ogen keken ze allemaal toe en zagen dat het lot op de vreemdeling viel. 

 

Een minuut lang was het akelig stil, alleen het geraas van de storm was nog te horen. Toen begonnen ze allemaal door elkaar te roepen. ‘ Vertel ons! Hoe komt het dat deze ramp ons treft? Wat doe jij hier aan boord? Waar kom je vandaan? Uit welk land kom je? Bij welk volk hoor je? Spreek op alsjeblieft! ‘ 

Er zat niets anders op dan het hele verhaal maar uit de doeken te doen. Heel apart dat Jona – die eigenlijk geen profeet wilde zijn – zich nu op zijn bijzondere positie beriep. HIj legde een loepzuiver orthodox getuigenis van de God van Israël af. Vol trots omdat hij bij dat volk hoorde. Ondanks het feit dat hij de wil van JHWH weerstond. 

De bijgelovige mannen keken Jona doodsbang aan. ‘ Wat? De God die de zee en het land gemaakt heeft?Dan moet die God woedend op ons zijn. We hebben vast iets vreselijks op onze kerfstok ‘ dachten ze. Dat was bij ruwe zeelui natuurlijk maar al te vaak het geval. In eerste instantie dacht niemand dat Jona zelf de ban in het leger was. Maar toen Jona verder ging met zijn verhaal, en vertelde dat hij gevlucht was, werd het allemaal nog erger naar hun beleving. Iedereen beefde en sidderde van angst en narigheid. 

De heidense zeelieden hadden meer begrip van het onbehoorlijke van Jonas handelswijze dan de profeet zelf. Daarnaast hadden ze diep respect voor het feit dat Jona een profeet van een God was, zelfs al kenden ze die God niet.De rollen waren omgekeerd. Nu Jona zijn plicht verzaakt had om de koning van Ninevé te berispen, werd hij zelf door een arme opperschipper berispt. Het was Gods goedheid die Jona en de heidenen uiteindelijk wilde sparen, maar dat wist niemand. God had werk voor Jona te doen, en stuurde een woeste storm om hem terug te roepen naar zijn Goddelijke missie. 

7 responses to “Jona 1:7-11

  1. I see You’re in point of fact a just right webmaster.
    The site loading velocity is incredible. It sort of feels that you are doing any distinctive trick.
    In addition, the contents are masterwork.
    you’ve performed a magnificent task in this topic!
    Similar here: <a href="[Link deleted]internetowy and also here: <a href="[Link deleted]sklep

  2. Hello there! Do you know if they make any plugins to assist with
    Search Engine Optimization? I’m trying to get my site to rank for some targeted keywords but I’m not
    seeing very good results. If you know of any please share.
    Cheers! I saw similar text here: <a href="[Link deleted]Building

  3. Wow, incredible weblog <a href="[Link deleted]
    How lengthy have you ever been blogging for? you made running
    a blog look easy. The entire glance of your website is excellent, as well as the
    content! I saw similar here <a href="[Link deleted]<a href="[Link deleted]
    and it's was wrote by <a href="[Link deleted]

  4. Wow, wonderful blog <a href="[Link deleted]
    How lengthy have you ever been blogging for? you make running a blog
    look easy. The whole look of your site is magnificent, let alone the content material!
    I read similar here <a href="[Link deleted]
    <a href="[Link deleted]and those was
    wrote by <a href="[Link deleted]

Geef een reactie