Handelingen 2 : 25 – 28

“ David zegt immers over Hem: “ Steeds houd ik de Heer voor ogen, HIj is aan mijn zijde, ik wankel niet. Daarom verheugt zich mijn hart en jubelt mijn tong van blijdschap. Ja, mijn lichaam zal behouden blijven. Want U zult mij niet overleveren aan het dodenrijk, en het lichaam van Uw trouwe Dienaar zal niet tot ontbinding overgaan. U hebt Mij de weg naar het leven getoond. Uw nabijheid zal mij vervullen met vreugde.” ( Handelingen 2 : 25 – 28 ) 

De woorden die Petrus aanhaalde vormen een citaat uit Psalm 16. De woorden geven aan dat Jezus zelfs in Zijn dood heel dichtbij Zijn Vader was. Ze geven de voortdurende achting weer die Jezus God toedroeg. Hij stelde Zich in elk detail van Zijn leven de heerlijkheid en eer van Zijn Vader voor. Dat kwam omdat Hij de innerlijke verzekering van Zijn aanwezigheid en macht gekregen had. 

“ Steeds houdt ik de Heer voor ogen. Met Hem aan mijn zijde wankel ik niet. Daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel. Mijn lichaam voelt zich veilig en beschut. U levert mij niet over aan het dodenrijk. En laat Uw trouwe dienaar het graf niet zien. U wijst mij de weg naar het leven. Overvloedige vreugde in Uw nabijheid. Voor altijd een lieflijke plek aan Uw zijde. “ ( Psalm 16 : 8 – 11 ) 

Jezus verheugde Zich uitermate omdat Hij altijd het ultieme doel voor ogen hield. De afloop van Gods zaak zou volledig aan het plan, het Genadeverbond beantwoorden. Jezus wist dat Zijn ziel niet blijvend van Zijn lichaam gescheiden zou worden. Hoewel Hij sterven moest, zou Hij zelfs in de dagen dat Hij voor iedereen onzichtbaar was niet door Hem verlaten worden. De dood en pijn van Jezus waren de doorgang tot een gezegende onsterfelijkheid. Al Zijn droefheden en smarten zouden in een volmaakt geluk eindigen. Het loon dat Hem voorgesteld was, hield totale volheid van blijdschap en vreugde in. Het is de vreugde van onze God, waarin Zijn leerlingen ook zullen binnengaan, en waarin ze voor eeuwig gelukkig zullen zijn. De weg van Christus is een weg van leven. Christus zou zich na Zijn hemelvaart eeuwig verblijden daar, in de nabijheid van Zijn Vader. Als Christus zich zo verblijdt, mogen wij dat ook doen.