Exodus 2 : 1 – 6

Een man uit de stam Levi trouwde met een vrouw uit diezelfde stam. Ze werd zwanger en bracht een kind ter wereld. Het was een mooi kind en ze hield het verborgen, drie maanden lang. Toen ze geen kans zag haar zoon nog langer verborgen te houden, nam ze een mand van papyrus, bestreek die met pek en teer, legde het kind erin en zette de mand tussen het riet langs de oever van de Nijl. De zuster van het kind ging een eind verderop staan om te zien wat er met hem zou gebeuren. Even later kwam de dochter van de farao naar de Nijl om te baden, terwijl haar dienaressen langs de rivier heen en weer liepen. Zij ontdekte de mand tussen het riet en liet die door een van haar slavinnen halen. Ze maakte de mand open en zag daarin het kind. Het jongetje huilde, en vol medelijden zei ze: ‘ Dat moet een Hebreeuws kind zijn. ‘ 

Het uitverkoren volk van God bevond zich na de bloeitijd in Egypte in een totaal veranderde situatie. Maar Jahweh had er erg in. Hij zorgde voor Zijn volk en liet een sterke leider opstaan, die op een wonderlijke manier door Hemzelf in leven gehouden werd.

Twee nakomelingen van Jakob – Amram en Jochebed ( Exodus 6 : 19 ) trouwden met elkaar. Op een gegeven ogenblik raakte Jochebed zwanger, en na 9 maanden beviel ze van een jongetje. De priester Levi kreeg een mannelijke nakomeling die Gods voetstappen zou leren drukken en door de Heere werd uitgekozen om een krachtig leider en een priester voor zijn volk te zijn. 

Daar leek het nu nog helemaal niet op. Toen de jonge ouders zagen dat ze een zoontje gekregen hadden keken ze elkaar ongerust aan. Een jongetje was zijn leven geen ogenblik zeker. Elk ogenblik kon er iemand van het volk van Egypte hun huis binnenstormen, het kind uit de armen van zijn ouders rukken, en het in de Nijl gooien waar het aas voor de krokodillen zou zijn.   

Jochebed was een gelovige vrouw. Zij zag dat het kindje er mooi uitzag, en verborg het drie maanden lang. Maar hoe ouder het jongetje werd, hoe harder het huilde, kraaide en lachte. Jochebed en Amram wisten dat ze hun kind onmogelijk langer verborgen konden houden. Jochebed bedacht een plan. Ze wilde  haar baby naar de Nijl brengen, maar niet om het te laten sterven. Ze vlocht een mandje van papyrus en maakte het waterdicht. Het hart van de moeder moet gebroken zijn toen ze haar baby voor het laatst in haar armen had, en vaarwel kuste. Nadat ze het kistje gesloten had, legde ze het tussen het riet en de struiken aan de oever van de rivier. Met een gebed in haar hart ging ze naar haar huis terug. Mirjam, een ouder zusje bleef wat verscholen tussen de struiken achter om te wachten op de dingen die komen zouden. 

De wind speelde door het riet, en Mirjam waakte.  Er kwam een stoet aan. Het waren hofdames en slavinnen, met in hun midden Hasjepoet de dochter van de farao Tutmozes. Geschiedkundigen hebben berekend dat zij het moet zijn geweest. De farao en zijn vrouw – Ahmoses hadden al drie kinderen verloren. Hasjepoet was de enige overgebleven nazaat, en mederegentes in het grote Egyptische rijk van Tutmoses. Een sterke vrouw met een krachtige geest. 

 

De dochter van de farao liep rustig pratend op het water af om haar dagelijkse bad in de rivier te nemen die volgens de overlevering vruchtbaarheid gaf. Maar ineens stond de stoet stil. Iedereen zag het kistje. Een kort bevel, en de slavinnen van Hasjepoet haastten zich om het op te halen en naar hun meesteres te brengen. De dochter van de farao opende het deksel. Ze zagen het allemaal tegelijk: een schattig kindje, een jongetje. 

Het kind huilde. Hasjepoet begreep direct de hele situatie. Dit was een kind van de Hebreeën, het moest gedood worden. De hele tragische situatie brak haar hart, ze voelde diep medelijden in zich opwellen. 

Ironische situatie, het geld en goed van de farao hadden hem geen gezonde kinderen kunnen geven.
Dit jongetje was alles wat je je als moeder maar kon wensen.
Verscholen tussen het riet was Mirjam getuige van het feit dat Jahweh ervoor zorgde dat haar kleine broertje niet opgegeten werd door de krokodillen, maar door een wonder werd gered.
Wie had dat kunnen denken? Als je de omstandigheden in ogenschouw neemt was er geen enkele hoop voor dit kind.
Maar God dacht daar anders over.

Wij kunnen ook allerlei moeilijkheden het hoofd moeten bieden. 

Misschien worden we niet zo direct uit het water van de Nijl gered. Toch is het vertrouwen van Amram en Jochebed ook voor ons een navolgenswaardig voorbeeld. Wie met zijn hele hart op God vertrouwt, zal merken dat Diezelfde God zijn / haar levenspaden recht zal maken.  ( Spreuken 3: 5,6 ) 

 

One response to “Exodus 2 : 1 – 6

  1. I see You’re in reality a good webmaster. The site loading pace is incredible.
    It kind of feels that you are doing any distinctive trick. Also, the contents are masterpiece.
    you’ve performed a wonderful process in this subject!
    Similar here: <a href="[Link deleted]zakupy
    and also here: <a href="[Link deleted]online

Geef een reactie