Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming en medelijden, maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn. Één in liefde, één in streven, één van geest. Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen op het oog, maar ook die van de ander. Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield Zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf, en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen heeft Hij Zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en heeft Hem de Naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde, en onder de aarde. En elke tong zal belijden: “ Jezus Christus is de Heer, tot eer van God de Vader. ( Filippenzen 2 : 1 – 11 )
De belangrijkste opdracht van het Evangelie van Jezus Christus is het liefhebben van elkaar. Er is niets waar Jezus bij Zijn leerlingen meer op aangedrongen heeft dan om de onderlinge eenheid te bewaren. Daarbij gaat het in de eerste plaats om een eensgezind instemmen met de grote zaken van het koninkrijk van God.
Het is aandoenlijk hoe de apostel hierop aandringt. Hij vraagt de gemeenteleden van Filippi: “ heeft u vertroosting in Christus ervaren? Bent u geraakt door het Evangelie? Laat dat zien door elkaar lief te hebben. Welke verwachtingen wij ook koesteren van het kerkelijk leven, als we elkaar niet liefhebben zullen onze verwachtingen teleurgesteld worden. Als wij een zegen van de Heere verwachten, en Zijn ontferming over ons leven willen ervaren, dan moeten wij ons in de eerste plaats over elkaar ontfermen.
Er is geen grote vreugde voor iemand die het Woord brengt dan te zien dat de ontvanger van dat Woord eensgezind en in liefde met zijn naaste leeft.
Jezus Christus kwam naar deze aarde om ons aan Zijn beeld gelijkvormig te maken. Jezus had een volmaakt karakter. Maar Zijn grootste kwaliteit was Zijn nederigheid. Daarom mogen Zijn leerlingen niet hoogmoedig zijn. We moeten proberen om andere mensen belangrijker te vinden dan onszelf. We moeten het goede dat we in anderen zien oppoetsen en laten glanzen. Zelfzuchtige mensen vernietigen de christelijke liefde. Wij moeten bereid zijn om onze naaste lief te hebben als onszelf. Dat is niet zo eenvoudig het zit er niet zomaar bij ons in!
Christenen moeten het beeld van hun Meester laten zien om de zegen van Zijn verdiensten te kunnen ervaren. De Heere Jezus Christus heeft ons mensen in nederigheid ver overtroffen. Deze geweldige kwaliteit van Hem moeten wij van Hem willen leren. Als we Hem in ons hart dragen dan gaan we in vanzelf meer en meer in Zijn Geest aan het werk. We zien Hem Zich tot in de dood vernederen in de hof van Getsemane. We zien Hem vermorzeld en geslagen van het kruis afgehaald worden. Deze beelden staan op ons netvlies gebrand.
Christus had een Goddelijke en een menselijke natuur. Zijn Goddelijke natuur heeft Hij vrijwillig afgelegd. Zo werd Hij de Dienaar van God en mensen. In die hoedanigheid heeft Hij hier op aarde Zijn werk gedaan. Omdat Hij dat wilde doen, heeft Zijn Vader Hem na Zijn bitter lijden en sterven zowel in Zijn Goddelijk als menselijke natuur uitermate verhoogd.
De Heere Jezus is nu niet langer een Dienstknecht. Hij is teruggekeerd naar Zijn Vader, en zit aan Zijn rechterhand. Straks – wie weet wanneer – komt Hij terug.
Dan zal er opnieuw een profetie in vervulling gaan. Ze staat beschreven in Mattheüs 25.
De hele schepping zal dan aan Hem onderworpen worden. Iedereen zal Hem plechtig eer bewijzen. Want het koninkrijk van Christus omvat hemel en aarde en alle schepselen, zowel de levenden als de doden.
Dit geloof biedt hoop en kracht. Het doet mensen opstaan, en verdergaan!