Ester 4 : 4 – 9

Ester hoorde van haar dienaren en dienaressen dat Mordechai in rouwkleren door de stad liep. Ze schrok heel erg, en stuurde hem andere kleren. Maar Mordechai hield zijn rouwkleren aan en stuurde de kleren van Ester terug. Toen riep Ester Hatach bij zich. Hij was één van haar persoonlijke dienaren. Ester zei tegen hem: ‘ Ga naar Mordechai toe. En vraag hem waarom hij hier in rouwkleren door de stad loopt. ‘ Hatach ging naar het plein voor de ingang van het paleis, want daar was Mordechai. Mordechai vertelde hem alles wat er gebeurd was. Ook dat Haman de koning 300.000 kilo zilver wilde geven als hij de Joden mocht doden. En Mordechai gaf Hatach de brief die in Susa voorgelezen was. Daarin stond het bevel om alle Joden te doden. Mordechai vroeg Hatach om de brief aan Hatach te laten zien en haar alles te vertellen. ‘  En zeg haar dat ze naar de koning moet gaan ‘ , zei Hatach. ‘ Ze moet hem smeken om haar volk te redden. 

De wet van Meden en Perzen hield de vrouwen zo afgezonderd dat het voor Mordechai niet mogelijk was om Ester persoonlijk te spreken te krijgen. De koning had haar gelukkig wel een persoonlijke adjudant gegegeven om boodschappen tussen hen beiden uit te wisselen. Zodra Ester hoorde dat haar pleegvader in de rouw was, stuurde ze haar adjudant naar hem toe, om te vragen wat er aan de hand was. Hatach zocht Mordechai buiten de paleismuren op, en ontmoette de oom van Ester op een plein niet ver van het paleis verwijderd. De beide mannen begaven zich wat in de luwte van het drukke stadsleven. Mordechai vertelde Hatach precies wat er aan de hand was. Ester kreeg een authentiek verslag van alles wat er zich buiten de paleismuren afspeelde. Mordechai had in de stadspoort alles gehoord, en wist van het plan van Haman, van het exorbitante bedrag voor de schatkist ( Ester 3 : 9 ),  en van de inhoud van het decreet ( Ester 3 : 15 ) dat op de burcht Susa uitgevaardigd was. Mordechai was een ingewijde hoffunctionaris die van allerlei geheime plannen op de hoogte was en veel connecties had aan het koninklijke hof. 

Het viel niet te ontkennen dat de wrok die Haman tegenover Mordechai koesterde buitengewoon groot was. Het was abnormaal hoeveel kunstgrepen hij toegepast had om dit edikt tot stand te brengen. Druk pratend en gesticulerend haalde Mordechai het edikt te voorschijn en overhandigde het aan Hatach. Daar stond het zwart op wit, een vlammende aanklacht tegen alle redelijkheid en naastenliefde. Voor Esters verbijsterde ogen tekende zich enige momenten later het doodvonnis van haar eigen volk af. Nadat Hatach haar alles verteld had voegde hij de laatste woorden van Mordechai toe. ‘ Koningin, uw oom heeft u opgedragen om naar de koning te gaan, en hem de waarheid te vertellen. Uw volk verkeert in groot gevaar, en u – die één met hen bent – ook. 

Verbijsterd liet Ester het decreet zakken. Haar ogen keken Hatach ontsteld aan. Het was onmogelijk om zomaar naar de koning te gaan. Zelfs Ester kon dat niet maken. Er bestond een uitdrukkelijke wet die iedereen bekend was, dat je nooit ongeroepen naar de koning mocht gaan. Wie daartoe de euvele moed had en ongeroepen naar de koning ging, zou zonder meer ter dood veroordeeld kunnen worden tenzij de koning zijn gouden scepter toe zou reiken. Zo was dat de regel binnen het rijk van Meden en Perzen. 

Deze lugubere regel zorgden ervoor dat het koninklijk paleis niet veel beter was dan een koninklijke gevangenis. Het was een maatregel die de koning gemelijk en vol luimen maakte. Hij hechtte niet zoveel waarde aan een mensenleven, menig onderdaan had een ongenode audiëntie bij de koning met de dood moeten bekopen. Ester was totaal onzeker van de liefde van het hart van Ahasveros, en daarom was ze doodsbang voor hem. Haar zaak stond er bijzonder slecht voor want ze was al dertig dagen lang niet geroepen om bij de koning te komen, die helemaal verwikkeld scheen in staatszaken. Ze stuurde Hatach terug die de wachtende Mordechai met enkele woorden inlichtte. 

De zaak van de Joden, en de zaak van God leken ten dode opgeschreven. Er waren maar zeven mannen aan het hof – de vrienden van de koning – die ongevraagd toegang tot Ahasveros hadden. Haman was er daar één van. ( Ester 1 : 14 ) Ester wachtte ontdaan en eenzaam op het antwoord dat Hatach haar zou brengen. Meer dan ooit voelde ze zich ongemakkelijk over haar positie als koningin. Een positie waar ze nooit om had gevraagd, maar desondanks ook niet aan ontsnappen kon. 

Ze wist niet dat het weer eens blijken zou dat God door het onmogelijke heen werkt. Geen enkele situatie is hopeloos voor Hem. Dat geldt voor zowel het natuurlijke als voor het eeuwige leven, het leven voor onze ziel. Dit gegeven kan ons Anno 2022  moed geven, geloof, en vertrouwen op God. Hij leeft, en zal leven tot in alle eeuwigheid. Geen ding is onmogelijk voor Hem. 

One response to “Ester 4 : 4 – 9

  1. You are truly a just right webmaster. This web site loading pace is amazing.
    It seems that you are doing any distinctive trick. Moreover,
    the contents are masterwork. you’ve performed a great task in this subject!
    Similar here: <a href="[Link deleted]internetowy and also here:
    <a href="[Link deleted]internetowy

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *