Toen de avond was gevallen, lag Hij samen met de twaalf aan voor de maaltijd. Onder het eten zei Hij tegen hen : “ Ik verzeker jullie : één van jullie zal Mij uitleveren. Dit bedroefde hen zeer, en de één na de ander vroegen zij Hem: “ Ik toch niet Heer? “ Hij antwoordde: “ Hij die samen met Mij zijn hand in de schotel doopte, die zal Mij uitleveren. De Mensenzoon zal heengaan zoals over Hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt. Het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was. Toen zei Judas die Hem zou uitleveren: “ Ik ben het toch niet, rabbi? “ Jezus antwoordde: “ Jij zegt het. “ Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit en gaf de leerlingen ervan met de woorden: “ Neem, eet, dit is Mijn lichaam. “ En Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: “ Drink allen hieruit. Dit is Mijn bloed, het bloed van het verbond dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden.” ( Math. 26 : 20 – 28 )
Hoewel we bezorgd, alert, en waakzaam zijn nu het coronavirus onder ons rondwaart, weet niemand met zekerheid te zeggen wat ons te wachten staat als we ziek worden. De Heere Jezus daarentegen wist wat Hem te wachten stond. Hij wist tot in elk minutieus detail wat Zijn bitter lijden en sterven in zou houden. Het is tekenend voor Zijn weergaloze liefde dat Hij zich niet terugtrok nu Zijn einde voor de deur stond. Maar niets van dat alles. Rustig en zeker alsof er niets aan de hand was lag Hij samen met de twaalf aan de tafel. De zorgvuldig voorbereide maaltijd begon. Jezus had hen vaak verteld dat Hij door de mensen overgeleverd zou worden. Alle leerlingen dachten direct aan griezelige gevaarlijke en moorddadige mensen. Niemand bevroedde dat de moordenaar zich onder hen bevond. Maar toen de maaltijd begonnen was, vertelde Jezus met enkele woorden de waarheid.
“ Eén van jullie zal Mij uitleveren. “ zei Hij. Zijn woorden hadden het effect van een bominslag in de harten van de leerlingen. Een zware, nog zwaardere last viel op hun ziel. Ze keken in hun hart en wisten het. Dat ze overal toe in staat waren. Niemand zei nog dat het een onmogelijke zaak was dat er zoiets zou gebeuren. Een akelige stilte viel. Zacht uitgesproken schuldige vragen welden op. “ Ben ik het Heer, die U verraden zal? “ Ongetwijfeld hadden de vele spannende situaties hun psyche al dusdanig belast dat ze niet meer voor hun integriteit instonden. Een mens in het nauw is tot alles in staat als de Heere het niet voorkomt. De leerlingen werden somber en bijzonder verdrietig. Waarom moest alles zo treurig aflopen? Zo hopeloos?
Het gesprek ging een totaal andere kant uit dan ze gewend waren. Normaal gesproken legde de vader van het gezin tijdens de Pesachmaaltijd de betekenis van de verschillende elementen van het feest uit. Maar nu, niets van dat alles. Wat een feestelijk gedachtenismaal had moeten worden, werd een voorbereiding voor een begrafenis.
Hoewel het Judas openlijk aangezegd werd dat hij de dader zou zijn, verried zijn houding geen enkele emotie. Hij bleef gewoon aan tafel zitten. En zo ging het moordplan voor onze Heere en Heiland door.
Jezus brak het brood en sprak de gewijde woorden uit. Zo deed Hij ook met de wijn. Terwijl Hij dit deed, stelde Hij een nieuw sacrament in. Hij wees heen naar de oude woorden, met een nieuwe variant. Een diepere dimensie. Christus werd het Paasoffer, waardoor verzoening bewerkt werd. ( 1 Kor. 5 : 7 ) Wij, die eeuwen na Hem komen mogen door ons geloof weten dat ons Pascha voor ons geslacht is, namelijk Christus.
De instelling van het Heilig Avondmaal ontving zijn identiteit en betekenis door God. Veel later zou de apostel Paulus in zijn rede over deze instelling Jezus Christus steeds de Heere noemen. Omdat Hij als Heer en Meester over alles deze instelling voor ons heeft voorgeschreven. ( 1 Kor. 11 : 23 )
De Heere Jezus nam het brood en zette het door gebed en dankzegging voor een heilig Doel apart. Woorden waren niet nodig want Christus kon de zegen gebieden. Hij hoefde er niet om te vragen want Hij was God.
Hierna brak Hij het brood. Zonder dat de leerlingen het beseften had het betrekking op Zijn lichaam dat binnen enkele uren totaal verbrijzeld in het graf zou liggen. Dat allemaal om onze zonden.
Zoals Hij eens bij het meer van Gennesareth het brood brak en doorgaf, zo deed Hij dat nu ook. Niet voor duizenden mensen, het waren maar enkele jongeren. Echter, door de eeuwen heen wordt het brood nog steeds gebroken en vermenigvuldigd. Dat is een groot wonder.
“ Neem, en eet “ zei de Heere Jezus. Wij mogen deze oproep letterlijk nemen, want wij die de woorden lezen worden opgeroepen om Christus aan te nemen, zoals Hij voor ons geofferd werd. “ Ontvang de verzoening, erken haar, en stem ermee in. “ zei JHWH zelf.
Het geloof brengt alles wat het sterven van Christus uitwerkt over naar onze ziel. Dat is een uiterst persoonlijk gebeuren. Het is iets tussen Hem en ons alleen.
Er gebeurt iets in ons hart. Het verblijdt zich intens want het geniet van Zijn genade.
Hierna nam Jezus de drinkbeker en deelde die aan Zijn leerlingen rond. Opnieuw een hartelijke uitnodiging die tegelijk een opdracht was om Zijn genade aan te nemen. De wijn zag op het bloed van Jezus dat uit Zijn vele wonden neer zou stromen. Om onze schuld te verzoenen. Zijn bloed was de rode inkt waarmee Hij de akte van verzoening met de Vader tekenen zou. Dit bloed en deze akte zijn de grond van alle geestelijke en lichamelijke zegeningen die wij ontvangen.
“ Hij was het Die onze ziekte droeg, Die ons lijden op Zich nam. “ ( Jesaja 53 : 4a )
“ Maar de Heer wilde Hem breken, Hij maakte Hem ziek “ ( vs 10 )
“ Hij offerde Zijn leven voor hun schuld “ ( vs 11 )
Leerlingen van Jezus geloven dat door dit sterven hun eigen leed, ziekte en sterven niet meer het einde van alles betekenen. Hij maakte lijden en dood voor hen tot een doorgang naar het eeuwige leven.
Ieder die dit vol vertrouwen van Hem verwacht, die maakt zichzelf zoals Jezus was. ( 1 Joh. 3 : 3 )