Exodus 4 : 8, 9

‘ Daarna zei de Heer: doe je hand eens in je jas Mozes.’ Mozes deed dat. En toen hij zijn hand er weer onder vandaan haalde, zag die er wit en ziek uit.’ Doe je hand nog eens onder je jas’, zei de Heer. Mozes deed dat nog eens. En toen hij zijn hand weer onder zijn jas vandaan haalde, zag die er weer gewoon uit. De Heer zei: ‘ Als de Israëlieten je niet geloven na het eerste wonder, zullen ze je misschien geloven na het tweede wonder. Maar als ze je dan nog niet geloven, moet je water uit de rivier de Nijl halen. Dat moet je over de grond gieten. dan zal dat water in bloed veranderen.’ 

Hoewel Mozes nadrukkelijk de naam van zijn voorouders moest noemen – wat feitelijk meer dan genoeg was om het volk van Israël van de waarheid te overtuigen – gaf de Heere hem nog een tweede teken. Hij moest zijn hand tussen zijn reiskleed steken. Mozes gehoorzaamde en zag tot zijn verbazing en schrik dat zijn hand wit en ziek te voorschijn kwam toen hij die weer uit zijn mouw tevoorschijn haalde. In een fractie van een seconde had de Elohim zijn huid ziek gemaakt. De Heere liet hem direct zijn hand weer terugsteken en gezond te voorschijn halen. Opnieuw bleken de almacht en goedheid van de Heere. Hij kon in één ogenblik alles veranderen, dat stond vast. Het was tegelijkertijd een  onomstotelijk bewijs dat Mozes in contact stond met de God van de voorouders wiens namen hij noemen moest. 

Het is opvallend dat de woorden ‘ geloven ‘  en ‘ luisteren ‘ met elkaar in verbinding gebracht worden. ( vs 1 , vs 8 ). Je ziet in deze woorden de tekst terug uit Romeinen 10 : 17. 

Maar het volk van Israël had jarenlang de stem van God niet meer gehoord. Hun geloof had schipbreuk geleden in de donkere periode van afzondering en slavernij. Ze zouden er bijna niet meer toe te bewegen zijn om de woorden van Mozes aan te nemen als de waarheid. Ze zouden hem schamper toeroepen: ‘ De Heere is helemaal niet aan u verschenen, u zegt maar wat! ‘  Mozes kon het niet helpen, hij moest er steeds aan denken dat zijn volk hem verraden had, juist toen hij het voor hen opgenomen had. ( Exodus 2 : 14 ) Daarom gaf de Heere hem nog een derde teken. Wanneer Mozes water uit de rivier de Nijl zou scheppen, dan zou dat water in bloed veranderen. De stem van het bloed is een sprekende stem, dat kun je lezen in Genesis 4 : 10, waar de Heere Kaïn ter verantwoording riep voor de moord op zijn broer. Zoals het bloed van Abel naar de hemel riep om wraak, zo riep het bloed dat de farao had laten vergieten ook naar de hemel om vergelding. 

Alle tekenen waren geen normaal natuurverschijnsel, ze hadden een Goddelijke oorsprong. Ze moesten niet alleen Mozes overtuigen en zelfvertrouwen geven, het was vooral de bedoeling dat het de Israëlieten duidelijk werd dat Mozes de ware gezant van God was. Bekleed met Goddelijk gezag. Dit moest vooral de farao overtuigen. 


Mozes luisterde. Het duizelde hem. De Elohim verzekerde hem in de allereerste plaats van de vervulling van Zijn beloften: Hij zou er altijd voor Mozes zijn.

Deze woorden bevatten een grote troost voor mensen die door de Heere geroepen worden tot een bepaalde taak in Zijn koninkrijk. Zoals Mozes niet alleen hoefde te gaan, zo hoeven zij dat ook niet. Ze gaan niet in eigen kracht, het is ook niet hun eigen roeping, het komt van God vandaan. God – die alle dingen laat medewerken ten goede voor degenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn – staat in voor Zijn eigen Naam en eer, maar ook voor die van Zijn geroepenen. Dat wordt ons bijzonder duidelijk uit de roeping van Mozes. 

 

One response to “Exodus 4 : 8, 9

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *