“ In die tijd kwam Jezus vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, naar de Jordaan om Zich door Johannes te laten dopen. Op het moment dat hij uit het water omhoogkwam, zag hij de hemel openscheuren, en de Geest als een duif op Zich neerdalen. Er klonk een stem uit de hemel: “ Jij bent Mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde. “ Meteen daarna dreef de Geest Hem de woestijn in. Veertig dagen bleef Hij in de woestijn, waar Hij door de satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en de engelen zorgden voor Hem. Nadat Johannes gevangen was genomen, ging Jezus naar Galilea, waar Hij Gods goede nieuws verkondigde. Dit was wat Hij zei: “ De tijd is aangebroken, het Koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en geloof het Evangelie! “ ( Marcus 1 : 9 – 15 )
Het Evangelie van het Nieuwe Testament begon met de aankondiging van de geboorte van Johannes de Doper. Er straalde een bijzondere manier van leven van deze bijzondere man af. Hij leidde een afgezonderd leven, en had een heilige afkeer van de wereld. Alle facetten van zijn leven ademden de geest van het Evangelie. In de prediking en doop van Johannes liggen het begin van de leerstellingen en de inzettingen van het Evangelie besloten. Johannes predikte de bekering en vergeving van de zonden die samen de uniciteit van het Woord van God uitmaken. De vergeving van zonden vormde het hoofdthema in zijn appellerende speeches. Johannes predikte als geen ander de Christus. Elke dag wekte hij zijn toehoorders op om vergeving van zonden te zoeken. Hij vertelde de mensen dat er een vernieuwing van hun hart plaats moest vinden. Dat hun leven totaal veranderd moest worden.
Elk woord van Johannes was van een diepe hoogachting voor Christus doorweven. Christus was zo hoog dat Johannes het zichzelf niet waard vond om zelfs maar de riem van zijn schoenen los te maken. Hoewel Jezus later dan Johannes gezonden werd, schatte Johannes Hem vele malen hoger in. Johannes vertelde over de grote beloften die Christus ieder gaf die zich tot Hem bekeerde en van wie de zonden vergeven waren. Zij zouden de Heilige Geest ontvangen. Tenslotte doopte Johannes zijn bekeerlingen in het water van de Jordaan, zoals de Joden dat met hun proselieten gewend waren te doen. Dit was het teken dat ze door berouw en bekering gereinigd waren, God had hen door Zijn vergeving en heiligmaking schoongewassen.
De aansluiting en respons die er op de prediking van Johannes kwamen, vormden eigenlijk het begin van de Evangeliekerk. Het was een hele bijzondere tijd. Hoewel Johannes in de woestijn leefde, stroomden alle inwoners vanuit de omtrek van Judea en Jeruzalem toe om zich door hem in de rivier de Jordaan te laten dopen, terwijl ze hun zonden beleden. Er staat iets heel bijzonders over Johannes geschreven. Zijn toehoorders werden allen zijn discipelen en stelden zich onder zijn gezag. Als teken daarvan beleden ze hun zonden. Velen van hen werden later leerlingen van Jezus en nog weer later zelf ook predikers van het Evangelie. Zo groeide het mosterdzaad van de prediking van Johannes uit tot een grote boom. Johannes moet over bijzondere gaven beschikt hebben om de mensen zo ver te laten komen. Dat leidde God Zelf natuurlijk maar Hij wilde daar de gaven en talenten van Johannes voor gebruiken.