Hooglied ( 2 )

Hooglied 1 : 7 – 11 

In de tijd van het Oude Testament werden jonge meisjes onder de hoede van hun broers geplaatst. ( Gen. 24 : 50 ) Ze hadden niet veel in te brengen, en moesten zich naar de wensen van de mannelijke gezinsleden schikken. Het meisje uit het Hooglied had van haar broers de opdracht gekregen om hun wijngaarden te bewaken. Niemand was haar goedgezind omdat ze haar hart aan een man beloofd had zonder hen om toestemming te vragen. Daarom gaven de broers haar het zwaarste slavenwerk te doen. 

Terwijl het meisje haar werk deed gingen haar gedachten uit naar haar geliefde. Hij zwierf met zijn schapen door de velden van Sulem. Zo rond het middaguur kwamen de kudden bij een drinkplaats om uit te rusten. De vriendin van de herder wilde hem graag ontmoeten. Daarover dacht ze na. De geliefde van het meisje adviseerde haar aan om het spoor van de schapen te volgen, haar geiten mee te nemen en de tenten van de herders op te zoeken. De herder bezong intussen de schoonheid van zijn vriendin, en beloofde haar een gouden sieraad te zullen geven. 

Uit deze beeldspraak lees je een nederig gebed op van een kind van God, een gelovige, die weet dat alles van God buiten zichzelf ligt en die Christus bidt of Hij dichterbij komt. Elke gelovige weet dat er niets heerlijkers is dan Jezus Christus te kennen zoals Hij is. Alle andere vreugden in het leven vallen daarbij in het niet! In Hem komen zeer uiteenlopende eigenschappen samen. Niemand is met Hem te vergelijken. Daarom keerde het meisje uit Sulem zich af van de dochters van Jeruzalem. Zij is als de gelovige die beseft dat alleen Jezus zijn of haar Redder kan zijn. 

Christus is Degene die onze ziel uitnemend heeft liefgehad. Hij voorziet Zijn schapen genadig van voedsel en rust. Temidden van alle gebeurtenissen, en ups en downs hier op aarde geeft Hij ons precies wat wij nodig hebben. De vraag van het meisje is het gebed tot Hem die gezegd heeft: “ Bidt en u zal gegeven worden, zoekt en gij zult vinden, klopt, en de deur zal voor u opengaan! “ ( Matth. 7 : 17) In dit gebed haalt de gelovige het hart van Christus uit. Jezus geeft antwoord en zegt precies waar Hij te vinden is. Gelovige zielen zijn in de ogen van Christus mooier dan alle andere. Jezus kan Zich niet voorstellen dat Zijn kind niet weet waar Hij te vinden is. Toch is Hij van een overlopende liefde en nodigt vriendelijk uit om naar Zijn gemeente te komen, waar alle andere schapen ook te vinden zijn. Het meisje moet alles meenemen waar ze zorg voor draagt, de geiten incluis. Ze zijn allemaal welkom! Christus spreekt! Hij zegt hoe Hij over Zijn kind denkt. Terwijl de gelovige in zichzelf allerlei gebreken ziet, ziet Hij een parel van grote waarde. 

Zoals de herder uit het Hooglied zijn geliefde beschrijft, beschrijft Hij ons. Hij zegt: “ Je bent Mijn vriend / vriendin. Je bent Mijn gezelschap, Mijn vertrouweling! Deze uitspraak geeft aan dat Hij elke zucht en elk gebed van ons hoort. Wij hongeren allemaal naar de heerlijkheid van God, niet naar het eigen ik. In de duisternis van deze wereld heeft de lichtglans geschenen van het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het beeld van God is. ( 2 Kor. 4 : 4 ) 

In het Christelijk Evangelie gaat het om God; niet om ons. En als het wel om ons gaat, dan betekent het dat Hij zo’n hoge dunk van ons heeft dat Hij ons genadig in staat stelt om vreugde te beleven aan de voortdurende verheerlijking van Hem. Het meest liefdevolle dat Jezus voor ons kon doen was het tonen van Zijn heerlijkheid. Hij is de afstraling van de heerlijkheid van God. ( Hebr. 1 : 3 ) Hij is het beeld van de Onzichtbare ( Kol. 1 : 15 ) Als het licht van het Evangelie in ons hart straalt, is het de lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus. ( 2 Kor. 4 : 6 ) 

En het grote wonder is dat mensen die daar iets van zien, naar hetzelfde Beeld veranderd worden, van heerlijkheid tot heerlijkheid. ( 2 Kor. 3 : 18 ) Dit alles maakt ons los van onze obsessie voor onbenullige dingen. Het opent de ogen van ons hart en we gaan zien wat het geschapen heelal over Zijn heerlijkheid verkondigt. Het verlicht onze geest en tilt ons boven onze dagelijkse zorgen uit. Het is de Heere, de Bruidegom van Zijn kerk. Hij is ons genadig en voert door ons heen Zijn grote Plan uit.

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *