Ester 10 – slot

Nadat alle gebeurtenissen in het grote rijk wat bezonken waren, nam Ahasveros de regering weer ter hand en liet iedereen in zijn grote rijk belasting betalen. Hij was koning over een uitgestrekt rijk zowel op het vasteland als op de eilanden. De staatszaken eisten zijn onverdeelde aandacht op. 

Alle verdere gebeurtenissen die gaan over zijn persoon en regering staan beschreven in de jaarboeken van de koningen van Medië en Perzië. Het is goed mogelijk dat de koning de belastinginning uitgevaardigd heeft om aan te geven dat een geweldloze manier om de schatkist van het rijk te vullen ver te verkiezen was boven plundering en corruptief omkoopgeld. Mordechai de Jood werd verheven tot een tweede positie naast de koning. Mordechai werd hooggeacht, en geliefd, zowel bij de Joden als bij zijn volksgenoten. Het was geen willekeurige affectie van het volk, iedereen geloofde en wist dat Mordechai het goede voor de mensen zocht. 

Uit het slotdeel blijkt het grote verschil dat door Gods hand tot stand was gebracht. Het boek Ester opent met een machtige koning die in overdaad en luxe leefde. Hij handelde onnadenkend, aangestuurd door een machtige topman die hem verkeerde adviezen gaf. Hierdoor dreigde de uitroeiing van de Joden. Het boek eindigt met de verdere regering van dezelfde koning. Deze keer aangestuurd door een wijs man, een Jood. Een man die als tweede sterke man naast de koning fungeerde, en het goede zocht voor land en volk. Bovendien verdedigde Mordechai de belangen van het volk van God. Daarin lag een fundamenteel en machtig verschil met de eerdere situatie in het rijk van Meden en Perzen. 

De geschiedenis van Ester laat duidelijk zien dat er tijden in het volksleven kunnen zijn van nood en tegenspoed. Tijden waarin het moeilijk is om Gods stem te horen, en Hij Zelfs afwezig lijkt te zijn. Toch is Hij de Almachtige die waakt over de belangen van Zijn volk, en Zijn mensen door gevaren en diepten heenleidt. In Zijn ondoorgrondelijke wijsheid schakelde de Heere God hierbij mensen in als Ester die door Hem gevormd en veranderd werden, om zich door Hem te laten gebruiken voor Zijn Goddelijk plan. God is soeverein en leidde de geschiedenis van het Joodse volk dwars door alles heen naar de komst van de Messias. 

‘ Zij zijn Uw dienaren en Uw volk dat U verlost hebt door Uw hand, en door Uw grote kracht. ‘ ( Nehemia 1 : 10 ) 

Niet alle woorden en decreten die Ahasveros uitgevaardigd heeft, worden in de gewijde geschiedenis vermeld, omdat die beperkt is  tot die van de Joden. Zaken van andere volken worden door de Bijbel alleen maar genoemd wanneer zij verband houden met de Joodse geschiedenis. 

De woorden uit het boek Ester zijn opgeschreven om ons te laten geloven in God de Vader, die de geschiedenis leidt, en in Zijn Zoon Jezus Christus, de Messias. En opdat wij, gelovende, het leven zullen hebben in Zijn Naam!