Handelingen 1 : 4, 5

Op de dag dat Jezus naar de hemel ging, zei Hij tegen de apostelen: ‘ Jullie moeten in Jeruzalem blijven. Blijf daar wachten. Want Mijn Vader heeft beloofd om jullie de Heilige Geest te geven. Dat heb Ik jullie al verteld. Het zal over een paar dagen gebeuren:  dan zullen jullie door de Heilige Geest gedoopt worden. Dat is anders dan toen Johannes mensen doopte, want Johannes doopte met water. ‘ 

Bovenstaande woorden van Lucas heeft de Heere Jezus uitgesproken bij de laatste maaltijd die Hij samen met Zijn leerlingen gegeten heeft. ( Lucas 24 : 49 ) ‘ Blijf in de stad totdat jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed. ‘ had Hij gezegd. 

Het zou niet lang meer duren, Jezus gaf Zijn leerlingen een verzekering dat ze nu spoedig de Heilige Geest zouden ontvangen. Het bevel van Jezus had als doel om de verwachting van Zijn leerlingen te intensiveren en hooggespannen te maken. Ze moesten wachten in Jeruzalem, de plaats waar Jezus veroordeeld en berecht was. Daar, op die plaats zou Hij ook verheerlijkt worden. Jeruzalem vormde de meest geschikte plaats om het leven van de Heere Jezus tot de roem en eer te brengen Die Hij door Zijn bitter lijden en sterven had verdiend. 

Jezus had de Heilige Geest al over Zijn leerlingen geblazen. ( Joh. 20 : 22 ) Hij had ze dus al gezegend. Maar nu zouden ze ook Zijn gaven, genadebewijzen, en troost in rijke mate ontvangen, en daar zelf deel aan krijgen. 

Priesters die ingewijd werden in de dienst aan God werden met water gedoopt en gewassen wanneer zij tot die dienst gewijd werden. De leerlingen zouden nu de betekenende zaak ervan ontvangen. Hierdoor zouden ze krachtiger aan de Heere Jezus verbonden worden dan ooit! Ze zouden zò krachtig aan Hem verbonden worden, dat ze Hem nooit meer zouden verloochenen. 

De Heilige Geest – de Geest van God – wordt gegeven door het Woord van God. Ze wordt ook gegeven door het geloof. ( 1 : 8 / 2 : 33 / Efeze 1 : 13 ) Het ging om de belofte van de Vader. Hij gaf de Heilige Geest als de Vader van alle barmhartigheid. 

Dat hadden de leerlingen al vaker van Jezus gehoord. Meerdere keren had Hij verzekerd dat de Trooster komen zou. Jezus herinnerde Zijn leerlingen aan het feit dat Johannes de Doper had gezegd: “ Ik doop u wel met water, maar Die na Mij komt, zal u dopen met de Heilige Geest. “ ( Matth. 14 : 1 – 12 ) (zie ook Joh. 14 : 16 / 15 : 26 / 16 : 7, 13 ) 

Jezus moest eerst verheerlijkt worden, voordat de leerlingen de Heilige Geest konden ontvangen. ( vgl. Joh. 7 : 39, 40 ) Pas na de Hemelvaart kon Hij Zijn Geest volledig uitstorten. ( Hand. 2 : 33 vgl. Joh. 16 : 7 ) Zover was het nu nog niet. 

Handelingen 1 : 5 begint met het voegwoord want – hoti en leidt een directe rede in. Deze constructie wijst op de verleden tijd, waarin de Heere al eerder had gezegd dat Johannes wel met water doopte, maar dat Hijzelf met de Heilige Geest dopen zou. ( Marcus 1 : 8 / Matth. 3 : 11 / Lucas 3 : 16 / Joh. 1 : 33 ) In Handelingen 11 : 16 zou de apostel Petrus deze woorden ook nog aanhalen. 

In de woorden van Lucas uit de Handelingenbrief ontbreken de woorden : met vuur uit Matth. 3 : 11. Het vuur waarover Mattheüs het had, wordt geïnterpreteerd als zijnde de inwendige doop van Christus waarmee Hij onze harten door Zijn Geest zuivert, zoals het vuur goud en zilver zuivert. ( kantt. S.V. ) 

Heeft de ene apostel meer geestelijk inzicht gehad dan de ander? Ook Johannes de Doper heeft het alleen maar over de Heilige Geest gehad, en niet over het vuur. ( Marcus 1 : 8 ) De Bijbel geeft ons daar geen antwoord op, maar één ding staat vast, voor Zijn leerlingen kondigde de Heere Jezus hier de doop met de Heilige Geest aan.