Johannes 20: 26-27

‘En na acht dagen waren Zijn discipelen opnieuw binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam toen de deuren gesloten waren, en trad in hun midden, en zei: ‘Vrede zij u allen!’ Daarna zei Hij tegen Thomas: “Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen; en breng uw hand hier en leg ze in Mijn zijde en wees niet ongelovig maar gelovig’ (Johannes 20:26-27, weergave WA 1527).

Het was een lange dag, die eerste dag van de week waarop Jezus uit de dood herrezen was.Meerdere vrouwen hadden het graf bezocht, maar Johannes beperkte zich tot de beschrijving van de ervaring van Maria Magdalena. Het belangrijkste punt in dit hoofdstuk is de geestelijke groei die zij doormaakte. ( Joh. 20  1 – 18 ) Die leidde van verdriet en niet-begrijpen naar vreugde en geloof. Deze ontwikkeling voltrok zich in een aantal fasen, waarin zij erin slaagde om zich van het verleden af te keren, van haar zoektocht naar het dode lichaam van Jezus af te zien, en zich naar de toekomst te richten. Niet de dode, maar de opgestane Jezus was van belang! 

Maria uit Magdala was de enige van de getuigen die op die eerste dag van de week het graf bezochten die een opdracht van Jezus kreeg. ( Joh. 10 : 17 ) 

Aan alle anderen verscheen Jezus alleen maar om hun geloof te versterken en te vernieuwen. Waren zij nog niet zo ver? De Heilige Geest moest nog uitgestort worden om hen het juiste inzicht in de leer van Jezus Christus te geven. ( Handelingen 2 ) De opstanding van de Heere Jezus was dus geen gebeurtenis waarmee Hij Zijn tegenstanders wilde overtuigen. 

Aan de avond van diezelfde dag verscheen Jezus aan Thomas. Uit de vergelijking met de houding van Maria Magdalena kunnen we een aantal facetten nader belichten. Maria en Thomas waren er allebei in eerste instantie van overtuigd dat Jezus voor altijd gestorven was. Ze dachten aan een dode Jezus. Maria Magdalena zocht Zijn lichaam terwijl Thomas de wonden van de spijkers wilde zien voordat hij geloofde. Een schitterende overeenkomst is gelegen in het feit dat Jezus hen allebei tegemoet kwam. Hij verscheen aan Maria en Thomas en liet vervolgens Thomas Zijn handen en voeten zien. 

De daaropvolgende verklaring van Thomas ( Johannes 20 : 28 ) gaf het definitieve antwoord op alle vragen over de identiteit en afkomst van Jezus. Hij was werkelijk de Zoon van God! 

De tekst over Abraham in dit citaat verklaart zijn daden rechtvaardig. Het woord rechtvaardig is afkomstig uit de juridische en financiële wereld. Door het gebruik van deze terminologie wordt benadrukt dat de Heere uitsluitend op basis van Abrahams geloof in de belofte van God verklaard heeft dat het tussen God en hem in orde was, want dat geloof werd op Abrahams rekening geschreven. Geen enkel mens kan immers een rechtvaardig leven aan God voorleggen, iedereen ontvangt de gerechtigheid van Christus alleen uit genade. ( Rom. 9 : 16 / 1 Kor 1: 30, 31 / 2 Kor 5 : 19 / Gal. 3 : 6 ) 

Omdat het bij het geloven afhangt van degene op wie men zijn vertrouwen stelt, onderscheidt het zich van alle werken die een leerling van Jezus doet. Hoe goed ze er ook uitzien. Jezus Christus heeft door Zijn bitter lijden en sterven de prijs voor ons ongeloof en onze zonde betaald. De straf die ons de vrede aanbracht was op Hem, en door Zijn striemen werden wij genezen. ( Jesaja 53 : 5 ) 

Wij zijn enkel en alleen uit genade kinderen van God geworden. Vanaf dat moment mogen wij vertrouwend tot Hem komen met alles wat ons hart bezwaart of van Hem verlangt. Jezus Christus Zelf verzekert ons: wat je mijn Vader ook vraagt in Mijn Naam, Hij zal het je geven. ( Johannes 16 : 24 ) Dankzij het werk van Christus, waarvan de gelovige via de Heilige Geest mag profiteren, kunnen wij in het gebed bij de Vader komen. 

‘Tot nu toe hebben jullie niets in Mijn Naam gevraagd’ zei Jezus tegen Zijn leerlingen. ‘Maar vraag het, en je zult het ontvangen. Dan zal je vreugde volmaakt zijn.’ 

Nederland Zingt: Als je bidt zal Hij je geven (youtube.com)