De opstanding ( 5 )

De leerlingen schrokken en werden bang. Ze dachten dat ze een geest zagen. Maar Jezus vroeg: ‘ Waarom zijn jullie bang? En waarom twijfelen jullie of Ik het echt ben? Een geest heeft geen lichaam. Maar kijk eens naar mijn handen en voeten. Raak Mij eens aan. Jullie kunnen toch zien dat dit Mijn lichaam is? Ik ben het echt! En Jezus liet de wonden aan Zijn handen en voeten zien. De leerlingen waren zo blij en verrast, dat ze het niet konden geloven. Daarom zei Jezus: Hebben jullie hier iets te eten? Toen gaven ze Hem een stuk gebakken vis. En Jezus at het op waar zij bij waren. ( Lucas 24 : 36 – 41 ) 

Ondanks de verschijningen waarover de leerlingen hadden gehoord, en die sommigen zelf ook hadden meegemaakt, voelden ze zich opnieuw helemaal van hun stuk gebracht toen de Heere Jezus Zelf weer in hun midden verscheen. In de verwarring en vrees die het onverwachte en onnatuurlijke verschijnsel met zich meebracht, dachten ze dat ze een geestverschijning zagen. ( Matth. 14 : 26 / Hand. 12 : 15 ) Het woord ‘ geest’ ( pneuma ) wordt hier gebruikt als een geestverschijning waarbij het vooral gaat om de afwezigheid van een lichaam van vlees en bloed. 

Jezus zag de reactie van Zijn leerlingen, en onderkende de bedenkingen en overleggingen die in hun harten opkwamen. Daarom vroeg Hij waarom ze zo ontsteld en in verwarring gebracht waren. De verrezen Heere wilde Zijn leerlingen overtuigen van het feit dat Hij Dezelfde was als Jezus van Nazareth, hun Rabbi. ‘ Ik ben het Zelf, die jullie aan handen en voeten aan het kruis hebben zien nagelen. ‘  zei hij feitelijk. Jezus maakte korte metten met hun angsten en spoorde hen aan om Hem aan te raken. Zo wilde Hij het bewijs leveren van de lichamelijkheid van Zijn opstanding. Het woord voor aanraken pselaphao, is hetzelfde woord dat in 1 Joh. 1 : 1 gebruikt wordt.  ‘ Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij met eigen ogen gezien hebben, en aanschouwd hebben, wat onze handen getast hebben, dat verkondigen wij: Het Woord dat leven is. ‘ Je ziet dus hoeveel waarde dit moment had in het leven van de leerlingen. Het werd een grond onder hun gelovig getuigenis. Dat is zo bijzonder aan Jezus: alles wat Hij doet heeft een diepere betekenis, grote waarde en inhoud. 

Om de waarheid van Zijn woorden te bewijzen, liet Jezus de leerlingen Zijn handen en voeten zien, en zijn doorstoken zijde ( Joh. 20 : 20 ) die de littekens van de kruisiging lieten zien. Het lijkt erop dat Lucas het ongeloof van de leerlingen zo breed mogelijk uit heeft willen meten. De boodschap van de vrouwen hadden ze niet geloofd, ze zagen in de verschijning van hun Meester een spookverschijning, en zelfs toen Jezus hen uitnodigde om Hem aan te raken, waren ze er nog niet van overtuigd dat het werkelijk Jezus was, die uit de dood was opgestaan. 

Ten langen leste vroeg Jezus of er iets te eten was. De leerlingen gaven Hem een stuk vis te eten. Vis werd gewoonlijk uit Galilea geïmporteerd, de streek waar  ze zo vaak en veel met Jezus hadden rondgezworven. De honingraat die ze erbij gaven, ontbreekt in de oudste geschriften, en is er waarschijnlijk later aan toegevoegd. 

Hoe het ook geweest is, het eten van Jezus bewees dat Hij een lichaam had dat voedsel kon gebruiken. Geen twijfel mogelijk: Jezus was opgestaan. Hij leefde, en Hij leeft! 

One response to “De opstanding ( 5 )

Geef een reactie