Exodus 33

Exodus 33 speelt een belangrijke rol in mijn leven, onze trouwtekst staat in dit hoofdstuk. ( Exodus 33 : 14 )

In Exodus 32 tot en met 34 lees je over de doorslaggevende rol die Mozes had ten gunste van het volk Israël. Hij staat aan de ene kant dicht bij de Heere, met Wie hij een uitzonderlijk intieme band heeft, maar hij maakt ook deel uit van zijn volk waarmee hij zich volledig solidair toont. In Exodus 33 begint de Heere tegen Mozes te spreken. Hij krijgt een bijzondere opdracht te horen. Hij moet wegtrekken naar het land dat de Heere onder ede aan zijn voorouders Abraham, Isaak en Jakob had beloofd. Uit de woordkeuze van de Heere blijkt dat Hij de verbondsrelatie met Zijn volk vooralsnog niet hersteld had omdat ze Hem ontrouw waren geweest. Hij heeft het tegen Mozes over: “ uw volk dat u uit Egypte hebt weggevoerd.” Er is hier niet langer sprake van een tedere benadering van Zijn geliefde volk, het is in deze dialoog slechts het volk van Mozes geworden. De reden dat de Heere toch bescherming wil blijven bieden aan het volk Israël dat is omdat de Hij de aartsvaders een belofte had gedaan. Voor de tweede keer zegt de Heere dat Hij een bode voor het aangezicht van Mozes uit zal laten gaan. Maar Zelf zal Hij niet meegaan, en de Israëlieten mogen ook niet in de omgeving van de berg Sinaï komen. Ze moeten ver weg blijven van de plaats waar nog niet zo lang geleden het verbond gesloten is. De Israëlieten krijgen nu het bevel om linea recta naar het beloofde land te trekken. Dat is heel erg want het houdt in dat er geen tabernakel voor de Heere meer gebouwd zal worden. ( Exodus 25 – 31 ) De bescherming waarover de Heere spreekt zal tot uitdrukking komen doordat de bode ervoor zal zorgen dat alle vijandige volken verdreven zullen worden uit het land dat vloeit van melk en honing. 

 

Toen de Israëlieten hoorden dat de Heere niet langer met hen mee zou gaan, werden ze erg ongerust en bedroefd. Ze legden hun sieraden af en riepen een spontane rouwperiode uit. 

De Heere, die lankmoedig, trouw, en groot van geduld bleef, zag dit alles aan. Hij keerde zich tot Mozes en zei tegen hem dat het om Zijn barmhartigheid ging. Deze barmhartigheid was er de oorzaak van dat Hij Zich niet langer met het volk van Israël bemoeide. Hij zou het hele volk wegvagen in Zijn toorn wanneer Hij maar een korte periode onder hen aanwezig zou zijn. Ze zouden vergaan omdat God heilig was, en er dagelijks zoveel zonden bedreven werden. 

Toch schemerde er een glimp van hoop in de woorden van God. Hij gebood de Israëlieten de rouw en toewijding compleet te maken door hun sieraden af te leggen. De Israëlieten reageerden positief op deze oproep. Door zich blijvend van hun sieraden te ontdoen, namen ze afstand van hun tekenen van waardigheid. 

Mozes reageerde op de woorden van de Heere door een tent te plaatsen op grote afstand van het legerkamp. De Heere woonde en verbleef nog niet in het midden van het volk, dat zou pas zo zijn wanneer de tabernakel gebouwd zou zijn. Vanaf het tijdstip dat de Israëlieten weggetrokken waren uit Egypte, sprak de Heere alleen maar tot hen van verre afstand, zoals vanaf de berg Sinaï. Omdat Mozes dit wist, zette hij een tent op waar hij de Heere ontmoeten kon. Op deze manier betoonde Mozes zijn gehoorzaamheid tegenover God. De naam van de tent luidde: “Tent van Ontmoeting”. 

Als er iemand was die de Heere wilde spreken, dan moest die persoon naar de Ontmoetingstent gaan. 

Het was een hele bijzondere situatie die diepe indruk maakte op de mensen. Wanneer Mozes naar de Ontmoetingstent ging, ging iedere Israëliet uit eerbied voor Mozes voor zijn tent staan. Zonder hem daadwerkelijk te volgen, zagen de Israëlieten hoe Mozes de Ontmoetingstent binnenging. Volgens de verklaarders wordt waarschijnlijk aangegeven dat zij met het oog op hun verstoorde relatie met de Heere, afstand moesten houden. 

Nadat Mozes de tent was binnengegaan, daalde de wolkkolom neer. De Heere sprak daar persoonlijk met Mozes als een vriend met zijn vriend.

Voor heel het volk werd duidelijk dat JHWH die zich in de wolkkolom openbaarde, en met Mozes sprak. Ze waren getuige van het feit dat de Heere nog steeds met Mozes omging, terwijl ze zelf op afstand moesten blijven. 

Tenslotte keerde Mozes terug naar het kamp. De Ontmoetingstent liet hij echter niet onbewaakt over in de woestijn. Jozua bleef daar achter, en verliet de tent niet. 

De gebeurtenissen volgden elkaar snel op. Mozes richtte het woord tot de Heere en omschreef de hem gegeven opdracht en positie. 

“ U draagt mij wel op het volk verder te laten trekken, maar U hebt mij niet laten weten wie U met mij mee zult sturen. Terwijl U toch gezegd hebt: “ Jou heb Ik uitgekozen, jou ben Ik goedgezind. Als dat werkelijk zo is, laat mij dan weten wat Uw plannen zijn. Dan leer ik U kennen, en weet ik zeker dat U mij goedgezind bent. Vergeet toch niet dat deze mensen Uw volk zijn. “ smeekte hij. ( vs 12 ) Het gaat hier niet om een kleine zaak, het gaat om een poging om het verbond tussen de Heere en Zijn volk te herstellen. Eerst verwijst Mozes dan ook naar de opdracht die de Heere hem in een eerder stadium gegeven had. Daarna zei hij dat hij niet wist wie de Heere met hem mee zou zenden. Mozes was zo vertrouwd met de Heere dat hij het aandurfde om Hem deze gedetailleerde vraag te stellen. Hij vroeg de Heere om hem Zijn plan bekend te maken. Bij een vertrouwelijke omgang hoort immers dat er openheid is naar de ander? Als de Heere Mozes antwoord geven zal, dan is dat voor Mozes de indicatie dat hij Gods gunstgenoot is. Een beetje onverwachts komt Mozes vervolgens ook met de opmerking dat de natie waarvoor hij zich zo verantwoordelijk wist, Gods volk was. Met deze opmerking komt Mozes tot het eind van zijn argumentatie. De Heere had niet alleen een speciale band met Mozes, maar ook met het volk Israël. Indirect roept Mozes de Heere op om deze band te herstellen. 

Dan gebeurt er iets ontroerends. De Heere vraagt Mozes of Hij Zelf mee moet gaan om Mozes gerust te stellen, en om hem rust en bescherming te garanderen. Het is duidelijk dat de Heere er over denkt om het verbond te herstellen! Mozes geeft een krachtige reactie op deze vraag. Hij zegt: “ Als U niet Zelf meegaat, laat ons dan niet verder trekken. Hoe zou moeten blijken dat U mij goedgezind bent, mij, en ook Uw volk, tenzij U met ons meegaat? Alleen dan nemen wij immers een speciale plaats in onder de volken die de aarde bewonen? “ Mozes presenteerde zich op dat moment als een krachtige middelaar tussen God en Zijn volk. Dat deed hij door tot tweemaal toe zichzelf en Israël voor te stellen als een onlosmakelijke eenheid. 

Mozes had genade gevonden in de ogen van God. Door zichzelf te verbinden met het volk, gaf Mozes aan dat ook zij recht hadden op Gods aanwezigheid. Op deze manier zou het volk opnieuw zijn bijzondere positie onder de volken innemen. Deze band was niet meer gebaseerd op het houden van de geboden, maar wel op de band tussen Mozes en het volk.

Na de vurige bede van Mozes deelde de Heere hem mee dat zijn verzoek ingewilligd werd! “ Ik verzeker je dat Ik zal doen wat je vraagt, want Ik ben je goedgezind en heb je uitgekozen. “ zei de Elohim. Wat een heerlijk antwoord. Zo werd het verbond hersteld. Mozes moet wel ontzettend blij en opgelucht zijn geweest. Hij vroeg de Heere of hij Hem mocht zien in Zijn heerlijkheid. De Heere zegde hem vervolgens toe dat hij iets van Zijn karakter mocht zien. Dat betekent dat Hij Zijn goedheid aan Mozes zou openbaren. De proclamatie van de naam Heere zou de concretisering van deze toezegging zijn. Want de naam JHWH draagt het karakter van God in zich. Mozes hoefde er niet aan te twijfelen: de Heere zou onder alle omstandigheden aanwezig zijn. Hij zou genade en barmhartigheid betonen aan de mensen die Hij uitgekozen had.  

Mozes mocht daarna  iets zien dat gewoonlijk niet aan stervelingen getoond werd. Hij mocht de Heere zien. Maar omdat geen sterveling Hem kan zien zonder te sterven, moest hij op een aangewezen plek op het rotsgebergte gaan staan. Wanneer de Heere in Zijn volle luister langs zou trekken, zou Hij Mozes in de holte van de rots brengen. De Heere zou Zijn hand op de uitholling van de rots brengen totdat Hij langsgetrokken was. Het blijkt duidelijk dat het zien van het karakter en wezen van God zo overweldigend is dat een mens het niet aankan. Het is erg mooi dat de Heere toezegde zoveel mogelijk van Zichzelf te laten zien aan Mozes. Hier ligt een hele mooie beeldspraak in verscholen: de Heere wilde zo veel als maar mogelijk was onder het volk van Israël terugkomen. Wat een God, die toch weer een zo groot mogelijke garantie van Zijn aanwezigheid onder het volk van Israël wilde geven. 

In navolging van Mozes hebben andere gelovigen dit verlangen geuit om de Heere te zien. ( Psalm 16 : 11 / 27 : 4, 8 – 9 / 36 : 9 – 10 / 42 : 2 – 3 / Matth. 5 : 8 ) 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *