Hebr 5 : 1 – 10

Het thema dat de apostel Paulus al eerder geïntroduceerd had: Christus, de volmaakte Hogepriester, wordt in Hebreeën 5 grondig door de apostel uitgediept. Christus is de gekozen Hogepriester, gekozen door niemand minder dan God Zelf. Jezus was altijd solidair met hen die Hij vertegenwoordigde. ( 5 : 1 – 6 ) Zijn gehoorzaamheid tot in de dood maakte Hem tot Redder voor mensen die Hem gehoorzaamden. ( 5 : 7 – 9 ) 

Paulus gaat verder met het beschrijven van de aard van het priesterschap in het algemeen. Hij beschrijft tot welke soort van wezens de hogepriester moet behoren. De hogepriester moet uit de mensen genomen worden. Hij moet een mens zijn zoals wij. Want God kan een zondig mens niet toestaan om onmiddellijk en alleen naar Hem toe te gaan. God wilde iemand uit de mensen nemen door wie wij met hoop zouden kunnen naderen. De hogepriester had als taak om alle gaven en vrijwillige offers aan de Heere aan te bieden. Ze waren een erkenning dat al het onze van Hem vandaan komt, en tot Hem terugkeert. De hogepriester had de taak om te beoordelen of de offers vrijwillig gegeven werden, dan pas zou het een gave zijn namelijk. Kort en goed, een hogepriester was een door God gekozen mens die tussenpersoon was in Gods rituele contacten met Zijn volk. De offeranden en offers hadden als doel de door de zonde verbroken relatie te herstellen. ( 2 : 17 ) De hogepriester had ook als taak om de slechte daden van de mensen uit te wissen. Dat wees heen naar het offer dat de Heere Jezus aan het kruis volbracht had. 

De persoon van de hogepriester moest aan veel eisen voldoen. Hij moest iemand zijn die medelijden kan hebben met mensen die nog onwetend waren, en hij moest bereid zijn om de mensen op te leiden tot kennis, en tot het kennen van de levende God. Bovendien moest het hart van de hogepriester vol liefde zijn om mensen terug te brengen van zijwegen waarop ze aan het dwalen waren en terug te leiden naar de rechte weg. De logische conclusie is dat het hart van de hogepriester vol geduld en medelijden moest zijn. 

Het ambt van het priesterschap was een bijzonder grote eer. Alleen mensen die door God geroepen zijn kunnen Zijn zegen over zichzelf en over hun bediening verwachten. Het is een opvallend gegeven dat Christus Zichzelf die eer niet toe wilde eigenen. Hij deed niets, tenzij Hij daarvoor een opdracht gekregen had. ( vs 5 ) Toen Paulus dit allemaal uitgelegd had, nam Hij Aäron de hogepriester als voorbeeld. Hij gaf aan dat Christus de voorkeur genoot boven Aäron. De Elohim had nooit tegen Aäron gezegd dat hij Zijn Zoon was. Het priesterschap van Aäron was maar tijdelijk, maar het priesterschap van Jezus zou eeuwig zijn. Andere priesters moesten slachtoffers offeren voor de zonden van zichzelf en van het volk. Maar Jezus Christus hoefde niet voor Zijn eigen zonden te offeren. Jezus wilde een sterfelijk mens worden. Jezus onderwierp zich aan de dood. Hij werd vrijwillig een verzochte, bloedende, sterfelijke man. God de Vader had macht Hem van de dood te redden. Maar Hij heeft dat niet gedaan. Uit goedheid voor ons liet Hij Zijn geliefde Zoon de bittere lijdensbeker tot op de bodem toe leegdrinken. 

Jezus heeft veel gebeden en smekingen tot Zijn Vader gezonden. De Evangeliën staan vol voorbeelden van Zijn gebeden. Ze waren zelfs vermengd met sterke uitroepen en tranen. Daaruit blijft Hij ons grote voorbeeld van hoe wij bidden mogen. Christus werd verhoord! Hij werd door de dood heengedragen. Door Zijn lijden heeft de Heere Jezus  gehoorzaamheid geleerd. Daarom mogen wij niet verwachten van lijden verschoond te blijven wanneer we Hem radicaal navolgen.  We moeten in al onze beproevingen gehoorzaam blijven aan de wil van God. Want de uitkomst voor Jezus was weergaloos mooi: Door Zijn lijden is Hij de Bewerker van de eeuwige zaligheid van de mensen geworden. Jezus is tot Koning verheven om over ons te heersen, tot Zaligmaker om ons te verlossen! 

Wie Hem volgt, zal in navolging van Hem ook veel mensen tot zegen zijn. De citaten uit dit schitterende Bijbelgedeelte schrijven aan Christus de koninklijke en priesterlijke functie toe die binnen Israël van elkaar gescheiden werden omdat de koning uit de stam van David stamde en de priester uit de stam van Aäron. Dankzij Zijn gehoorzaamheid gedurende Zijn hele lijdensweg is Christus geschikt om de volmaakte hogepriester te zijn. ( SV met kantt, met uitleg, Studie bijbels, NBV, HSV ) 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *