Handelingen 20 : 32 – 39

De apostel Paulus nam afscheid van de gemeente van Efeze. Deze stad was na Korinthe de laatste grote halteplaats van de zendingsreizen die hij tijdens zijn leven als dienstknecht van Jezus Christus heeft gemaakt. Hierna zou hij als gevangene naar Rome gaan om zich voor de keizer te verantwoorden. Niet alleen het onderwijs van Paulus kwam uitgebreid aan bod, ook de wonderen die God door hem heen had verricht. Lucas – die alles opgeschreven heeft – heeft niet zonder meer zoveel aandacht aan het verblijf van Paulus in Efeze besteed. De stad zat boordevol magische praktijken. Daarom werd de macht en kracht van God vooral ook zichtbaar op het terrein van het bovennatuurlijke. 

Zijn afscheidstoespraak voor de oudsten van de gemeente van Efeze tonen duidelijk de liefde en genegenheid van Paulus voor deze gemeente. Zijn laatste aanwijzingen vormen feitelijk een geestelijk testament. In dit testament heeft Paulus opgenomen wat hij door de kracht van God in Efeze tot stand had gebracht, maar hij kondigde eveneens de moeilijkheden aan die hij voorzien heeft. Bovendien waarschuwde hij de gemeente voor de gevaren die hen bedreigden. Hij vertrouwde de gemeenteleden toe aan de Heer en aan het “ Woord van Zijn genade “ : de boodschap die God gebruikt heeft om Zijn gemeente te bouwen. Dit woord bevatte alle ingrediënten die nodig waren om opgebouwd te worden. Zoals je een huis bouwt, kan er een gemeente ontplooid worden. God is bij machte om tegen alle geestelijke bedreigingen en gevaren in, een gemeente te bouwen en tot bloei te laten komen. Deze God kon ook de discipelen in Efeze een erfdeel geven onder allen die geloven, aldus Paulus. 

Het begrip ” erfdeel ”  is afkomstig uit het Oude Testament. Daar staat beschreven hoe iedere Israëliet een erfdeel toegewezen kreeg, een blijvend bezit. ( Num. 33 / Deut. 19 ) Zoals de twaalf stammen van Israël na een lange tijd van strijden het land in bezit mochten nemen, zo mocht de gemeente van Christus weten dat ze een erfdeel bezat in de hemel, bij Christus. Ook dit erfdeel moest door veel strijd ingenomen worden. Dit erfdeel was de volle uitwerking van Gods beloften. Het ging om het eeuwige leven. Paulus sprak de gelovigen in Efeze aan met het woord : hegiasmenois. Dat betekent zoveel als: geheiligden, maar er zit ook een tijdsaanduiding in opgesloten. Het geheiligd zijn gold voor wat er in het verleden tot stand was gekomen, maar het bleef Gode zij dank een geldend feit voor de toekomst. 

Het is belangrijk om te weten dat Efeze op een belangrijk kruispunt van verschillende wegen lag. Veel mensen uit heel Klein – Azië hadden de apostel horen prediken terwijl ze op doorreis waren en via Efeze reisden. Sommige van hen hebben, eenmaal thuisgekomen, zelf ook het evangelie gebracht. Zo zijn er in Klein – Azië verschillende gemeenschappen van gelovigen gesticht. We weten bijvoorbeeld dat Epafras, nadat hij bij Paulus in de leer was, waarschijnlijk gemeenten gesticht heeft in het dal van de Lycus, en geholpen heeft bij de stichting van deze gemeenten. Ook de andere gemeenten die in Openbaringen 2 en 3 genoemd worden, stammen uit die tijd. Op deze manier hoorden alle christenen in Klein – Azië via zijn leerlingen over hem, en het onderwijs dat hij gaf. Vanuit Efeze was Paulus eerst naar Macedonië en later naar Griekenland gegaan. Al in Milete – toen hij daar de oudsten uit Efeze had ontmoet – had Paulus gewaarschuwd dat leraren die een valse leer verkondigden, vaste voet probeerden te krijgen bij de gelovigen die zij onder hun hoede hadden. ( Hand. 20 : 29 – 30 ) Efeze was dus een stad waarin de gemeente van Christus zich in een complexe situatie bevond. De gemeente lag midden in een heidense cultuur, vol heidense gewoonten. 

Paulus zei in zijn afscheidsrede dat niemand hem ervan had kunnen beschuldigen dat hij zijn apostelschap had gebruikt om er beter van te worden. Hij had voor zijn eigen levensonderhoud gezorgd en van niemand zilver, goud of kleding gevraagd. Zilver, goud, en kleding worden in de oudheid wel vaker in één adem genoemd. ( Gen. 24 : 53 / Ex. 3 : 22 / 2 Kon. 5 : 5 / Jak. 5 : 2, 3 ) Het waren tekenen van aanzien en status. Paulus had deze zaken niet gezocht en van niemand gevraagd. Hij had zijn brood met zijn eigen handen verdiend, in de hoedanigheid als tentenmaker. Met deze professie had hij niet alleen in zijn eigen onderhoud, maar ook in dat van zijn medewerkers voorzien. Op hun beurt hadden die medewerkers ook niets van anderen verlangd. 

Paulus` bediening had een voorbeeldfunctie voor anderen. Zoals hij zich het lot van sociaal zwakkeren had aangetrokken, moesten zij dat ook doen. Om zijn woorden kracht bij te zetten haalde Paulus hierbij het voorbeeld van Jezus Zelf aan, die Zijn bloed als een offer voor zondaren had uitgegoten, en gezegd had dat het zaliger was om te geven dan om te ontvangen. 

Alles was gezegd. Paulus zweeg. Hij vertrok uit Efeze. Eerst bad hij nog samen met de oudsten. Dankzegging en voorbeden zullen elkaar ongetwijfeld hebben afgewisseld. Na het Amen volgde er een emotioneel afscheid. Paulus werd door alle oudsten omhelsd en gekust. Dat vonden ze allemaal heel gewoon. Iedereen barstte in tranen uit want Paulus had gezegd dat ze hem niet meer terug zouden zien. De oudsten toonden diepe en oprechte gevoelens voor de leermeester die hen drie jaar lang had onderwezen. Ze zouden hem vreselijk missen, maar gelukkig bleef de Opperherder in Efeze. Die zou hen door de Heilige Geest alles leren en indachtig maken wat Paulus had gezegd. 

https://www.youtube.com/watch?v=O5isYiTEUE4&list=RDO5isYiTEUE4&start_radio=1&rv=O5isYiTEUE4&t=3

 

 

One response to “Handelingen 20 : 32 – 39

  1. Wow, fantastic blog format! How lengthy have you ever been blogging for?
    you make blogging look easy. The total glance of your site is great, let
    alone the content material! You can see similar here <a href="[Link deleted]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *