Eindelijk was de gedenkwaardige dag aangebroken! Nooit werd er zo`n preek gehouden dan deze die hier midden in de woestijn gehouden werd. God Zelf was de Predikant. De Heere daalde neer op de berg Sinaï en verscheen voor de ogen van het hele volk. De preekstoel was de berg Sinaï, ze was omgeven door een dikke wolk met rook en de hele berg schudde en beefde.
JHWH openbaarde Zich door bliksemflitsen en een ontzagwekkend geluid. De zware wolk en het krachtige hoorngeschal drongen tot diep in het leger van de Israëlieten door. De mensen schrokken er hevig van en werden ontzettend bang. Iedereen in het kamp beefde. Maar Mozes leidde het volk het kamp uit, God tegemoet. Aan de voet van de berg bleven ze stilstaan. Om de berg Sinaï heen hing een ondoordringbare rookdamp. Want de Heere kwam naar beneden in een vuur. De rook ging steil omhoog en de hele berg schudde. Het geluid van de trompet klonk steeds harder. Mozes was niet bang, hij sprak met God, en God antwoordde hem met een geweldig geluid. De Heere bevond zich nu op de top van de berg en riep dat Mozes naar Hem toe moest komen. Toen klom Mozes de berg op.
Op de berg aangekomen, zei de Heer tegen Mozes dat hij opnieuw naar beneden moest gaan en het volk waarschuwend toe moest spreken. Ze mochten in geen geval de berg opklimmen omdat ze dan zeker zouden sterven. Zelfs de priesters, die anders altijd wel tot God mochten naderen, moesten nu op een afstand blijven. Anders zou de Elohim ook hen straffen.
‘ De mensen zullen er niet aan denken om de berg te betreden Heer. ‘ zei Mozes. ‘ U hebt ons toch gewaarschuwd? De berg is afgezet en begrendeld, ze is begrensd en heilig verklaart. ‘
De Heere zei vervolgens tegen Mozes dat hij Aäron moest halen en samen met zijn broer terug moest komen. Aäron was de toekomstige hogepriester, die ook in het heilige der heiligen mocht komen. Opnieuw deed Mozes alles precies zoals de Heere hem opgedragen had.
Deze bijzondere openbaring van de Elohim maakte van de berg Sinaï tijdelijk een heilige plaats. Israël trok later verder naar het beloofde land. De berg Sinaï mocht geen bedeplaats worden, want de Heere Zelf wilde Zijn intrek nemen in de tabernakel en deze was al bij Israël. Alleen in de geschiedenis van Elia is een terugkeer naar de Sinaï te lezen. ( 1 Koningen 19 : 1 – 18 )
De zogenoemde theofanie ( Godsverschijning ) op de berg Sinaï was bijzonder indrukwekkend, maar de Hebreeënbrief wijst ons op een groter voorrecht.
‘ Maar jullie kunnen naar God gaan op de berg Sion. Daar is het hemelse Jeruzalem, de stad van de levende God. Daar vieren tienduizenden engelen feest, samen met alle mensen die de hemel binnen mogen gaan. Daar is God, Die rechtspreekt over alle mensen. En daar zijn de zielen van de mensen die gered zijn, omdat ze goed geleefd hebben. Daar is ook Jezus. Hij is voor ons gestorven. De eerste mens die gedood werd, was Abel. Zijn verhaal wordt nog steeds verteld. Maar de dood van Jezus is veel belangrijker. Want door het bloed van Jezus geldt nu Gods nieuwe afspraak met de mensen. ‘
‘ Toen God vanaf de berg Sinaï sprak, beefde de aarde. Maar nu heeft Hij dit beloofd: “ Nog één keer zal Ik de aarde laten beven. En niet alleen de aarde, maar ook de hemel. daarmee wordt bedoeld dat alles wat God gemaakt heeft, eens zal verdwijnen. Dan blijft alleen over wat eeuwig is. Dat is Gods nieuwe wereld. En God laat ons die nieuwe wereld binnengaan. Laten we dus dankbaar zijn, en onze God vol eerbied dienen, zoals Hij het wil. Als we dat niet doen, zal Hij ons met zijn vuur vernietigen.” ( Hebreeën 12: 22 – 29 )
Het is duidelijk, wie de Heere in Geest en waarheid dient, zoals Hij dat wil mag eens voor eeuwig in de hemel zijn, bij de Heere, de God die heilig en ontzagwekkend is aan de ene kant, maar in Christus Jezus liefdevol en teer. ( Psalm 23 )