Johannes 7 : 37-44

Op de laatste, belangrijkste dag van het feest was Jezus in de tempel. Hij riep tegen de mensen: ‘ Als je dorst hebt, kom dan bij Mij om te drinken! Want dit zeggen de heilige boeken over mensen die in Mij geloven. Ze zullen altijd vol levend water zijn. “ Met dat levende water bedoelde Jezus de heilige Geest. Want iedereen die in Jezus gelooft, zou de Heilige Geest in zich krijgen. Maar op dat moment was de Heilige Geest nog niet gekomen. Want Jezus was nog niet naar de hemel gegaan. Toen de mensen de woorden van Jezus hoorden, zeiden sommigen: ‘ Deze man is de profeet die zou komen.’ Anderen zeiden: ‘ Hij is de Messias! ‘ Weer anderen zeiden: ‘ Maar de Messias komt toch niet uit Galilea? In de heilige boeken staat dat de Messias een nakomeling is van David en dat Hij uit Betlehem komt. Want dat is de stad waarin David woonde. ‘ De mensen waren het totaal oneens over Jezus. Sommigen wilden Hem gevangen nemen, maar konden Hem niet grijpen. ‘ 

Toen Jezus hier op aarde rondwandelde riepen Zijn woorden en Zijn optreden veel vragen op bij iedereen. Binnen zijn familiekring verweerde Jezus Zich tegen het ongeloof. Maar in Jeruzalem bleef de spanning oplopen.Er was al een prodedure tegen Zijn optreden gestart. Die kwam nu in een nieuwe fase terecht. Jezus` arrestatie en doodstraf waren al nadrukkelijk ter sprake gebracht. ( Johannes 7 : 19, 25, 30, 32, 44, 51) De mensen vonden Jezus` woorden godslasterlijk, en overal om Hem heen barstten beschuldigingen los.( Joh. 7 : 20 ) Maar Jezus wist van geen wijken. De inzet – de verlossing van mensenzielen van de eeuwige dood – was te groot. Jezus deed een beroep op de integriteit van Zijn toehoorders ( vs 16 – 18 ), onthulde hun moordlustigie plannen ( vs 19), en beargumenteerde op basis van de Schriften Zijn standpunt in de kwestie van de sabbat ( vs21 – 24). Hij verdedigde Zijn opvatting over de Messias ( vs 28, 29 ), en sprak een waarschuwing uit ( vs 33, 34). 

De religieuze leiders en de menigte verschilden van mening over Jezus ( vs 40 – 49). Onder de farizeeën kwamen alleen Nicodemus voor Zijn verdediging op ( vs 50 – 52). En te midden van al dit rumoer en deze chaos klonk ineens de stem van Jezus. 

Het was de laatste dag van het Grote Feest, het Loofhuttenfeest. Hiermee wordt de zevende dag bedoeld, de meest blijde dag van het feest. De achtste dag was de afsluitende dag. Op deze laatste dag wandelde de Heere Jezus door de tempel heen. Overal was Hij te vinden, bij elke tafel waaraan door de Joden gediscussieerd werd was Jezus ook. Hij trok alle aandacht, want terwijl iedereen ging zitten, bleef de Meester staan. Luid roepend riep Hij dat iedereen die dorst had, naar Hem toe mocht komen. ‘ Wie dorst heeft, Hij kome tot Mij, en Hij drinke! ‘ riep Jezus. Het was niet de eerste keer dat Jezus zo uitnodigend iedereen tot Zich riep. (Joh. 4 : 13 / 6 : 35)

Met Zijn uitnodigende woorden sloot Jezus aan bij één van de hoogtepunten van het Loofhuttenfeest. Elke dag van het feest, na het morgenoffer, ging een priester met een gouden kruik naar het badwater van Siloam om daar water te putten. (Joh.7: 9). Het hele volk stuwde om de priester heen. Onder luid gejuich en met muziek werd het opgedolven water naar het altaar gebracht, terwijl het volk een prachtige tekst uit Jesaja reciteerde: ‘ Vol vreugde zullen jullie water putten uit de bronnen van de redding!’ (Jes.12:3)klonk het juichend over het tempelplein. De zon straalde, en de mensen riepen, en de muziek gaf het geheel een schitterende finishing touch. 

Het volk trok elke dag rondom het altaar, op de zevende dag zelfs zeven keer. Daarna goot de priester het water uit aan de westzijde van het altaar. Via een uitgehouwen goot stroomde het water vervolgens naar de beek Kidron, terwijl het volk in een bedezang uitbarstte. ‘ Och Heere, geef nu heil!’ (Psalm 118:25). Deze symbolische handelingen moesten het volk herinneren aan het water dat de Heere uit de rotssteen had laten stromen toen het volk zich in de woestijn bevond. (Ex.17:6/Num. 20: 8-11). Het water stond ook symbool voor de stromen van heil die door de komst van de Messias tot het volk van Israël zouden komen. Daarover had de profeet Ezechiël geprofeteerd.( Eze. 47:1) 

Wie deze rijke symboliek op zich in laat werken, kan begrijpen dat de Heere Jezus vervuld werd met heilige vreugde toen Hij dit allemaal zag gebeuren, en Zijn stem verhief!
Jezus maakte de mensen duidelijk dat Hij de vervulling van dat storten van water was, en dat Hij de Messias was! 

Wie de roepstem van Jezus gehoorzaamde, zou naar de belofte van Jezus Zelf een bron van levend water worden. Rivieren van water zouden uit zijn buik komen. Stromend water fris, helder en levend. Eigenlijk gaf Jezus met deze woorden de kern van het Oude Testament weer. ( Jes. 55:1/ 58:11/Ezech.36:25/ 47:1/ Ezech.36:25/ Zach.14:8) God wordt de Bron van Levend Water genoemd in Jer.2:13. Hij heeft de Bron des Levens( Psalm 36:10) 

De Heere Jezus bedoelde dat de mens die tot Hem komt, en in Hem gelooft, zo`n overvloed van geestelijke zegen zal ontvangen dat hij als het ware overstroomt, en zelf een fontein wordt. Tot diepe vreugde van zichzelf, waardoor ook anderen weer gezegend zullen worden. ( Joh. 4 : 14 ) Met de stromen van levend water worden de zegeningen van de Heilige Geest bedoeld, die de mensen die in Jezus gaan geloven zullen ontvangen. Water werd ook in het O.T. al als teken van de Heilige Geest gegeven. (Jes. 43:20/ 44:3/ Ezech.11 : 19/ Joël 4 : 18). 

De Heilige Geest was er nog niet in die mate waarover Jezus het had. Want Jezus moest eerst nog verheerlijkt worden. Pas na Zijn Hemelvaart, en Zijn intocht in de hemel, zou dat een feit zijn. Het moment waarop de Geest uitgestort werd, zou op Pinksterdag zijn. ( Hand.2). Als stromen van levend water zou de Geest de harten van de gelovigen vervullen. 

Je zou denken dat iedereen nu naar Jezus toe zou komen, en het geluid van het gejuich zich zou vertienvoudigen. Wat een zegen zou dat zijn geweest voor de mensen, en wat een blijdschap zou dat gegeven hebben in het hart van Jezus, en van Zijn Vader in de hemel. Maar dat gebeurde niet. De woorden die Jezus uitnodigend had uitgeroepen, lokten verschillende reacties uit. Een deel van de toehoorders geloofde dat Jezus de voorzegde Profeet was. Een ander deel echter geloofde dat helemaal niet. De Joden waren de mening toegedaan dat de Messias hen brood zou geven, zoals eens Mozes dat ook had gedaan tijdens de woestijnreis. Sommige mensen dachten dat Hij de Messias Zelf was. Anderen dachten dat Hij diens voorloper was. Helaas was er ook een grote groep mensen die deze meningen weer allemaal tegenspraken. De mensen begonnen onder elkaar de antecedenten van Jezus na te gaan. Naar hun mening kwam Jezus niet uit Galilea. Allerlei discussies over de plaats van Zijn geboorte, en de ouders van Jezus barstten los. De mensen probeerden zich een mening te vormen, en die met argumenten te onderbouwen. Ze dachten niet verder dan datgene wat ze vanuit hun beperkte inzicht konden verklaren. In plaats van geloof en blijdschap, van stromend water en frisse bronnen, begonnen de mensen ruzie met elkaar te zoeken. Het begon in de grote menigte, maar zette door en ging verder bij de farizeeén en bij de Joden. Het werd maar weer eens waarheid dat Jezus niet kwam om vrede op aarde te brengen, maar verdeeldheid tussen alles en iedereen.Niet omdat Hij zo graag oorlog wilde voeren, maar omdat Zijn woorden de harten en gewetens van de mensen aanspraken.
Ook onder de feestgangers groeide de verdeeldheid tegen Jezus. Velen wilden Jezus gevangennemen en doden. 

Maar de tijd van Jezus lijden en sterven was nog niet aangebroken. Daarom deed niemand Jezus iets. 

 

2 responses to “Johannes 7 : 37-44

  1. You are truly a good webmaster. This site loading speed is incredible.

    It sort of feels that you’re doing any unique trick. In addition, the contents are masterwork.
    you’ve performed a wonderful task in this topic! Similar here:
    <a href="[Link deleted]sklep and also here: <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *