De ziel ( 10 )

Geest: de menselijke geest of ziel. Het denkende, voelende en willende deel van de mens. Onderscheiden van het lichaam.

D: Uitdrukkingen van onze geest / ziel. 

De Heere wil dat wij Hem zowel met onze lichaam als met onze ziel Hem van harte zijn toegedaan.

1. De ziel dorst naar God 

‘ Mijn ziel dorst naar God, de levende God. ‘ ( Psalm 42 : 3 )
De ziel van de dichter heeft een verlangen naar God dat zo sterk is dat hij het vergelijkt met een hert, dat zich naar het water haast om te drinken. Zoals het leven van het hert afhangt van het succes naar de zoektocht van water – zeker in een tijd van droogte – zo hangt het leven van de dichter af van het positieve gevolg van zijn zoektocht naar God. Het gaat om een geestelijke dorst. De tekst is gericht op de dichter, maar de eigenlijke nadruk ligt op het water, dat als beeld gebruikt wordt voor de ontmoeting met God. 

2. De ziel zoekt geborgenheid bij God. 

‘ Want bij U is mijn leven geborgen / mijn hart is gerust, o God, mijn hart is gerust. ‘
( Psalm 57 : 2, 8 )
Het hart van de dichter was – ongeacht zijn situatie – standvastig. Hij gaf aan dat hij rust en vrede gevonden had bij God. Hij voelde zijn ziel bereid en veilig om God te dienen met muziek, met harp en lier. Met zijn muzikale talenten en gaven.
Gelovigen kunnen de Heere alleen maar van harte en volkomen loven en prijzen als hun ziel zich veilig, geborgen en gerust vindt bij de Bron van hun levensvreugde en vrede: bij God. 

3. De ziel wil God gehoorzamen.

‘ En u zult de Heere uw God weer gehoorzaam zijn, en al Zijn geboden, zoals ik ze u vandaag heb voorgehouden, in acht nemen. ‘ ( Deut. 30 : 8 ) 

Deze uitspraak komt uit de mond van Mozes, en werd door hem gebruikt om aan te geven hoe groots het effect van deze gehoorzaamheid zou zijn. De vervloekingen die God eerder over de Israëlieten uitgesproken had, zouden veranderen in een zegen. Wij mogen zonder twijfel aannemen dat de Heere ook in ons leven onze overgave en gehoorzaamheid aan Hem zal zegenen. Het gaat hierbij om een innerlijk overgave, die zo diep gaat dat ze onze ziel totaal in beslag neemt.