Op Israëlzondag geeft de kerk op een bijzonder manier uiting aan haar verbondenheid met Israël, en beklemtoond haar roeping met betrekking tot een onopgeefbare verbondenheid met het aloude volk van God. Het is tevens een moment dat uiterst geschikt is om te bezinnen op de relatie met Israël, en om te bidden voor het oude heilige land en volk van Yeshua.
Er zijn vragen rondom deze bijzondere viering. Staat Israël sowieso niet centraal in het zingen van de psalmen, in de schriftlezing, en in het feit en besef dat Joden en christenen na Handelingen 2 een eenheid geworden zijn? What about de tegenwoordige staat, en de conflicten tussen Joden en Palestijnen? Toch is het nodig om mensen binnen de christelijke kerk bij de joodse wortels van hun geloof te brengen, en zo het begrip voor en het gesprek met de Joden blijvend te bevorderen.
De Heere Jezus was een Jood met de Joden, Hij was Één van hen.
Het Joodse volk leefde volgens de Bijbelse overlevering gedurende ten minste drieduizend jaar in de regio Palestina waar het een monotheïstische religie ( het jodendom) ontwikkelde en meerdere malen zelfbeschikking genoot. De Joden werden na een opstand door de Romeinen vrijwel geheel uit Palestina verbannen. Daarna begon de diaspora oftewel verspreiding. De Joden hebben sindsdien een bewogen bestaan geleid waarin armoede, discriminatie, onderdrukking en uitroeiing, maar ook culturele, economische en individuele bloei voorkwamen. Door de jaren heen was de joodse religie, het jodendom, de voornaamste bindende factor tussen de Joden die verspreid over de hele wereld wonen, maar het belijden van deze religie of het volgen van de joodse tradities is geen vereiste om tot het Joodse volk te behoren.
Sinds de opkomst van het nationalisme en de Verlichting hebben ook Joden een transitie ondergaan waardoor velen zich minder als een volk en meer als een etnische of etno-religieuze gemeenschap binnen andere volken zijn gaan zien. Deelname aan alle aspecten van het maatschappelijk leven kon nu toenemen.
Tijdens de diaspora ontstond op veel plaatsen antisemitisme. Als reactie op het antisemitisme ontstond met name vanuit Oost en Centraal Europa en Joodse nationale beweging, het Zionisme. De zionisten streefden naar een eigen land voor Joden in Palestina. Een deel van de zionisten emigreerden dan ook naar dat gebied. Dit droeg bij aan de groei van de Joodse gemeenschap in het toenmalig Ottomaanse en later Britse mandaatgebied Palestina en uiteindelijk aan de stichting van de staat Israël.
Niet alle Joden zijn echter zionist, velen zijn vooral loyaal aan hun nationaliteit vanuit hun geboorteland, naast de verbondenheid met hun historische/etnische afkomst.
Onder de link vind je een uiteenzetting van het Joods – Palestijnse conflict.
Wanneer je de geschiedenis van het volk Israël leest, besef je hoe veel het volk van God heeft meegemaakt. Je kunt er niet omheen dat je hart bloedt voor dit bijzondere volk, dat zoveel heeft geworsteld met de Goddelijke uitverkiezing, en zoveel heeft moeten lijden, en voor het merendeel de Heere Jezus niet als Messias heeft aanvaard.
Psalm 122 wordt aan koning David toegeschreven. Het is het lied van een enkeling die – terwijl hij zich midden in een menigte bevindt – zijn lied zingt. Het thema is de vrede van Jeruzalem. Het psalter is een lied voor Sion, de stad van God. De psalm bezingt de pracht en glorie van de stad. Jeruzalem is het centrum van de godsdienst, waar niet alleen de Israëlitische, maar vooral de hemelse macht van de Heere haar zetel heeft. De prominente aandacht voor de stad is uniek. Temidden van de andere psalmen ligt de nadruk van psalm 122 meer op de spirituele emotie van vreugde, en minder op de theologie, al gaat het natuurlijk wel over de geestelijke band die er is tussen de Heere en Zijn volk.
