De soldaten van de prefect namen Jezus mee naar het pretorium en verzamelden de hele cohort om Hem heen. Ze kleedden Hem uit en deden Hem een scharlakenrode mantel om. Ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op Zijn hoofd. Ze gaven Hem een rietstok in Zijn rechterhand en vielen voor Hem op de knieën. Spottend zeiden ze: “ Gegroet, Koning van de Joden!” En ze spuwden op Hem, pakten Hem de rietstok weer af, en sloegen Hem tegen het hoofd. Nadat ze Hem zo bespot hadden, trokken ze Hem de mantel uit, deden Hem Zijn kleren weer aan, en leidden Hem weg om te kruisigen. ( Matth. 27 : 27 – 31 )
In het rechthuis – het huis van de stadhouder, werd een gruwelijk toneel gereedgemaakt. Niemand diende bezwaar tegen het vonnis in. Met wreedaardig genoegen sleepten de soldaten van de prefect Jezus naar het pretorium. De hele cohort werd opgetrommeld om getuige te zijn van de vernederingen die de Heere Jezus moest ondergaan. Minstens 200 man wreef zich bij het vooruitzicht van de terechtstelling vergenoegd in de handen. Ruwe mannen scheurden Zijn kleding van Hem af. Vervolgens wierpen ze Hem een purperen mantel om. Een of andere oude rode mantel die de Romeinse soldaten normaliter droegen. Ze hadden goed gehoord dat deze Man pretendeerde een koning te zijn. Dat het de waarheid was, kwam niet in hen op. Honend riepen ze Zijn Namen. Zijn kleding was een armzalige nabootsing van Zijn koninklijke waardigheid. Het was bedoeld om Hem des te belachelijk voor te kunnen stellen.
Gnuivend vlochten ze een grillige kroon van doornen en drukten die op Zijn hoofd. ( vs 29 ) Doornen zijn een teken van verdrukking. Bij het opzetten staken de scherpe doornen in Zijn hoofd. Er droop bloed naar beneden. Ze gaven Hem een rietstok in de hand. Dit was als nabootsing van een scepter bedoeld. Normaal gesproken een teken van koninklijke waardigheid. Ze dachten dat Zijn koninkrijk een farce was. Maar ze vergisten zich jammerlijk, Zijn koninkrijk is voor eeuwig en altijd!
Vervolgens vielen ze voor Hem op de knieën en brachten Hem spottend hulde. Zo maakten zij Zijn aanspraak op de oppermacht belachelijk.
Als een koning hulde gebracht werd, kuste men hem als teken van trouw. Maar Jezus spogen ze in het gezicht. Met de rietstok sloegen ze op Zijn hoofd. Al deze ellende en schande onderging Hij opdat wij eeuwig leven, vreugde en heerlijkheid zouden verwerven.
Nadat ze Hem zolang als ze nodig vonden bespot en mishandeld hadden, deden ze Hem de mantel af en Zijn eigen kleding weer aan. Dit deden ze omdat het de gewoonte was dat de kleding van een gekruisigde onder de beulen verdeeld zou worden. Toen leidden ze Jezus weg om gekruisigd te worden. Als een lam werd Hij ter slachting geleid. Als een Offer naar het altaar.