Christen vestigen al hun hoop op Christus, en een toegewijd volgeling van Jezus mag steeds meer zien in alles wat de Heere God daarover in Zijn Woord geopenbaard heeft. Het zijn geheimen waarin zelfs de engelen graag zouden doordringen. ( 1 Petrus 1 : 12 ) Laat uw geest daarom voortdurend paraat zijn, wees waakzaam en vestig al uw hoop op de genade die u zult ontvangen wanneer Jezus Christus zich openbaart.” ( 1 Petrus 1 : 13 ) schreef Petrus. Daarom mag geen mens over ons oordelen want het is Jezus Christus die als enige de kwaliteit van ons geloof beoordelen mag.
De schat die ons leven totaal op zijn kop zet en alles verandert, geeft ons een hoopvolle roeping. De God van onze Heere Jezus Christus – de Vader van alle luister – wil ons een geest van inzicht schenken in wat geopenbaard is, zodat we Hem meer en meer mogen leren kennen. Hij verlicht ons hart, zodat wij met geestelijke ogen mogen zien waarop wij hopen. Hoe rijk de luister is die de heiligen zullen ontvangen, en hoe overweldigend groot de krachtige werking van Gods Geest is. Het is dezelfde macht die werkzaam was in Christus toen God Hem opwekte uit de dood en Hem een plaats gaf aan Zijn rechterhand in de hemelsferen. Hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten, en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomstige.
Ons hart is het centrum van de kennis en van onze wil. De Heilige Geest vormt en en vernieuwd ons van binnenuit zodat wij de goede gezindheid en het juiste inzicht krijgen. ( Romeinen 12 : 2 ) Dat is geweldig mooi! De woorden waarmee Paulus aan de opstanding van Jezus refereert laten zien dat het een ontzagwekkende kracht moet zijn die in staat is om ons van geestelijk dood, levend te maken. Zijn woorden bieden ons ook meer inzicht in de betekenis van Jezus` opstanding uit de dood. En we beseffen meer en meer wat een hoopvolle toekomst wij tegemoet zien.
Die toekomst daar moeten we nu al aan werken. “ Eén lichaam en één Geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping. Eén Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is” ( Efeze 4 : 4 ) . Er is één Christus op Wie wij allen hopen, één hemel waarop we allen hopen. En daarom moeten wij één van hart zijn.
Het leven van alledag biedt ons veel kansen om op andere dingen dan op God te hopen. We moeten ons daardoor niet laten misleiden. De Heere is daar bijzonder duidelijk over. “ Koningen winnen niet door een groot leger. Brute kracht redt krijgsheren niet. Van geen nut zijn paarden voor de overwinning. Hoe sterk ook, ze bieden geen uitkomst. Het oog van de Heere rust op wie Hem vrezen en hopen op Zijn trouw. “ ( Psalm 33 : 16 – 18 ) In de tijd van koning David werden toentertijd de paarden zo hoog gewaardeerd, en men was er zo afhankelijk van dat God de koningen van Israël verbood om de paarden te vermenigvuldigen. ( Deut. 17 : 16 ) zodat de Israëlieten niet in de verleiding zouden komen om erop te vertrouwen, en hun vertrouwen daardoor aan de hoop op God onttrokken zou worden.
We moeten er bijzonder op letten dat we de Heere altijd boven alles stellen, en Hem de eer geven van Zijn bijzondere genade in alles. God let op alle mensen, maar Zijn gunstig en welgevallig oog rust op degenen die Hem vrezen. Terwijl zij die op wapens en legers vertrouwen, op wagens en paarden uiteindelijk teleurgesteld zullen worden, is Gods volk veilig onder Zijn bescherming. Want de Heere zal onze ziel redden als we gaan sterven.
“ Wij verwachten vol verlangen de Heer, Hij is onze Hulp en ons Schild. Ja, om Hem is ons hart verblijd. Op Zijn heilige Naam vertrouwen wij. Schenk ons Uw trouw Heer, op U is al onze hoop gevestigd.” ( Psalm 33 : 20 – 22 ) Dit hopen is gegrond op Gods beloften die wij uit Zijn heilig en dierbaar Woord oplezen, en die Hij volgens het geloof in ons hart gewerkt heeft.