Exodus 20:8-11

Sabbat en zondag

De afsluiting van de opsomming van de geboden die het gedrag tussen God en ons moeten regelen is gelegen in het vierde gebod. Er is geen gebod dat zo uitvoerig behandeld wordt als dit. De reden daarvan is waarschijnlijk gelegen in de bezegeling van het verbond. De tekst van het vierde gebod neemt een centrale plaats in binnen de Tien Geboden. De Israëlieten mochten zes dagen per week werken, maar de zevende dag moesten ze rusten. Deze dag, die de sabbat werd genoemd, was voorbestemd om toegewijd te zijn aan de Heere. De sabbat heeft allereerst een godsdienstige functie. Er werden zeven groepen genoemd die de sabbat moesten onderhouden. Ze moesten hun dagelijkse werkzaamheden compleet laten rusten. De onderbouwing van dit gebod komt uit de schepping. Vooral in het ‘rusten’ van JHWH. Denk niet dat Hij moe was van het scheppen, zoals wij mensen moe zijn aan het einde van de werkweek. De Heere hield op met scheppen. Deze motivatie voor de rust van de sabbat is belangrijk om het vierde gebod goed te begrijpen. In Genesis 2:2 wordt Israël opgeroepen om God na te volgen. Door het houden van de sabbat onderscheidde Israël zich nadrukkelijk van alle andere volken om hen heen. Dit teken was het teken van het verbond tussen God en Zijn volk met Israël. Het belang van het sabbatsgebod komt verder nog tot uitdrukking in de uitwerking ten aanzien van de drie grote feesten ( Exodus 23:14-19), de vrijlating van de slaven in het zevende jaar ( Exodus 21:2 ) en in het sabbat- en jubeljaar. 

De profeet Ezechiël heeft daar meer over gezegd. ( Ez. 20: 12-20). 

Er bestaat een verschil tussen de sabbat en de zondag in de christelijke kerk, want die zondag die wij vieren verwijst naar de opstanding van Christus en niet naar het verbond met Israël. 

Je kunt dus concluderen dat de opstanding van Jezus Christus uit de doden het sabbatsgebod teniet heeft gedaan.

‘ En laat na de sabbat, bij het ochtendgloren van de eerste dag van de week kwam Maria naar het graf kijken. Plotseling begon de aarde hevig te beven, want een engel van de Heer daalde af uit de hemel, liep naar het graf, rolde de steen weg, en ging erop zitten. Hij lichtte als een bliksem en zijn kleding was wit als sneeuw. De bewakers beefden van angst en vielen als dood neer. De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘ Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de Gekruisigde zoeken. Hij is hier niet, Hij is immers uit de dood opgewekt, zoals Hij gezegd heeft. Kijk, dit is de plaats waar Hij gelegen heeft. En ga nu snel naar Zijn leerlingen en zeg: ‘Hij is opgewekt uit de dood en dit moeten jullie weten: ‘ Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zul je Hem zien!’ 

En zo is het gebeurd dat de jonge christelijke kerk die dag als rustdag gekozen heeft. Hoeveel groter is dit verbond, dan het oude verbond. Jezus, Hij is opgestaan, Hij leeft, Hij leeft!