Het verdriet van de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest

Na de zondeval is het lijden in de wereld gekomen. Naast grote blijdschap kwamen er totaal andere emoties de wereld in. Als reactie op het lijden kregen de mensen verdriet. Het  is bijzonder om in de Bijbel te lezen dat de mensen niet de enigen waren die onder de zondeval leden. God leed minstens zo diep. 

“ De Heere zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. Hij kreeg er spijt van dat Hij de mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst. “ staat er in Genesis 6. In andere vertalingen wordt het woord verdrietig genoemd. 

Met deze woorden drukte Mozes het verdriet van God de Vader uit, die met grote teleurstelling aanzag hoe ver Zijn schepsel afstond van het ideaalbeeld dat Hij geschapen had. Dat leek in geen enkel opzicht nog op de mens aan wie Hij in het Paradijs de zorg voor Zijn schepping had toevertrouwd. ( Genesis 1 ) 

Dit verdriet zien we ook bij de Heere Jezus tijdens Zijn rondwandeling op aarde. 

“ Toen Hij Jeruzalem voor Zich zag liggen, begon Hij te huilen over het lot van de stad. “ Jezus had vlak voor Zijn sterven nog niet veel vrucht op Zijn missie gezien. Zijn leerlingen begrepen maar een fractie van wat Hij hen wilde leren. De theologische elite haatte Hem en de grote massa was het voor het grootste deel slechts om Zijn wonderen te doen. Voor deze mensen wilde Hij de smadelijke dood aan het kruis ondergaan! Terwijl Hij wist dat de meeste mensen Zijn Reddingsplan af zouden wijzen. Dat bedroefde Hem tot in het diepst van Zijn ziel. 

Toen de Heere Jezus het graf van Zijn vriend Lazarus bezocht was Hij diep ontroerd en Hij begon te huilen. ( Johannes 11 : 34 ) Jezus Christus was waarachtig mens en gevoelig voor indrukken van vreugde en verdriet. Voordat Hij het bewijs van Zijn Goddelijkheid gaf, liet Hij merken dat Hij mens was. Nergens in de Bijbel lezen we dat de Heere Jezus gelachen heeft. Meerdere keren lezen we wel over Zijn tranen. Hij was een Man van smarten, verzocht in krankheden. ( Jesaja 53 : 3 ) De Heere Jezus was tot in het diepst van Zijn ziel geraakt over de gevolgen van de zonde. Zo – intens ontroerd – bezocht Hij het graf van Lazarus. Hij wist dat daar de werkelijkheid, het zondeloon lag. 

“ Ik zal de liefde van de Heer gedenken, en Zijn roemrijke daden bezingen. Alles wat de Heer voor ons heeft gedaan, de goedheid die Hij het volk van Israël bewees in Zijn ontferming en onbegrensde liefde. / Maar zij zijn in opstand gekomen en hebben Zijn Heilige Geest bedroefd.” zei Jesaja. Met deze woorden gaf de profeet aan dat ondankbare en opstandige redenaties van Gods kinderen een kwelling en een groot verdriet zijn voor de Heilige Geest. 

Leerlingen van Jezus moeten er daarom naar streven dat ze alleen maar goede en waar nodig opbouwende woorden gebruiken die goeddoen aan wie ze horen. Anders maken ze de Heilige Geest bedroefd.  Hij is het stempel waarmee ze gemerkt zijn voor de dag van de verlossing. Ze moeten alle wrok, drift en boosheid laten varen, alle geschreeuw, gevloek en kwaadaardigheid. Ze moeten goed zijn voor elkaar, en elkaar steeds vergeven, zoals God hen in Christus vergeven heeft. ( Efeze 4 : 30 ) Ze moeten niets doen wat tegengesteld is aan Gods heilige natuur en Zijn wil. Ze moeten ook niet weigeren om naar Zijn raad te luisteren, en niet in opstand komen tegen Zijn leiding. Niet eerder dan op de dag van de opstanding begint hun volkomen geluk. Alle gelovigen zijn tot op die dag met de Heilige Geest verzegeld. God heeft hen hierdoor van ongelovigen onderscheiden.Hier op aarde blijven er helaas voor ons allemaal redenen te over om verdrietig te zijn. Gelukkig weet de Heere dat! Hij ziet ons als we ziek worden, of als er dierbaren overlijden. Hij ziet ons ook wanneer we geconfronteerd worden met het leed van anderen. 

“ Toch ziet U de pijn en het verdriet, U merkt het op en weegt het in Uw hand. “ ( Psalm 10 : 14 ) staat er in psalm 10. 

De Elohim wil ons ervan overtuigen dat het verdriet dat wij hier op aarde te verduren hebben maar tijdelijk is, en laat de apostel Petrus ons troosten met de woorden:  “ U ziet de redding tegemoet die aan het einde van de tijd zeker geopenbaard zal worden. Verheug u hierover, ook al moet u nu tot uw verdriet nog allerlei beproevingen verduren. Zo kan de echtheid van uw geloof blijken, die veel kostbaarder is dan het onvergankelijk goud. Goud wordt ook in het vuur beproefd, gelouterd en getoetst. Zo verwerven wij lof, eer en roem, wanneer Jezus Christus Zich zal openbaren. “ ( 1 Petrus 1 : 5 – 7 ) schreef de apostel.  

Betekent dit dat we hier op aarde niets goeds te verwachten hebben? Dat hoeft niet. Het betekent echter wel dat we altijd voorbereid moeten zijn op verdriet en kruis. 

We mogen hier tegenover stellen dat iedere gezonde christen altijd wel iets heeft waarover hij zich verheugen kan. De grootste blijdschap van een gezonde christen heeft met geestelijke en hemelse dingen te maken. Zijn blijdschap komt voort uit een uitnemende schat, waarvan hij heel zeker is: de Heere Jezus Christus. Maar ook de beste christen kan allerlei soorten tegenspoeden te verduren krijgen.Tegenslagen  komen zelden alleen en ze zijn er veel en veelsoortig. Het resultaat ervan is grote droefheid. Toch is verdriet tijdelijk. In feite beproeft de Elohim alles in ons wat nog goed is. We mogen tijdens beproevingen weten dat de Heere Jezus voor ons bidt dat ons geloof niet op zal houden. En terwijl zelfs goud op den duur zal vergaan, zal het geloof ons eeuwige winst opleveren. 

De Heere wil ons altijd helpen. Wanneer Hij zegt: “ Ik ben uw God ” bedoelt Hij: “ Ik zal altijd je God zijn. Jouw leven in Mij en met Mij zal nooit zijn waarde verliezen. Dat kan niet want Ik ben je God. Je leven zal een ervaring zijn van groeien en bloeien. Wat van Mij is, tast Ik niet aan. Ik maak het steeds beter, tot in eeuwigheid. “ ( MH, NBV, SV, Piper ) 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *