De ziel ( 5 )

Geest: de menselijke geest of ziel. Het denkende, voelende en willende deel van de mens. Onderscheiden van het lichaam. 
A. De aard van de ziel. 

De 7e gedachte: De ziel, zetel van de gedachten. 

 

Zetel van de gedachten 

Marcus 2 : 8 / Rom. 8 : 16 / 1 Kor. 2 : 11 

“ Jezus had meteen door wat ze dachten en dus zei Hij: ‘ waarom denkt u zoiets? ‘ 

Wist Jezus wat er omging in de harten van de verlamde en zijn vrienden ( vs 5 ), hier was het Hem ‘ in Zijn geest ‘ : door de Heilige Geest (vgl Mar. 1 : 8, 10, 12 ) bekend wat er in de harten van de schriftgeleerden omging. Ook al hadden ze daar met anderen nog geen woord over gesproken. ( vgl. Joh. 2 : 25 / Hand. 1 : 24 ). De Heere Jezus stelde hun innerlijke overleggingen dan ook direct ter discussie met Zijn ‘ waarom? ‘ vraag. Bovendien liet Hij daarmee overduidelijk zien dat Hij hen doorgrondde en hun gedachten door en door kende. Het kennen van gedachten werd overigens door de Joden gezien als een vervulling van de Messiaanse profetie van Jes. 11 : 2. Daarom moet wat hier gebeurde hen tot diep nadenken hebben gestemd. Uit alles wordt duidelijk dat de ziel de zetel van de gedachten is. 

Rom. 8 : 16 De Geest getuigt in ons dat wij kinderen van God zijn. Het is even de vraag of wij ‘ sun martureo ( vgl Rom. 2 : 15 ) moeten vertalen als ‘ getuigen samen met ‘ ( de Geest getuigt samen met onze geest ), of misschien toch beter met het meer gangbare ‘ getuigen tot, bevestigen aan ) Dan wordt de vertaling zo: ‘ de Geest Zelf bevestigt aan onze geest dat wij kinderen van God zijn. Dit laatste is veel logischer, want hoe kan de menselijke geest uit zichzelf getuigen dat wij kinderen van God zijn? De menselijke ziel / geest is echter nauw verbonden met het kennend vermogen. ( Rom. 7 : 22 : “ Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God. “ ) 

1 Kor. 2 : 11 . Ieder mens is ervan overtuigd dat hij met zijn geest zijn eigen gevoelens, gedachten, plannen en motieven onderzoekt, analyseert. ( vgl. Spreuken 20 : 27: “ De geest / ziel van de mens is een lamp des Heeren, onderzoekende de schuilhoeken van het hart. “ Een ander mens is nooit in staat om onze diepste motieven en beweegredenen te doorgronden, tenzij wij er zelf over praten. 

Op vergelijkbare wijze geldt dat voor de dingen van God. Niemand weet wat er in God leeft, tenzij Hij het zelf openbaart, dan de ziel / geest van God, de Heilige Geest. De werkwoordsvorm egnoken ( Hij heeft gekend ) heeft een resultatief aspect: niemand heeft er buiten Gods Geest om ooit geweten wat er in God omgaat. 

 

One response to “De ziel ( 5 )

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *