De ziel ( 9 )

Geest: de menselijke geest of ziel. Het denkende, voelende en willende deel van de mens. Onderscheiden van het lichaam.

D: Uitdrukkingen van onze geest / ziel: God dienen, prijzen, zoeken. 

De Heere wil dat wij Hem met onze ziel Hem van harte zijn toegedaan.

1. Hij wil dat wij Hem dienen met onze ziel. 

Israël, bedenk dus dat de Heere uw God niets anders van u vraagt dan dat u de weg volgt die Hij u wijst. Dat u Hem liefhebt, Hem met hart en ziel dient, en Zijn geboden en wetten die Ik u vandaag voorhoud naleeft, dan zal het u goed gaan. ‘ ( Deut. 10 : 12 ) 

Waar andere volken om Israël heen allerlei natuurreligies aanhingen, en goden zowel als volken helemaal op elkaar aangewezen waren, lag dat bij het volk Israël anders. Bij Israël was de relatie die zij met de Heere hadden volledig geworteld en gegrond in Gods verkiezing, genade, en trouwe zorg. Alle liefde, zorg en aandacht ging in de eerste plaats van Hem uit. Het logische gevolg was dat het volk dankbaarheid en liefde zou laten zien. Mozes benoemde het feit dat de Heere de God van het volk wilde zijn. ( “ De Heere, uw God”  ). Deze uitdrukking komt drie keer voor ( vs 12, 17 en 20 ), en benadrukt dus de nauwe band die er bestond tussen de Heere en Zijn volk. Het dienen van God met hart en ziel impliceert een nauwe band: het vrezen van de Heere, het wandelen in Zijn wegen, het liefhebben van Hem boven alles en iedereen, en het vrijwillig onderhouden van Zijn geboden. Niet zozeer omdat het dan goed met de mensen zou gaan, maar als een natuurlijk gevolg van de uitgangen van hun hart en ziel. 

2. Hij wil dat wij Hem prijzen met onze ziel. 

‘ Prijs de Heer, mijn ziel, prijs mijn hart, Zijn heilige naam. Prijs de Heer mijn ziel, vergeet niet één van Zijn weldaden. ‘ 

De ziel van de dichter prijst hier de Heere om Zijn genade, goedheid en barmhartigheid. De dichter beschrijft in de eerste plaats de ervaringen van zijn eigen ziel. In tegenstelling tot andere psalmen waar de Elohim als Schepper en Onderhouder bejubeld wordt. 

3. Hij wil dat wij Hem zoeken met onze ziel.  

Maar tenslotte zult u de Heer, Uw God, weer zoeken en Hem ook vinden, als u Hem tenminste met hart en ziel zoekt. ‘ ( Deut. 4 : 29 )
Het blijft een feit dat de verbondsrelatie die de Heere met het volk Israël heeft, altijd zal blijven bestaan. In die zin moet je het zoeken van de Heere zien als iets waaraan Hij altijd Zijn zegen zal verbinden. Van Zijn kant zal de Heere het verbond dat Hij eens met Abraham gesloten heeft, nooit teniet doen, of vergeten.
En zo is het ook met ons. De Heere is genadig en trouw, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Hij wil niets liever dan dat ons hart zowel als onze ziel Hem in de eerste plaats zoeken, naar Hem vragen. ( Psalm 42 ) 

Hoewel het volk van Israël vaak beloofd heeft om deze eis van God in te willigen ( 2 Kronieken 15 : 12 ) hielden ze zich niet aan hun belofte. 

Wij weten dat onze ziel niet vanzelf totaal op God gericht is. Er zijn hier op aarde veel zaken die onze aandacht vragen. Daarom moeten wij ons discipline aanleren in het zoeken van God. Wie daar echt tijd voor neemt en moeite voor doet, zal zijn ziel verzadigen. 

Psalm 63 : 5, 6

“U wil ik prijzen, mijn leven lang, Roepend Uw Naam, de handen geheven. Dan wordt mijn ziel verzadigd met Uw overvloed. Jubel ligt op mijn lippen, mijn mond zal U loven! “ 

 

 

 

5 responses to “De ziel ( 9 )

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *