De wereld is in rep en roer. De top tussen Trump en Kim- un werd eerder afgebroken dan verwacht. Een akkoord is niet tot stand gebracht. Er vond een dodelijk treinongeluk plaats in Caïro. En wie grijpt er in in het conflict tussen India en Pakistan? Het kleine leed haalt niet altijd de voorpagina`s, maar treft evenzeer de harten van betrokkenen. De Kerk van God bloedt dood aan verdeeldheid. De wereld is een strijdtoneel geworden. Hoe moeten we daar mee omgaan?
De situatie in de tijd dat de Heere Jezus rondtrok leek niet veel anders te zijn. De Romeinen hadden Kanaän ingenomen, en overheerste de Joden. Rome leed aan corruptie en machtspolitiek, maar onder de Joden was ook lang niet alles koek en ei. Farizeeën en schriftgeleerden legden de gewone mensen lasten op die zijzelf niet droegen. Ze stonden liever op de hoeken van de straten te bidden, dan dat ze de armen en verdrukten recht deden.
En toen kwam Jezus. Hij werd geen politicus, koning of keizer. Hij woonde tussen de minst bedeelden, maar zocht daarbij ook de tempel op.
Tussen alle partijen in vertelde Hij Zijn gelijkenissen, die vandaag nog geen letter aan gewicht ingeboet hebben.
Hij sprak:
‘Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met tien meisjes die hun olielampen hadden gepakt en erop uit trokken, de bruidegom tegemoet.’
Vijf van hen waren dwaas, de andere vijf waren wijs. De wijze meisjes waren degenen die hun huis op de steenrots Christus hadden gebouwd. Het had lang geduurd, voordat hun huis klaar was, maar nu was het zover. Diverse jaargetijden waren over hun levenshuis heengegaan. Zachte zomerzon, maar ook woeste wrede winterstormen kwamen. Het huis had op zijn fundamenten geschud! Toch was het blijven staan.
Alles was klaar, de bruidegom was welkom in het huis!
De dwaze meiden hadden zich geen tijd gegund om helemaal tot aan de steenrots te graven. Een ietwat diepere kuil was wel genoeg, dachten ze. En al gauw was hun huis gereed. Het zag er prachtig uit!
Alles was klaar, de bruidegom was welkom in het huis!
Maar eerst de bruiloft nog.
Het duurde lang voordat de bruidegom kwam. Ze kregen een lumineus idee. Waarom hem niet alvast tegemoet gaan? Zo gezegd, zo gedaan.
Ze namen allemaal een olielamp mee. Vijf meisjes staken extra olie bij zich. De andere vijf deden dat niet. Zij dachten aan niets anders dan aan het grote feest dat hen te wachten stond. En zo gingen ze op weg, de bruidegom tegemoet.
Maar hij kwam niet! Het vrolijk gezang dat geklonken had zwakte af, en verstomde. Ze werden slaperig van het lange wachten, en langzamerhand vielen ze allemaal in slaap.
Midden in de nacht klonk er luid geroep: “ Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet!”
De tien meisjes schrokken wakker uit hun slaap. Ze sprongen haastig overeind en ze brachten hun olielampen in orde. De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze: “ kunnen we wat van jullie olie krijgen? Want onze lampen gaan uit. “
“ Absoluut niet! “ antwoordden de wijze meisjes. Straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen. Zoek liever een verkoper en koop zelf olie! “
Er zat niets anders op! De vijf dwaze meisjes renden er vandoor, op zoek naar een oliehandelaar. Terwijl ze daarnaar zochten, arriveerde de bruidegom. Zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsmaal. Ze genoten!De deur werd achter hen gesloten.
Een poosje later kwamen ook de ander meisjes. Ze klopten op de deur, en ze riepen: “ Heer, heer laat ons binnen! “ Maar de bruidegom antwoordde: “ Wie zijn jullie? Ik ken jullie werkelijk niet! “
De dwaze meisjes moesten buiten blijven staan. Ze hadden de regels van het Koninkrijk niet in acht genomen.
Jezus zal terugkomen, niet langer als iemand die tussen de partijen staat. Hij komt terug als Rechter. Allen die Hem nodig hebben als Verlosser, als Borg voor hun zondeschuld en als God van hun hart, die zullen binnen mogen gaan in de eeuwige heerlijkheid. De Koninklijke bruiloft zal beginnen en nooit meer eindigen! Maar de anderen zullen buiten moeten blijven. Ze zullen moeten ingaan in de eeuwige duisternis, waar gehuil is en tandengeknars.
Toen Jezus deze rede uitgesproken had, waren de mensen diep onder de indruk van Zijn onderwijs. Want Hij sprak hen toe als iemand met gezag en niet als de schriftgeleerden. ( Math. 8: 28 / Math, 25: 1 – 13 )