De verschijning van de Zoon van God

“ Toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten, maar Hij legde Zijn rechterhand op Mij en zei: “ Wees niet bang, Ik ben de Eerste en de Laatste, Ik ben Degene Die leeft. Ik was dood, maar Ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk. “ ( Openbaringen 1 : 17 – 18 ) 

De inleiding van de Openbaringen van Johannes zetten de toon; Het is de opmerkzame lezer duidelijk dat er een belangrijke openbaring op schrift wordt gesteld die tot opbouw van de gelovigen dienen moet. Er beginnen begroetingen waarin Johannes vooral verwijst naar de trouw van de Zoon van God, naar Zijn overwinning op de dood, en naar Zijn eeuwige heerschappij. Het gaat ook over Zijn verlossend werk, en over de uitwerking die dat werk op de gelovigen heeft. 

De belangrijke boodschap die Johannes aan de kerk door mag geven berust op een visioen van de Christus die te midden van Zijn kerk als Heer aanwezig is. ( Openbaringen 1 : 9 – 20 ) Johannes krijgt een visioen. ( 1 : 12 – 16 ) Dit visioen wordt gevolgd door een weerwoord en een uitleg. Op de dag van de Heere raakte Johannes in vervoering. Hij hoorde achter zich een luide stem die klonk als een bazuin en die zei dat Johannes alles op moest schrijven wat hij zag. Zijn aantekeningen moest Johannes in een boek verzamelen. Vervolgens moest Johannes dat boek naar de zeven gemeenten sturen. Het betrof de gemeenten van Efeze, Smyrna, Pergamum, Tyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea. De christenen in deze steden leefden midden in de Romeinse cultuur. het ws voor hen bijna onmogelijk maakte om mee te doen aan het sociale leven, zonder ook de vele goden en keizer Nero als god te vereren. Sommige gemeenteleden zagen daar geen probleem in. Ze vierden de heidense offerfeesten ( Openbaringen 2 : 14 – 15 en 20 – 24 ). Wie dat niet wilde kreeg te maken met afwijzing, vervolging en economische problemen. ( Openbaringen 2 : 9 ) In de tijd van Johannes vonden er nog geen grootschalige en systematische vervolgingen plaats. De apostel waarschuwde echter voor de toekomst. Maar tegelijkertijd wees hij op troost. Christus regeert in hemel en op aarde. 

In het visioen zag Johannes Iemand die er uitzag als een mens. Hij was gekleed in een lang gewaad en had een gouden band om zijn borst. Zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol of als sneeuw, en zijn ogen waren als een vlammend vuur. Zijn voeten gloeiden als brons in een oven. Zijn stem klonk als het geluid van vele wateren. In Zijn rechterhand had Hij vele sterren en uit Zijn mond kwam een scherp tweesnijdend zwaard. Zijn gezicht schitterde als de felle zon. Toen Johannes Hem zag viel hij als dood aan Zijn voeten neer. Maar de Man legde Zijn rechterhand op Johannes en maande Hem niet bang te zijn. 

Johannes was een vervolgd man. Verbannen en gevangen gehouden om zijn trouw aan Christus. Hoewel hij een apostel was, voelde hij zich een broeder van de gemeenteleden aan wie Hij Zijn brieven schreef. Johannes deelde in dezelfde genade als de mensen van de gemeenten met wie hij zich verbonden voelde. Hoe heilig en goed zijn leven ook was, Johannes wist dat hij in zonde ontvangen en geboren was. Toch was het Johannes in zijn verbanningsoord tot troost dat hij om het getuigenis van Jezus Christus lijden moest. Johannes draaide zich om om kijken wie Degene was die zo luid gesproken had. 

In het visioen dat zich aan hem openbaarde zag hij een vertegenwoordiging van de gemeente onder het symbool van zeven gouden kandelaren. De gemeenten werden met kandelaren vergeleken omdat ze het licht van het Evangelie verspreidden. In het midden van de zeven gouden kandelaren zag Johannes de Heere Jezus Christus. Johannes was overweldigd door de grote luister en heerlijkheid waarin de Heere Jezus verscheen. Hoewel hij vroeger vertrouwelijk met Hem was omgegaan en dicht bij Hem was geweest, zorgde de nieuwe verheerlijkte Jezus ervoor dat hij bang werd. 

Maar Jezus was niet veranderd. Hoewel Zijn uiterlijk nu een en al heerlijkheid geworden was, bleef Hij inwendig Dezelfde. Jezus bleef gelukkig niet op afstand staan. Hij kwam naar Johannes toe, richtte hem op, stortte kracht in Hem uit en sprak vriendelijke woorden tot hem. Woorden van troost en bemoediging. Onderwijzende woorden, dat ook. Jezus vertelde Johannes vooral Wie Hij was, Die zo aan Hem verscheen. 

Opnieuw vertelde Jezus Johannes over Zijn Goddelijke natuur. “ Ik ben de Eerste en de Laatste Johannes. “
Over Zijn vroeger lijden: “  Ik ben dood geweest. “
En over Zijn opstanding en leven: ‘  Ik leef, en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid omdat Ik de dood overwonnen heb en deel heb aan het eeuwige leven. “  

Jezus had het daarna over Zijn ambt en gezag. Hij zei: “  Ik heb de sleutels van de hel en de dood. “ Wat een geweldige bevrijding! Jezus had een vrijmachtige heerschappij in en over de onzichtbare wereld! Niets kon Johannes kwaad doen, of scheiden van God. Toen Jezus dat allemaal gezegd had, gaf Hij Johannes de opdracht om alles wat hij uit Gods mond zou horen op te schrijven. Het ging over de betekenis van de zeven sterren en de zeven kandelaren. Door zich iedere keer te richten tot de engel die de gemeenten vertegenwoordigde, herinnerde Johannes de gemeenten in kwestie eraan dat het om een plechtige boodschap ging. Een boodschap gegeven in Jezus Christus. 

De brief aan de Openbaringen verkondigt dat Jezus de geschiedenis leidt. Jezus zal overwinnen. Hoewel satan en kwade machten een verwoede strijd tegen God en Zijn volk voeren, zal Jezus Zijn leerlingen in de verdrukking bewaren. Wie Hem trouw blijft, zal door het lijden heen ingaan in Zijn heerlijkheid. De Heere God, de Almachtige, zal de duivel, zijn engelen, en de ongelovigen oordelen. Hij zal Zijn schepping vernieuwen. Alles zal voor God en voor het Lam zijn. Ook in het nieuwe Jeruzalem zal Gods troon zijn, waarop het Lam zal zitten. ( Openbaringen 22 : 3 ) Alles straalt daar van Zijn heerlijkheid! ( Openbaringen 21 : 23 / 22 : 5 ) 

“ De stad heeft het licht van de zon en de maan niet nodig, over haar schijnt Gods luister, en het Lam is haar licht. “ 

“ Het zal er geen nacht meer zijn, en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet meer nodig, want God, de Heer, zal hun Licht zijn. “ ( SV met uitleg, NBV, SB in perspectief, MH, de Bijbel in gewone taal ) 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *