Freiheit eines Christenmenschen ( 4 )

Toen de Joden Jezus vroegen wat ze moesten doen om de werken van God uit te voeren, stelden ze Hem deze vraag omdat ze zagen dat Jezus de menigte – die bedolven werd onder het vele ( goede ) werk dat ze deden – afwees. Jezus schreef slechts één Goed werk voor toen Hij zei: “ Dit is het werk van God: dat je gelooft in Hem die Hij gezonden heeft want op Hem heeft God de Vader Zijn zegel gedrukt. “ 

Hieruit kun je de conclusie trekken dat het geloof in Christus een onvergelijkelijk-rijke schat is. Ze brengt het universele heil met zich mee, en bevrijdt mensen van al het kwaad. Dit zegt Marcus ook in 16 : 16 “ Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld. “ Deze schatrijke belofte en vreselijke vermaning heeft Jesaja al nauwkeurig waargenomen. Hij heeft daarvan geprofeteerd in Jesaja 10 : 22, 23. Met bovenstaande woorden bedoelde hij dat het geloof – dat een korte en voleindigde volle vervulling van de wet is – de gelovigen met zo’n volledige gerechtigheid vervullen zal, dat ze niets anders meer nodig hebben om gerechtvaardigd te worden. De apostel Paulus zegt in Rom. 10 : 10 “ Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard, als uw mond belijdt, zult u worden gered. “ 

Nu vraag je natuurlijk: “ op welke manier gebeurt het dan dat alleen het geloof ons rechtvaardigt? En zonder onze werken ons een schat met zoveel goederen geeft terwijl er toch onnoemelijk veel werken, ceremoniën en wetten in de Heilige Schrift voorgeschreven worden?”
Het antwoord op deze vraag is dat je er allereerst aan moet denken wat er al gezegd is, dat het geloof alleen, zonder de werken rechtvaardigt, redt, en behoudt.  

Het Woord van God bestaat uit twee delen: geboden en beloften. De geboden geven aan om welke goede werken het gaat. Maar als we die geboden eenmaal weten, betekent dat nog niet automatisch dat we ze ook doen. De geboden geven aan om welke goede werken het gaat, maar ze geven geen kracht en sterkte om ze daadwerkelijk uit te voeren. Ze zijn opgesteld om de mens tot een aanwijzing te dienen. De mens zal zodoende zijn onvermogen tot het goede leren kennen en aan eigen krachten gaan twijfelen. Om die reden heet het deel van de geboden het Oude Testament. 

Een voorbeeld : “ Gij zult niet begeren “ is een gebod. Door dit gebod worden wij overtuigd dat we zondaren zijn  omdat niemand aan elke begeerte ontkomt, wat hij of zij ook probeert. Omdat het gebod op begeerte bestaat wordt de mens gedwongen aan zichzelf te vertwijfelen en ergens anders – bij een Ander –  hulp te zoeken die hij bij zichzelf niet vindt. Daarvan zegt Hosea: “ Van jullie kant komt het verderf Israël, alleen van Mijn kant komt  hulp. “ 

Wat van dit ene gebod geldt, geldt ook van alle geboden. Het is ons onmogelijk om Gods geboden te houden en te volbrengen. Hoe moet dat verder?
De mens is door de geboden wakker geschud, en erg bezorgd geworden of er wel een mogelijkheid bestaat om langs een weg van ijverig proberen aan de wet te kunnen voldoen. Tegelijkertijd weet hij dat dit toch moet gebeuren. Hij zal geen jota of tittel van de wet voorbij kunnen laten gaan zonder veroordeeld te worden. Zo wordt de mens verootmoedigd en in eigen oog tot niets teruggebracht. In die zin van: hij is niet in staat om in zichzelf iets te vinden waardoor hij gerechtvaardigd en behouden kan worden. 

Zo komt er ruimte voor het tweede deel van het Goddelijke Woord: Gods beloften die de heerlijkheid van God aankondigen en zeggen: “ Wil je de wet vervullen, wil je echt niets begeren? “ Ziehier, geloof dan in Christus. In Hem wordt je genade, gerechtigheid, vrede en vrijheid en alles toegezegd. Wanneer je gelooft, zul je deze dingen ontvangen, wanneer je niet gelooft, zul je deze dingen missen. Al voldeed je aan alle werken van de wet. De wet die groot in omvang en in zijn eisenpakket is, is nutteloos als het gaat om je te rechtvaardigen voor God is door de meest eenvoudige en kortste weg te vervullen: door het geloof. 

Want God de Vader heeft alle dingen in het geloof besloten zodat de mens die het geloof heeft, alles heeft. Wie het geloof niet heeft, heeft niets.
God heeft alle mensen onder de ongehoorzaamheid besloten met de bedoeling zich over iedereen te ontfermen. ( Rom. 11 : 32 )
Zo geven de beloften van God wat de geboden eisen en ze vervullen wat de wet beveelt. Op die manier komt alles van Hem alleen vandaan. De geboden, zowel als de vervulling.
God alleen beveelt, God alleen vervult. Daarom horen de beloften van God bij het Nieuwe Testament, beter gezegd: ze zijn het Nieuwe Testament. 

One response to “Freiheit eines Christenmenschen ( 4 )

  1. I see You’re really a excellent webmaster. The
    website loading pace is amazing. It seems that you are doing any unique trick.
    Furthermore, the contents are masterwork.
    you have performed a excellent task in this matter! Similar here: <a href="[Link deleted]online and also
    here: <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *