Ahasveros trok zich woedend terug in de koninklijke tuinen om af te koelen en te overwegen wat er moest gebeuren. Het was hem duidelijk geworden met wie hij al die tijd vertrouwelijkheden uitgewisseld had: iemand die een onschuldig volk zonder scrupules prijsgaf aan de ondergang. Hij kon zich wel voor zijn hoofd slaan dat hij niet beter onderzocht had welke motieven Ahasveros aangevoerd had om zijn pleidooi voor zijn bizarre maatregelen te onderbouwen. Hij had met niet minder dan een schurk te maken gehad. Ahasveros voelde zich in een patstelling geplaatst want het edict van Haman was onherroepelijk, een wet van Meden en Perzen.
Haman wist dat hij verloren had. Hij was ervan overtuigd dat alleen de koningin nog voor zijn leven kon pleiten. De trotse Haman, die iedereen voor zich had laten buigen, viel nu als een smekeling neer voor een Joodse vrouw. Op hetzelfde moment dat hij dat deed, kwam Ahasveros binnen, en werd nog bozer dan hij al was. Haman had door de angst om zijn leven het haremprotocol helemaal uit het oog verloren. Het was elke man verboden om in de nabijheid van de koningin te komen. Het was veel beter geweest om weg te gaan, maar zijn wanhoop deed hem het ergste doen wat een man kon doen in de tegenwoordigheid van de koning.
Onmiddellijk trok Ahasveros een onjuiste conclusie en beschuldigde Haman ervan dat hij de koningin aan wilde vallen terwijl hij zelf thuis was. Dat betekende een dubbel vergrijp. Een kort bevel, er snelden bedienden toe om het hoofd van Haman met een doek te bedekken. Hij was nu zelf de aangeklaagde. Al zijn koninklijke vrienden lieten hem vallen als een baksteen. Een van hen die pas geleden naar het huis van Haman was gestuurd om hem op te halen voor de maaltijd, gaf het bericht door aan de koning dat er door Haman een galg was opgericht voor Mordechai. Een tweede bevel, en het ongedachte gebeurde: Haman werd zelf opgehangen aan de sinistere galg die hij voor Mordechai in gedachten had.
Al zijn bezittingen werden verbeurd verklaard. Ze vielen de kroon toe. De koning, op zijn beurt, gaf alles aan Ester.
Mordechai werd opgehaald. Het was de koning niet bekend geweest dat hij een neef van Ester was. Nu hij het wist, werd hij erkend als de neef van de koningin.
De nobele bescheiden Mordechai had geen enkele eerdere poging gedaan om zijn positie bekend te maken. Niemand wist dat hij haar voogd was, en zich een vader voor haar had betoond. Nu Ester wist dat haar man haar volkomen toegenegen was, vertelde ze hem alles. De koning vond het geweldig. Hij gaf alle vertrouwen die hij in Haman had gesteld, aan Mordechai. Bovendien kreeg Mordechai de positie van zijn voorganger. Als teken van zijn macht gaf de koning hem de ring van Haman. Bovendien stelde Ester hem aan tot haar rentmeester, en vroeg Mordechai om al haar bezittingen voor haar te beheren.
Het gevaar voor het Joodse volk was nog niet geweken, maar Haman was dood. Mordechai en Ester waren voldoende beschermd. Helaas waren er nog veel anderen in het gebied van de koning die de Joden haatten, en hun ondergang op het oog hadden. Maar het ergste gevaar was geweken, de Heere had laten zien dat Hij oppermachtig was. Dit bood hoop voor de toekomst!
Vraag: wat denk je diep in je hart: 1. Als ik net als Mordechai zou zijn, dan ging elke promotie / elke leuke kans aan mijn neus voorbij
2. Als ik net als Mordechai zou zijn, dan zou ik zeker de zegen van de Heere ontvangen.
Tip: Wees nooit ontmoedigd. Vraag aan de Heere om je te helpen, en je zult zien dat Hij je bijstaat. Op welke manier dan ook.