Nog voor Hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriester en de oudsten van het volk was gestuurd. Met hen had de verrader een teken afgesproken. “ Degene die ik kus “ had hij gezegd, “ die is het, die moet je gevangen nemen. “ Hij liep recht op Jezus af en zei: “ gegroet Rabbi! “ en kuste Hem. Jezus zei tegen Hem: “ vriend, ben je daarvoor gekomen? “ Daarop kwam de bende naderbij, ze grepen Jezus vast en namen Hem gevangen. ( Matth. 26 : 47 – 50 )
Door de donkere nacht snelde een cohort Romeinse soldaten. Jeruzalem dat vol pelgrims gestroomd was werkte Pilatus op zijn zenuwen. De rapportages over de zegenrijke intocht van Jezus hadden hem ongelooflijk gestressd gemaakt. Een opstand tijdens het Pesachfeest was wel het laatste waar hij behoefte aan had. Hij had zijn verdediging op volle sterkte gebracht. Een cohort soldaten was normaal gesproken 600 man sterk. Soms zette Pilatus ook een manipel in, 200 man. Een manipel vormde een belangrijke tactische eenheid die makkelijker te besturen was dan een heel cohort. Deze nacht was het uur van de duisternis. Judas had zich gemeld! Een zenuwachtige opwinding maakte zich van iedereen meester. Nu de vorst van de vrede verraden moest worden bracht de satan zijn volledige sterkte op de been. De dienaren van de hogepriester, en de farizeeën sloten de rijen. Helemaal aan het hoofd van de duistere bende Judas.
Honderden soldaten, de hele theologische elite en Judas. Dat alles om de Heere Jezus van de aarde weg te vagen en Zijn verlossingswerk teniet te doen. Ze hadden zich voorbereid alsof de grootste misdadiger van het universum opgepakt moest worden. Verwachtten ze de hosanna roepende menigte ( Matth. 21 : 1 – 17 ) ? Overal flikkerende zwaarden en zwaaiende stokken. Het hele scenario zag eruit alsof het einde van de wereld aangebroken was.
Terwijl Jezus Zijn waarschuwing over het komende geweld beëindigde ( Matth. 26 : 45 ) kwam Judas eraan. Niemand dan de bende en Jezus wisten van Zijn verraderlijke geste. “ Degenen die ik kus, die is het, die moet je gevangen nemen “ had hij gezegd. Judas veranderde de meest mooie en uitdrukkingsvolle uiting van respect, liefde en vriendschap in een gebaar van verraad.
“ Gegroet Rabbi “ zei hij, en kuste Jezus.
En Jezus? Hij bleef Dezelfde.
“ Vriend “ zei Hij. Wat moet Zijn hart verdrietig zijn geweest. “ Ben je daarvoor gekomen? “ Wij leren van Jezus om ons onder de grootste tergingen van bitterheid te onthouden. Bitterheid vergiftigt onze geest en ontneemt ons alle levensvreugde. Bitterheid en wrok steken veel andere mensen aan,en zorgen ervoor dat haat wortel kan schieten in de harten van velen. ( Hebreeën 12 : 15 )
Soldaten, dienaren van de hogepriester en farizeeën hadden geen boodschap aan de vraag van de Heere Jezus. Het maakte hen niets uit, ze moesten Jezus hebben. De hele bende stortte zich als één man op de Heere Jezus, en nam Hem gevangen.
Zo werd de Levensvorst van Zijn vrijheid beroofd. Jezus, de Overwinnaar liet Zich overwinnen. De straf, die ons de vrede aanbracht, daalde op Hem neer. ( Jesaja 53 : 3,4,5 )