Handelingen 2 : 43 – 47

“Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis, en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vreugde. “ ( Handelingen 2 : 46 ) 

Naar de belofte van Jezus ( Hand. 1 : 8 ) daalde de Heilige Geest neer op de leerlingen. Deze gave was een antwoord op de gave van de wet die met Pinksteren gevierd werd. De gave van de Heilige Geest en van de profetie was een zegen, waarnaar Mozes al had uitgezien.  ( Num. 11 : 29 ) De Heilige Geest maakte mensen tot het volk van God. Het was onmogelijk dat dit feit geen schifting onder de Israëlieten aanbracht. Alleen zij die geloven dat Jezus de Messias is die uit de dood is opgewekt, kunnen namelijk de Heilige Geest ontvangen. ( vs 38 – 40 ) Het leven in de eerste christelijke gemeente zou het concrete bewijs daarvan vormen. ( vs 42 – 47 ) 

De oorspronkelijke kerk hield zich nauwkeurig aan de heilige inzettingen. Het waren de wegen waarin God beloofd had Zelf aanwezig te willen zijn. De leden van de gemeente waren ijverig en standvastig in hun bijwonen van de prediking van het Woord. Zij volhardden in de leer van de apostelen en ze onderhielden de gemeenschap van de heiligen. Ze ontmoetten elkaar in de tempel; daar was hun ontmoetingsplaats. De aanbidding van God was hun dagelijks werk. ze waren één van hart en één van zin. Er was geen wanklank te horen, niemand maakte ruzie. Heilige liefde voor elkaar stond in het middelpunt. Bovendien vierden ze regelmatig het  Heilig Avondmaal. Ze braken brood van huis tot huis. Ze hielden het sacrament in hun eigen woningen en trokken bovendien van de ene naar de andere synagoge of kapel. Dan vierden ze met alle broeders en zusters die ze ontmoetten het Heilig Avondmaal. 

Zowel voor als na de uitstorting van de Heilige Geest waren de christenen voortdurend in gebed. Het gebed zal nooit overbodig worden, tot op het moment in de hemel dat de eeuwige Halleluja`s zullen beginnen.De mensen hielden ontzettend veel van elkaar, en hun samenkomsten en erediensten zorgden ervoor dat dat alleen maar meer werd. Er werden regelmatig ontmoetingen gearrangeerd voor christelijke gesprekken. ( vs 44 ) Op die manier werden ze aan elkaar verbonden, en zo gaven ze uiting aan hun wederkerige liefde. 

Er bestond zo’n bereidheid om elkaar bij te staan dat je wel zou kunnen zeggen dat alles gedeeld werd, overeenkomstig de wet der vriendschap. De troost die ze aan de tafel van de Heere ontvingen, namen de mensen mee naar huis. Vervolgens brachten ze hun blijdschap en dankbaarheid verder naar allen die hen lief en dierbaar waren. Niemand heeft zoveel redenen om blij te zijn dan een oprechte christen. Ze aten niet alleen, maar verwelkomden ook andere mensen aan hun tafel. Ze waren ruimhartig en vrijgevig. Iedereen was van harte welkom! Tenslotte richtten ze een fonds voor liefdadigheid op. Volgens de overlevering deden ze niet al hun eigendommen teniet, maar ruimden ze hun zelfzucht en ego op. 

Daarop gebeurden er steeds meer wonderen. De Heere erkende hen en gaf hun tekenen van Zijn voortdurende aanwezigheid. ( vs 43 ) Hij gaf hen niet alleen de macht om wonderen tot stand te brengen, maar zorgde er ook voor dat het hele volk het zag en opmerkte. Ze werden door de leerlingen beïnvloed. Iedereen kwam onder de indruk van de geestelijke gaven die ze bij het volk van God op mochten merken. Het grootste gedeelte van het volk had respect voor hen. Iedereen kwam tot zichzelf. De volkswoede – die sinds de kruisiging en dood van de Heere Jezus hoogtij had gevierd – kwam tot bedaren. Ze kregen allemaal hun gezonde verstand terug. Eerlijke Godsvrees en hartelijke liefdadigheid hadden daarvoor gezorgd. Elke dag kwamen er mensen bij die zich aangetrokken voelden tot de gemeente van God in Jeruzalem! 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *