Efeze 3 : 14 – 21

Ik kniel en bid tot God, de Vader. God heerst over alle engelen in de hemel en over alle volken op aarde. Gods macht is groot. Daarom bid ik dat God jullie diep van binnen kracht wil geven door Zijn Geest. Ik bid dat Hij jullie geloof zo groot maakt dat Christus altijd in jullie aanwezig is. En ik bid dat God door de liefde van Christus de kerk sterk wil maken en wil laten groeien. Ik bid dat Hij jullie en alle andere christenen wil leren hoe groot en diep die liefde is. Dan zullen jullie begrijpen dat die liefde groter is dan een mens zich voor kan stellen. Ja, ik bid dat God Zelf volledig in jullie aanwezig wil zijn. Gods macht is oneindig groot. Hij kan allles doen wat wij van Hem vragen, of waar wij aan denken. En zelfs nog veel meer. Zijn macht is nu al in ons aan het werk. Alle eer aan God, in heel de kerk, die bestaat dankzij Jezus Christus. Alle eer aan God, voor altijd en eeuwig, amen.

Het Leitmotiv uit Efeze 3 is het apostelambt van Paulus, en van de andere apostelen. In het Grieks bestaat dit gedeelte uit drie zinnen. In de eerste zin beschrijft Paulus het mysterie dat aan de apostelen geopenbaard is: Joden en niet-Joden worden door het geloof in de Heere Jezus Christus verzoend, en gaan samen één lichaam vormen. ( vs 2 – 7 , zie 1 : 9, 10 en 2 : 20 ) In de tweede zin beschrijft Paulus zijn taak als evangelist. Hij verklaart dat hij dankzij Gods genade het evangelie van de verzoening mag verkondigen. ( vs 8 – 12 ) In de laatste zin wijdt hij uit over het lijden dat hij voor het evangelie moet verduren. ( vs 13 ) Hij zegt bovendien dat de Kerk de verantwoordelijke taak is toevertrouwd om de wijsheid van God bekend te maken aan de vorsten en heersers in de hemelsferen. 

De voorbede waarmee Paulus Efeze 1 begint, maakt hij in het derde hoofdstuk af. ‘Van Paulus, door Gods wil apostel van Christus Jezus. Aan de heiligen in Efeze, aan de gelovigen die één zijn in Christus Jezus. Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van Jezus Christus, de Heere.’ begint hij. Zoals meestal in de brieven van Paulus volgt op zijn groet een dankgebed. In het Grieks vormden de verzen 3 – 14 één enkele zin. Het is een lofprijzing aan God om de redding die Hij verworven heeft. En de vrucht ervan is dat de luister van de drie-enige God geroemd wordt. ( Efeze 1 : 6, 12, 14 ) God de Vader wordt geprezen als de Schepper en Bron van alle zegeningen. Hij heeft die zegeningen bestemd voor de gelovigen. Dankzij onze innige verbondenheid met Hem ontvangen wij mensen die zegeningen. Het bijzondere is dat de Heilige Geest onderdeel is van deze zegen ( Ef. 1 : 13, 14 ) en tegelijkertijd is Hij degene die ons zegent. De zegeningen zijn, dat wij uitgekozen zijn om van God te zijn. ( Ef. 1 : 4, 11 )De Heere heeft ons vol liefde uitgekozen ( vs 4, 11 ) en verlost van het kwaad ( vs 7 ) terwijl onze zonden vergeven zijn. ( vs 7 ) We zijn gemerkt met het stempel van de Heilige Geest. 

De biddende Paulus noemt vervolgens in zijn gebed de macht van God, maar ook Zijn liefde. Je ziet aan de opéénstapeling van woorden die hij gebruikt om deze macht aan te duiden hoe belangrijk dit thema is! (  3 : 20, 21 ) Paulus koppelt in zijn gedachtegang macht en liefde aan elkaar. Zoiets was in de heidense wereld onmogelijk. Daar was het streven naar macht een doel op zich. Alle middelen waren geoorloofd om die macht te verkrijgen. Heidense rituelen en tovenarij waren daar geaccepteerde zaken. Maar de leer van Jezus Christus stond een ander soort machtsverwerving voor. Jezus liet Zijn macht zien door Zijn Geest, om zo de gelovigen Zijn liefde te laten kennen ( vs 17 – 19 ) en Zijn kinderen te leren in navolging van de Meester, zelf ook lief te hebben. ( Ef. 4 : 2 ) 

Wat een voorrechten, voor zowel de bekeerde Joden als heidenen. Mensen leerden om zich met elkaar te verzoenen, want Jezus was gekomen om vrede te brengen. Toen Jezus stierf had Hij de ceremoniële wet buiten werking gesteld. Daarom scheurde het voorhangsel in de tempel. Zo werd het voorhof van de heidenen één gemaakt met het voorhof van de Joden. Er mocht geen verschil meer zijn, ze werden allemaal uitgenodigd om te komen tot het Heil. Door Zijn lijden nam Jezus de bindende kracht van de wet weg, de wet die puur uit geboden en inzettingen bestond. Door deze uit de weg te ruimen vormde Hij één gemeente van gelovigen. Het maakte niet uit of ze heiden of Jood waren geweest. Paulus gaf de jonge gelovigen een indrukwekkend voorbeeld van nederigheid, door op zijn knieën voor hen te bidden. Zijn houding drukte eerbied en afhankelijkheid uit. Een houding die diepe indruk gemaakt moet hebben op de jonge gelovigen. 

De apostel vroeg geestelijke kracht voor het werk waarvoor hij samen met anderen geroepen werd. Hij bad of God vanuit Zijn rijke luister en heerlijkheid Zijn Geest wilde geven. Kracht van de Geest van God binnen in ons is de meest begerenswaardige kracht die een mens ontvangen kan. Christus Jezus wordt een inwoner in de ziel van de gelovige. Waar Zijn Geest woont, woont Hij. En Hij woont in ons hart door geloof. Geloof doet iets heel bijzonders: het opent de deur van de ziel om Christus te ontvangen. Het geloof laat de Heere Jezus toe en onderwerpt zich aan Hem. Door het geloof worden wij één met Hem.  

Paulus noemt de breedte, lengte, diepte en hoogte van de liefde van Christus om de alles overtreffende trap van Zijn liefde aan te duiden. De onbegrijpelijke rijkdom ervan, dat ook. Wij moeten deze liefde willen begrijpen, ook al kunnen we dat niet. Ze gaat namelijk alle kennis te boven. Hoewel Paulus wist dat mensenkinderen deze liefde nooit zullen kunnen begrijpen of bereiken, moedigde hij de gemeente van Efeze toch aan om ernaar te streven vervuld te worden met alle volheid van God. Een dergelijke vervulling met de Geest wil God ons geven. Hij wil ons allemaal vervullen met het uiterste van ons vermogen om lief te hebben en liefde te ontvangen. Dat wil Hij doen met alle gaven en genadegaven waarvan Hij ziet dat we die nodig hebben. Paulus besluit het hoofdstuk met een lofprijzing. Hij beschrijft God als een God die machtig is om veel meer te doen boven alles wat wij bidden of denken kunnen. Er is bij God een onuitputtelijke volheid van genade en van gaven. Maar ook van barmhartigheid. Alle gebeden van alle heiligen bij elkaar kunnen deze liefde niet uitputten.De zetel van Gods lofprijzing is in de kerk. Dat kleine stukje lof dat de Heere hier op aarde ontvangt, komt vanuit de gemeente, en van ieder van haar leden, zowel Jood als heiden. Onze Heere Jezus Christus is de Middelaar die ervoor gezorgd heeft dat dit mogelijk werd. Zo zal de Heere God verheerlijkt en geprezen worden tot in alle eeuwigheid! 

One response to “Efeze 3 : 14 – 21

  1. Wow, incredible blog format! How lengthy have you ever been blogging for?
    you made blogging glance easy. The overall look of your web site is wonderful, let alone the content material!

    You can see similar here <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *