Johannes 20

Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor Zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan. Maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de Messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft in Zijn Naam.  

Op die geweldige dag – de dag van de opstanding van Jezus Christus – bezochten meerdere vrouwen het graf van Jezus. Johannes beperkte zich tot het beschrijven van de ervaring van Maria uit Magdala. Het Leitmotiv in dit hoofdstuk is de ontwikkeling die zij doormaakt ( 20 : 1 – 18 ) van verdriet en niet-begrijpen, tot geloof en grote blijdschap. 

Deze ontwikkeling voltrekt zich in een aantal fasen waarin zij erin slaagt om zich van het verleden af te keren, ze moet zich van haar zoektocht naar het dode lichaam van Jezus afzien en zich naar de toekomst richten, naar de opgestane Jezus. Het is opvallend dat Maria de enige is die op die dag een opdracht van Jezus krijgt. ( vs 17 )

Na Zijn opstanding verscheen Jezus alleen aan Zijn leerlingen ( 20 : 19 – 29 ) om hun geloof te versterken en te vernieuwen. De opstanding is absoluut geen gebeurtenis waarmee Jezus Zijn tegenstanders wilde dwingen om in Hem te geloven. Uit de vergelijking van de houding van Maria met die van Thomas kun je een aantal dingen opmaken. 

Beide volgelingen van Jezus waren er aanvankelijk van overtuigd dat Jezus niet echt was opgestaan. Ze dachten aan een dode Jezus. Maria wilde zien waar Zijn lichaam was, en Thomas wilde de wonden van Jezus zien. Voor beiden maakte de verschijning van Jezus alles goed, ze geloofden toen ze Hem zagen. 

Het ongeloof van Thomas wordt door de verklaarders als minder onschuldig geïnterpreteerd. Waar Maria het verdwenen lichaam zocht, wilde hij de wonden van de spijkers zien. Thomas had al getuigenverklaringen genoeg gehoord om te geloven, terwijl Maria nog van niemand iets gehoord had. De verklaring van Thomas gaf het definitieve antwoord op alle vragen over de identiteit en afkomst van Jezus die in het Evangelie worden gesteld! 

“ Mijn Heere en mijn God! “  zei Thomas. Deze verklaring verwijst naar de proloog van het Evangelie. Hij die vanaf het begin God was ( Joh. 1 : 1 – 18 ) wordt uiteindelijk erkend als God, waardig om de aanbidding van Zijn leerlingen te ontvangen. 

Het Woord ‘ God ‘ wordt in het Evangelie van het Nieuwe Testament gebruikt voor de Zoon. Maar dit is niet de enige bevestiging van Zijn Goddelijkheid. ( zie Filipp. 2 : 6 – 11 / Kol. 1 : 13 – 20 ) Door het bezittelijk voornaamwoord ‘ mijn ‘ , is er geen twijfel meer over het geloof van Thomas. Hij heeft goed begrepen wat de gevolgen van deze verklaring voor Hem persoonlijk waren. 

De lezers van Johannes en alle volgende generaties van gelovigen geloofden zonder te hebben gezien. De zegen is voor hen bedoeld. Hun geloof berust op het getuigenis van de apostelen. Dit geldt tot op de dag van vandaag. De zegen is voor ons bedoeld, als wij geloven. 

De woorden van vers 30, 31 vormen een eerste afsluiting van zijn evangelie. Johannes 21 : 24 vormt de tweede afsluiting. Het sluit hiermee aan bij de laatste woorden van Jezus, namelijk dat mensen in Hem zullen geloven zonder Hem gezien te hebben. Zij zullen van Hem gehoord hebben, met name van de wondertekenen die Hij gedaan heeft. 

Aan het eind van zijn evangelie schreef Johannes dat Jezus nog veel meer wonderen en tekenen gedaan heeft, Johannes zou er eindeloos over door kunnen schrijven. Die tekenen duiden op Zijn Godheid, en hadden tot doel om de mensen die aanwezig waren bij Zijn wonderlijke daden in Hem te doen geloven. ( Joh 2 : 11 / 4 : 54 )

Al die tekenen deed Jezus voor de ogen van Zijn leerlingen. Ook zagen veel Joden die tekenen wel, maar helaas waren zij daardoor niet in Jezus gaan geloven. ( zie Joh. 2 : 18, 23 / Joh. 4 : 48 / 6 : 26 ) 

Johannes heeft dus heel bewust een selectie gemaakt uit alle wondertekenen die Hij Jezus heeft zien doen. Die selectie heeft hij opgeschreven in Zijn weergave van het Evangelie van Jezus Christus. 

Terwijl Johannes in 19 : 35 over Zichzelf schreef in de derde persoon ( ‘ hij die gezien heeft ‘ ), hier in hoofdstuk 20 schreef hij met dezelfde bescheidenheid over zichzelf. ( ‘ deze zijn geschreven’ ) 

Het tauta ( deze ) slaat terug op de wondertekenen die Jezus gedaan heeft. De selectie die hij uitkoos, schreef hij op om zijn lezers te overtuigen van het feit dat Jezus werkelijke de Zoon van God was, en de langverwachte Messias, die steeds in dit woord naar voren gekomen was. ( zie Joh. 1 : 42 / 4 : 25 / Joh. 6 : 14, 69 ) De Bijbel, het evangelie van Johannes overtuigt en bewijst ons dat Jezus werkelijk Gods Zoon was, en dat velen in Hem geloofden door de tekenen die zij zagen. ( Joh. 2 : 23 / 3 : 2 / 7 : 31 ) Juist het geloven dat Jezus de Zoon van God is, is fundamenteel voor het leven van een christen. ( Matth. 16 : 16 – 18 / 1 Joh. 1 : 10, 20 ) 

Uiteindelijk is het doel dat Johannes met zijn lezers voorhad, dat mensen die geloven dat Jezus Christus de Zoon van God is, leven hebben, eeuwig leven in Zijn Naam. Dat leven is het eeuwige leven, dat Jezus ons zelf geeft. ( Joh. 1 : 4, 12 / 3 : 36 / 5 : 26 / 8 : 24 / 10 : 10 / Rom. 1 : 17 ) 

‘ Zijn Naam ‘ geeft het wezen van Jezus aan. 

Ja het is echt waar, het eeuwige leven staat of valt met het geloof in Jezus Christus, de Zoon van God! Amen! 

 

One response to “Johannes 20

  1. I see You’re really a good webmaster. This website loading
    pace is amazing. It seems that you are doing any distinctive trick.
    Moreover, the contents are masterpiece. you’ve performed a great
    task in this subject! Similar here: <a href="[Link deleted]and
    also here: <a href="[Link deleted]

Geef een reactie