Psalm 122 laat op een verfijnde manier een hele mooie stijl zien, waarbinnen termen elkaar trapsgewijs opvolgen. Onwillekeurig neemt de dichter je gedachten mee als hij schrijft over “Jeruzalem, stammen, zetels, vrede “ , en “omwille van “. Deze manier van uitdrukken vind je terug in het opschrift boven de psalm, die je kunt vertalen als “ het lied van traptreden “. Van alle pelgrimsliederen is dit het meest uitgesproken pelgrimslied. De pelgrim houdt zichzelf voor ogen hoe hij opgewekt en aangespoord werd om naar Jeruzalem te komen, en hij bejubeld de stad wanneer hij er is aangekomen.
Je kunt psalm 122 in drie delen verdelen. De dichter bezingt de aankomst in Jeruzalem – het einddoel van zijn reis. Hij begint een lofzang op de stad, en geeft bevel om te bidden voor haar vrede en welzijn. Het was voor de meeste pelgrims een lange reis naar Jeruzalem. Om onderweg de moed niet te verliezen, zongen de reizigers mooie pelgrimsliederen. ( Psalm 120 – 134 ) Dit is de eerste keer dat binnen de pelgrimsliederen een specifieke auteur – David – wordt genoemd. David keek ernaar uit om Jeruzalem binnen te gaan, en één van de grote feesten te vieren.
Na een lange, moeilijke en gevaarlijke reis liep David de stad binnen, waar de liefde van zijn hart lag: de tempel waar God was. Het einddoel van zijn reis was bereikt. Tijdens het binnengaan van de stad herinnerde David zich hoe zijn reis begon. Hij werd aangespoord en omgeven door andere pelgrims, die hem hadden opgeroepen om mee te gaan, naar het heiligdom, naar het huis van de Heere. Met blijdschap had hij naar die oproep geluisterd, maar tussen het begin en het eind van zijn reis lag een lange tijd. Een tijd van lopen, zwoegen, en zweten om de reis te volbrengen. Nu had hij zijn doel bereikt en werd overweldigd door de pracht van de stad.
Pascha, wekenfeest en Loofhuttenfeest moest elke Israëliet in Jeruzalem vieren, het was een opdracht van de Elohim. ( Exodus 23 : 14 – 17 / Deut. 16 ) Het was natuurlijk een enorme onderneming om die reis ook daadwerkelijk te maken. Elkana bijvoorbeeld ging maar één keer per jaar naar Jeruzalem. ( 1 Sam. 1 )
Maar de pelgrim uit psalm 122 heeft zijn wens verkregen, de reis zat erop, hij was in de Stad van God. De vreugde om het bereiken van het doel maakte dat de pelgrim zijn lof over de stad niet voor zich kon houden. Hij was diep onder de indruk van de stad die zo compact en verenigd was. De stad die toch een melting pot van culturen was, lag daaruit éeń stuk te glanzen in het zomerzonnelicht. De machtige bouw van de stad werd gezien als een heenwijzing naar de macht van de God van Israël.
Deze stad Jeruzalem werd bezocht door de stammen van de Heere. Die uitdrukking is heel bijzonder, en uniek omdat het in andere psalmen steeds over de stammen van Israël gaat. Met deze woorden bracht de auteur de verbondenheid tussen God en Zijn volk tot uitdrukking. Hij is de God die aangegeven had dat Hij op deze manier gediend wilde worden. ( Psalm 122 : 4 / Exodus 23 : 17 / 34 : 23 ) Daarom kwamen de mensen naar Jeruzalem, en stonden op de drie grote feesten de grote daden van God centraal.
Het waren agrarische feesten die gevierd werden om God te danken voor het binnenhalen van de oogst, maar het waren ook feesten die de grote momenten uit de geschiedenis van het volk Israël markeerden. De feesten zowel als de oogsten markeerden blijdschap en vreugde, ruimte die God gemaakt had, voorziening, en zegen. Alle reden om de Heere de dank en eer toe te brengen die Hij waard was. De dichter ervaarde de door God voorgeschreven regels absoluut niet als beknellend, maar als iets waar hij zijn hart in legde.
In Jeruzalem bevonden zich de zetels van het Goddelijk recht. Jeruzalem was de religieuze, politieke en juridische hoofdstad van het volk. In Israël was de Davidische dynastie, die door God was ingesteld, de ware garantie van de rechtspraak. De koning was in de tijd van de Bijbel de hoogste rechter.
De dichter verlangde ernaar dat de stad vrede en rust zou ervaren. Als gevolg daarvan riep hij op om te bidden voor die vrede. Hij gebruikte daarvoor het algemene woord ‘ vraag ‘,( vraag om vrede voor Jeruzalem ) maar uit de context van het tweede versdeel ( dat rust hebben wie van je houden ) en vers 7 ( Dat vrede heerst binnen je muren en rust in je vesting ) blijkt dat het om vragen aan God gaat. Het gaat dus om het gebed. De vrede van de stad heeft alles te maken met de situatie van haar inwoners. Het is dan ook logisch dat de dichter zijn eerste oproep specificeert door in het tweede versdeel te schrijven over ‘ hen die van je houden ‘. De dichter wil dus dat iedereen het goed heeft, de inwoners van de stad zowel als iedereen die van de stad houdt.
De begrippen ‘ vrede ‘ en ‘ rust ‘ moet je breed opvatten. Het gaat niet alleen om gewone vrede en rust, het uitblijven van oorlog, maar het gaat ook om welvaart en voorspoed, harmonie. Dit wordt ook onderbouwd door de uitspraak van vers 9. Binnen de vesting van de stad moet een sfeer van vrede, rust, en harmonie heersen, aldus de dichter.
“ Ga rond Sion, trek er omheen, tel zijn torens. Bezie met aandacht zijn muren, bewonder zijn vesting, en vertel aan uw nageslacht : zo is God. Onze God, nu en altijd, Hij is het die ons leidt, voor eeuwig. “ ( Psalm 48 : 13, 14 ) De hele situatie van vrede, rust en voorspoed zijn dus aan de Heere te danken. Terwijl psalm 48 het heeft over de machtige werken van God, spreekt psalm 122 de hoop uit dat die werken krachtig zullen blijven. Alleen dan zal de vrede werkelijk bestendig blijven.
Deze vredewens sprak de dichter al uit in Psalm 122 : 6, om die vrede aan de mensen die de stad liefhadden te verbinden, maar nu bleek opnieuw dat het niet primair om de stad ging, maar om de volksgenoten en vrienden van de dichter. Het ging om alle leden van de verbondsgemeenschap. Door een gezamenlijke verbondenheid met de Elohim, de Heere, zou er vrede en rust voor Jeruzalem komen, en blijven. Het belang van de Heere was het belang van iedereen, zo zou je het wel kunnen stellen. Al het goede dat er binnen deze vrede toe zou vallen, zou iedereen ten goede komen.
Het huis van de Heere blijft centraal staan, het psalter eindigt ermee. Daar begon de zegen van vrede en voorspoed. Iedereen die zich met de Heere verbonden wist, zou ervan profiteren.
Deze vrede heeft de Heere nog steeds beloofd aan iedereen die Zijn Woord geloofd en aanvaard. Zowel Joden als wij, gekerstende heidenen mogen ons door het geloof in de Heere Jezus Christus verzekerd weten van een heerlijke toekomst. De geschiedenis van de komst van het koninkrijk in de wereld zal niet probleemloos verlopen. De satan zal alles doen wat in zijn macht ligt om het Koninkrijk te schaden. Maar aan het einde van de wereld zal de schepping worden bevrijd van alles wat verkeerd, kwaad, en zondig is. ( Matt. 13 : 43 / Daniël 12 : 3 )
I see You’re in reality a good webmaster.
This web site loading speed is amazing. It sort of feels that you’re
doing any unique trick. In addition, the contents are masterpiece.
you have done a fantastic process on this topic!
Similar here: <a href="[Link deleted]internetowy and also here: <a href="[Link deleted]